Kinderen staan nu eenmaal nog een trapje lager op de ontwikkelingsladder. Daardoor reageren ze niet altijd even adekwaat in en op het verkeer. Voor de automobilist reden temeer om dubbbel zo voorzichtig – en hoffelijk – te zijn.

De toenemende kwetsbaarheid van kinderen in het verkeer kan aan verschillende faktoren toegeschreven worden : het egoïsme en het agressieve rijgedrag van automobilisten, het stijgend aantal wagens en de psychomotorische, zintuiglijke en karakteriële beperkingen die eigen zijn aan een kind. Een kind bevindt zich nu eenmaal in een ander ontwikkelingsstadium dan een volwassene, en dit uit zich in een aantal specifieke reakties en dito beperkingen.

Volwassenen houden hier nog te weinig rekening mee en beseffen niet altijd dat kinderen heel wat moeilijkheden ervaren in het verkeer. Vooral in de schoolbuurt is het oppassen geblazen. De redenen op een rijtje :

– Door hun kleinere gestalte kijken kinderen tegen de auto’s aan en niet erover. Daardoor hebben ze geen globale kijk op de verkeerssituatie.

– De perceptie van kinderen is nog niet 100 procent ontwikkeld. Typisch voor kinderen is hun zogenaamde “tunnel vision”, een laterale beperking van gezichtveld : ze zien minder goed uit de ooghoeken.

– Ze hebben vaak problemen om geluiden te identificeren en te lokalizeren.

– Kinderen zijn impulsief en worden door de eerste de beste gebeurtenis afgeleid. Ze reageren eerder spontaan dan doordacht.

– Zien en gezien worden is voor kinderen hetzelfde. Als een kind een voertuig ziet naderen, denkt ie automatisch dat de chauffeur hem ook ziet.

– De informatieverwerking verloopt trager dan bij volwassenen. Op het moment dat een kind beslist heeft dat het veilig genoeg is om over te steken, kan het al te laat zijn. Om de eenvoudige reden dat de situatie tijdens het beslissingsproces al veranderd is.

– Veel kinderen hebben nog onvoldoende inzicht in de verkeersregels en -tekens. Met de nodige verwarring als gevolg.

– Kinderen bewegen graag. Vooral na een dagje op school hebben ze er behoefte aan om zich af te reageren in loop- en springgedrag. En dat valt niet altijd te rijmen met de beheerste en beredeneerde reakties die in het verkeer vereist zijn.

– Een kind brengt niet alle faktoren in rekening. Een verkeersituatie is vaak zo ingewikkeld dat kinderen ze niet volledig kunnen vatten. Ze richten hun aandacht op één faktor (bijvoorbeeld het verkeer dat van links komt) en verwaarlozen de rest (de situatie rechts, voor of achter hem).

– Veel kinderen hebben moeite met het verschil tussen links en rechts.

– Afstanden en snelheden worden verkeerd ingeschat.

– Een kind is van nature uit nieuwsgierig en zal vooral aandacht hebben voor voertuigen en gebeurtenissen die hem emotioneel aanspreken en ondertussen de rest negeren.

– Kinderen ervaren het verkeer als beangstigend en bedreigend. Dit gevoel wordt nog versterkt als volwassenen hen met vage waarschuwingen en alarmkreten om de oren slaan. Ze worden er alleen maar banger door en gaan zo “vluchtreakties” ontwikkelen.

Wie herinnert zich niet hoe hij als kind ooit eens bijna het slachtoffer werd van een ongeval, maar op het nippertje uit de brand gered werd door de hoffelijke reaktie van een automobilist ? Wie zo’n jeugdherinnering te diep in z’n onbewuste heeft opgeborgen, kan misschien eens een bezoek brengen een een revalidatiecentrum voor kinderen. En als u er dan nóg niet van overtuigd bent dat hoffelijk rijgedrag een noodzaak is, dan kunnen we alleen maar hopen dat als u toevallig ’s ergens te voet naartoe gaat, u nooit een automobilist tegen het lijf loopt die er hetzelfde over denkt als u…

M.B.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content