Gewezen studentenleider Daniel Cohn-Bendit vindt de verwaandheid van de Franse regering onthutsend.

VERGELIJKINGEN tussen de recente sociale onrust in Frankrijk en de mei-revolte van ’68 waren de voorbije dagen niet van de lucht. Hoe evalueert Daniel Cohn-Bendit de toestand ? Hij was de Parijse studentenleider van weleer en is nu Europees parlementslid voor de Duitse groenen.

DANIEL COHN-BENDIT : Zoals het aantal mensen dat staakte en demonstreerde aantoont, ging het om meer dan om een gewoon arbeiderskonflikt, aangewakkerd door vakbondslui. Zoals destijds, toonden ook nu de studenten zich solidair met de arbeiders en nam de onrust in het land toe. Toch mag 1968 niet met 1995 worden vergeleken. Ik wil nu niet beweren dat met de 68’ers alles gesmeerd liep. Maar wij werden gedreven door nieuwe ideeën en ontwikkelingen. De maatschappij was gefascineerd door het gevoelen van verandering.

Vandaar die revolutionaire uitbraak. Nu gaat het om het behoud van verworven rechten. Eigenlijk een opstand van de angst ?

COHN-BENDIT : Precies. De belangrijkste eis vandaag luidt : geef ons de toekomst waarvoor we al die tijd hebben gewerkt ; verander niets aan de toestand, aan de pensioenen, aan de sociale zekerheid.

De Franse regering, gedwongen door de opgestapelde schulden, blijft vooralsnog bij haar plannen tot hervorming van de sociale zekerheid.

COHN-BENDIT : Het zit dieper dan dat. Frankrijk moet een nieuwe manier van regeren ontwikkelen, opnieuw dialogeren met de maatschappelijke krachten. De werkgevers zeggen nu : we hebben de vakbonden niet nodig. De bonden weigeren van hun kant medeverantwoordelijkheid op zich te nemen. Waardoor een konflikt, een sociale explosie onafwendbaar is.

Ondanks ’68 zit Frankrijk nog altijd gevangen in zijn centralistische traditie ?

COHN-BENDIT : Vergeleken bij vroeger is de samenleving er nu veel opener, vrijer en doorzichtiger. Maatschappelijk hebben de 68’ers gewonnen. Maar politiek verloren we de strijd. De burger heeft ook vandaag alleen de keuze : of zich schikken naar de richtlijnen van hogerhand of de straat opstappen en in opstand komen. Intussen valt het politieke ongenoegen niet te overzien. De ontwikkeling verontrust me. Na het experiment met de socialisten, na de verkiezing van Jacques Chirac tot president, blijft er nu nog één mogelijkheid over die niet is uitgeprobeerd : een experiment met Jean-Marie Le Pen en extreem-rechts. De enige uitweg is een dringende hervorming van de Franse instellingen.

De socialisten waren 14 jaar aan de macht, maar ze schoven de hervorming van het vervallen sociale systeem voor zich uit.

COHN-BENDIT : De socialisten stonden een vernieuwing van het Franse systeem in de weg.

Alle Europese staten worstelen met sociale problemen. Wat maakt de Franse situatie zo biezonder ?

COHN-BENDIT : We staan allemaal voor maatschappelijke hervormingen. Maar het mogen niet de zwakken zijn die de zwaarste inspanningen moeten leveren. Als we niet bij machte zijn de noodzakelijke hervormingen van de sociale zekerheid en de pensioenen op een rechtvaardige manier te organizeren, dan is de samenleving de grote verliezer. Frankrijk debateert over die fundamentele problemen nog minder dan Duitsland. Ze zijn daar nog niet toe aan een tewerkstellingskontrakt, zoals dat van de Duitse vakbondsleider Klaus Zwickel. Een vierdagenweek zoals bij Volkswagen is in het archaïsche Frankijk ondenkbaar. De sociale ongelijkheid wordt er almaar groter.

Is Duitsland het grote voorbeeld ?

COHN-BENDIT : We mogen niet belerend optreden, anders reageren de Fransen terecht geprikkeld.

Chirac was ongevoelig voor het internationale verzet tegen de Franse atoomproeven, nu springt hij al even roekeloos om met sociale springstof.

COHN-BENDIT : Zeven jaar geleden won François Mitterrand de presidentsverkiezingen door de Fransen ervan te overtuigen dat Chirac gevaarlijk was. Als hij geen uitweg meer ziet, laat Chirac zich meeslepen door eigenwaan. Zijn premier Alain Juppé is al even halsstarrig. Hoe die zich op het vakbondsfront te pletter stort ! Het bedenkelijkst is nog die patserige zelfverzekerdheid. Zo van : de arbeiders en ambtenaren houden wel op met staken, want Kerstmis komt eraan. De regering kan toch niet in alle ernst geloven dat ze geen kompromis zal moeten sluiten ?

Wou u er in Parijs niet bij zijn om nog eens, zoals in ’68, op de barrikade te klimmen ?

COHN-BENDIT : Daar heb ik geen zin in. In ’68 was alles veel eenvoudiger. Ik zou niet graag ruilen met de jeugd van vandaag. Het is nu zoveel moeilijker om jong te zijn.

De studenten eisen dit keer geen maatschappelijke hervormingen maar wel ruimere leslokalen en meer leerkrachten. Ontgoochelt het uitblijven van het revolutionair elan u ?

COHN-BENDIT : De Franse samenleving zegt : jonge vriend, de toekomst oogt bedenkelijk. De jongeren zijn angstig gestemd omwille van de ekologische schade, van de oorlogsdreiging en vooral omwille van de werkloosheid. Daarom zeggen ze : geef ons tenminste studiekansen om aan onze toekomst te werken. Da’s een legitieme eis.

Ontaardt het sociaal konflikt in een gewelddadig treffen ? Of komt het toch nog goed ?

COHN-BENDIT : Als Juppé doorzet, verdiept de kloof in de samenleving. Ik hoopt dat hij mislukt. Na de val van een regering worden de kaarten immers opnieuw verdeeld. Als het konflikt aansleept, dreigt een kleine katastrofe. Dan surft Frankrijk op de rand van de afgrond.

Copyright Knack/Der Spiegel

Daniel Cohn-Bendit : “Het mogen niet de zwaksten zijn die de zwaarste inspanningen leveren. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content