Frank Drake 1930 — 2022

© NRAO/AUI/NSF

In Californië overleed de Amerikaanse professor astronomie Frank Drake, 92 jaar oud. De man die zijn leven wijdde aan de zoektocht naar buitenaards leven. Zonder enig succes, maar met eeuwig ‘kosmisch optimisme’.

Drake wordt geboren in het Chicago van 1930, in een muzikaal-wetenschappelijk gezin: vader Richard is chemisch ingenieur, moeder Winnifred muzieklerares. Als oudste van drie erft Frank het beste van die twee werelden. Zijn muzikale talent mag hij botvieren op een accordeon, waarmee hij Italiaanse huwelijken opluistert. En op zijn 23e zal hij in het huwelijksbootje stappen met de getalenteerde componiste Elizabeth Bell, met wie hij drie zonen krijgt. Later volgen een scheiding, een tweede vrouw en nog twee dochters.Maar de wetenschappelijke genen nemen de overhand.

Op zijn achtste zit de jonge Frank met open mond te luisteren naar zijn vader, die hem vertelt over andere werelden in de ruimte. Richard heeft het over sterren en planeten, maar de fantasie van zijn zoon slaat op hol. Wat als daar slimme wezens leven, met auto’s, straten en steden, zoals Chicago?

Als jonge kerel trekt Frank naar Cornell University, voor een opleiding tot natuurkundig ingenieur. Nadien werkt hij drie jaar als officier op een militair schip. Maar de verre planeten blijven aan hem trekken, dus in 1955 begint hij aan een masteropleiding astronomie aan Harvard University. Een studie met toekomst: hij kan meteen aan de slag bij de NRAO, de National Radio Astronomy Observatory in Green Bank. Daar doet hij enkele baanbrekende ontdekkingen omtrent de atmo-, iono-, magneto- en andere sferen van Jupiter en Venus, alvorens hij aan zijn jongensdroom kan beginnen: buitenaards leven opsporen. De NRAO heeft dan net een gigantische telescoop neergepoot, waarvoor Drake een onderzoeksprogramma mag bedenken. Dat wordt ‘Project Ozma’, naar de gelijknamige prinses in de bekende Wizard of Oz-reeks. Drake richt de telescoop afwisselend op twee sterren met de al even poëtische namen Tau Ceti en Epsilon Eridani.

Volgens Drake waren er ‘wellicht tussen één en één miljard’ intelligente beschavingen in de Melkweg.

Orde van de Dolfijn

Na drie maanden moet hij tot zijn spijt bekennen dat er geen enkel buitenaards signaal opgevangen is. Maar hij is er wel in geslaagd enige naam en faam te verwerven. Die leiden tot een sleutelmoment in november 1961: Drake mag tien beloftevolle wetenschappers uitnodigen in Green Bank, om samen te brainstormen over buitenaards leven. Op dag twee moet de workshop even worden stilgelegd voor een glas champagne, want Melvin Calvin, deelnemer aan het event, wint de Nobelprijs voor de Scheikunde. Ook John Lilly is erbij, een man die onderzoek voert naar dolfijnen en hoe ermee te communiceren. Vandaar de officieuze naam van het gelegenheidsgezelschap: De Orde van de Dolfijn.

Om de workshop in goede banen te leiden, gaat Drake vooraf op zoek naar een soort leidraad. Snel-snel bedenkt hij een wiskundige formule om – aan de hand van zeven variabelen – in te schatten hoeveel intelligente beschavingen er waarneembaar zijn in het melkwegstelsel. Dat wordt de zogenaamde ‘vergelijking van Drake’. De ene variabele (het tempo waarin sterren geboren worden) lijkt al wetenschappelijker dan de andere (de gemiddelde duur dat beschavingen waarneembaar zijn). Maar volgens Drake is het in de eerste plaats een gedachte-experiment. Als hem toch naar een exacte uitkomst wordt gevraagd, antwoordt hij met een knipoog: ‘Wellicht tussen één en één miljard, misschien rond de tienduizend.’

Areciboboodschap

Ook na de ontbinding van De Orde van de Dolfijn blijf Drake – die in zijn vrije tijd edelstenen slijpt, rode wijn maakt en orchideeën kweekt – naarstig aan zijn academische carrière timmeren. Hij wordt professor, maar blijft contact zoeken met aliens. Zo maakt hij samen met collega’s informatieborden voor de Pioneers 10 en 11, twee ruimtesondes die voor miljoenen jaren het universum in worden gekeild. Met daarop onder meer een naakte man en vrouw (het zijn de jaren zeventig) en onze locatie in de Melkweg. In de jaren die daarop volgen, seint hij de Arecibo-boodschap de ruimte in: een reeks van ruim 1500 enen en nullen waarmee buitenaardse wezens onder meer ons DNA en zonnestelsel kunnen ontcijferen. En een gouden plaat met aardse beelden en geluiden, als ultieme ‘message in a bottle’ aan boord van de Voyagers 1 en 2.

Aan het einde van zijn carrière wordt Drake voorzitter van het SETI-instituut (Search for Extraterrestrial Intelligence). En ook wanneer dat elke staatssteun verliest (‘verspilling van belastinggeld’) blijven Drake en gelijkgezinden ijverig geld ophalen. Want hoewel er vaak lacherig wordt gedaan over zijn ultieme zoektocht, blijft Drake er halsstarrig in geloven. Astrofysicus Andrew Siemion verwoordt het bij zijn dood als volgt: ‘Wanneer over honderd jaar wetenschapsgeschiedenis wordt geschreven, nadat we intelligent leven buiten onze aarde hebben gevonden – waar ik absoluut in geloof – dan denk ik dat Frank een plaats zal krijgen tussen de grootste wetenschappers die ooit hebben geleefd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content