Waarom moet België eigenlijk de rol van financieel coördinatiecentrum spelen voor internationale groepen?

Interessant, die clash tussen het Voka en het VBO. Voorzitter Luc De Bruyckere van Voka, de Vlaamse ondernemersorganisatie, stelt onomwonden dat de zo omstreden notionele-interestaftrek en andere aftrekposten opgedoekt mogen worden, als in ruil daarvoor de basisaanslagvoet in de vennootschapsbelasting verlaagd kan worden tot pakweg twintig procent. Meer nog dan van wat goed gemikte steun in de rug, houden ondernemers van eenvoud en duidelijkheid.

Nauwelijks enkele dagen eerder had Christ’l Joris, voorzitter van de technologiefederatie Agoria, in een krantencolumn nog heel precies uitgelegd waarom de notionele-interestaftrek zo interessant is voor kmo’s als haar eigen Etap Verlichting: die aftrek stimuleert ondernemers namelijk om zich minder afhankelijk te maken van de banken en meer te steunen op de inbreng van eigen middelen. Dat maakt dat be-drijven beter tegen een stoot kunnen, en dat is goed voor iedereen. Joris zal bij de mededeling van Luc De Bruyckere wel eens geslikt hebben. Maar ik maak me sterk dat ook zij zou tekenen voor de elegantie van minder aftrekposten en een lagere basisaanslagvoet. Alle ondernemers houden van eenvoud en duidelijkheid.

Het Verbond van Belgische Ondernemingen slaat bij monde van directeur- generaal Pieter Timmermans een heel andere toon aan. Het VBO maakt zich zorgen over de gevestigde internationale groepen in en om Brussel, die van ons land een financieel coördinatiecentrum maken. Die groepen zullen immers onmiddellijk vertrekken, als wij zo dom zouden zijn om de notionele-interestaftrek af te schaffen.

Maar dat roept dan toch de prangende vraag op, waarom we absoluut van die internationale groepen zouden moeten houden. Want als de clash tussen Voka en VBO iets duidelijk maakt, dan is het dat het ene bedrijf het andere niet is. In principe worden bedrijven opgericht om producten of diensten voort te brengen. Ze brengen dan ’toegevoegde waarde’ voort voor de hele samenleving en als alles goed gaat, blijft er winst over, te verdelen onder de gemeenschap en de aandeelhouders.

Maar die aantrekkelijke economische logica geldt niet voor alle ondernemingen. Sommige bedrijven worden in de eerste plaats of zelfs uitsluitend opgericht voor de ‘fiscale optimalisatie’. Ze zijn onderdeel van een grotere, vaak internationale structuur die als geheel natuurlijk ook wel producten en diensten voortbrengt, maar die via goedgekozen constructies probeert om het solidaire deel van het verhaal – het stukje van de winst dat met de gemeenschap gedeeld wordt – zo klein mogelijk te houden.

De vraag rijst wat we precies verliezen, als die multinationals hun financiële engineering elders in Europa zouden coördineren. De grote kampioenen van de notionele-interestaftrek, waarop Timmermans doelt, betalen zoals bekend géén belastingen en ze stellen ook nauwelijks mensen tewerk. Als ik aan prominente voorstanders van dit type ondernemingen vraag waarom we ze dan absoluut moeten koesteren, valt hun mond open van ver-bazing. Spreekt dat dan niet vanzelf?

Wel nee, dat spreekt niet vanzelf. Wie het weet, mag het komen zeggen.

Door Luc Baltussen

De vraag rijst wat we precies verliezen, als die multinationals hun financiële engineering elders in Europa zouden coördineren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content