Een sekte met hooguit nog een vijftigtal analfabete leden: volgens de Spaanse criminoloog Manuel Aviles is de ETA op sterven na dood.

‘Veel etarras ervaren het als een bevrijding wanneer ze achter de tralies gaan’, zegt Manuel Aviles (48). ‘De ETA is als een sekte. Zodra je erin zit, raak je er niet meer uit. In de gevangenis valt de druk weg. “Eindelijk, nu zullen ze mij met rust laten”, zeiden ze me dan. Maar zelfs in de gevangenis probeert de ETA zijn leden via hun advocaten instructies te geven. Ik heb zelf vastgesteld dat ETA-gevangenen hun advocaat niet wilden zien wanneer die zich aanmeldde. “Zeg dat ik ziek ben”, zeiden ze me.’

Criminoloog Manuel Aviles kent de etarras beter dan wie ook. In 1989 werd hij directeur van de gevangenis van Nanclares de la Oca, bij het Baskische Vitoria. ‘Toen ben ik het terrorisme beginnen te bestuderen. Ik wilde begrijpen waarom iemand op een knop drukt om een auto in de lucht te laten vliegen, goed wetende dat daardoor een onschuldige voorbijganger zal sterven.’

Van 1989 tot 1996 heeft Aviles voor zijn studie meer dan 500 ETA-gevangenen geïnterviewd. Onder hen ook alle kopstukken, zoals Idoia López Riaño alias La Tigresa, die in Valencia meer dan 2000 jaar uitzit voor 23 moorden. ‘Ik heb allerlei soorten mensen gezien. Mensen met een zeer beperkte intel- ligentie, redelijk intelligente mensen, sukkelaars, dwazeriken, en ook enkele zuivere psychopaten.’ Halverwege zijn onderzoek, begin 1993, ontdekte de politie dat de ETA een aanslag op Aviles voorbereidde. ‘Dat hoort erbij. Als je gasinstallateur bent, kan dat gas op een dag ook in je gezicht ontploffen. Mijn oversten hebben mij toen wel uit die gevangenis weggehaald, maar ik wilde eigenlijk niet weggaan.’ Tegenwoordig geeft Aviles les aan criminologiestudenten in Alicante. Ook voor hen heeft hij zijn bevindingen te boek gesteld.

De ETA is een product van de jaren zestig, schrijft Aviles in Criminalidad organizada. Los movimientos terroris- tas (‘Georganiseerde misdaad. De terroristische bewegingen’). De Baskische afscheidingsbeweging, die eind de jaren vijftig ontstond en in 1968 haar eerste dode maakte, spiegelde zich aan Mao en Che Guevera, aan de kolonies die voor hun onafhankelijkheid vochten. Franco was de grote vijand. Maar de dictator is ondertussen bijna dertig jaar dood. ‘Nog steeds beschouwen de etarras zichzelf als vrijheidsstrijders’, zegt Aviles. ‘Ik heb nooit iemand ontmoet die zichzelf als een terrorist ziet.’

Met minder dan de onafhankelijkheid van Baskenland neemt de ETA geen genoegen, en die onafhankelijkheid kan alleen met wapens worden afgedwongen. ‘Nooit heeft een volk zelfbeschikking bereikt als beloning voor goed gedrag’, staat in La Insurrección en Euskadi (‘De Opstand in Euskadi’), de catechismus van de etarra. ‘Wie voor geen enkel bloedvergieten terugdeinst, zal een voorsprong hebben op zijn vijand, als die niet op dezelfde manier handelt’ is een ander, veelzeggend citaat. Een uitweg zonder geweld is er niet, want hoe meer autonomie Baskenland krijgt, hoe meer de ETA ervan overtuigd is dat de strijd loont.

Verwrongen kijk

‘Net zoals sekteleden hebben etarras een absoluut verwrongen kijk op de rea- liteit’, zegt Aviles. ‘De hoeksteen van hun betoog is dat de Basken het oudste volk van Europa zijn en afstammen van de patriarch Tubal. Dat is ontegensprekelijk een mythe, geen historisch feit. Ze beweren dat Baskenland oorspronkelijk een natie was, waar Spanje vervolgens is binnengevallen. Niemand is ooit bij de Basken binnengevallen. Spanje is een kunstmatige constructie, die door de eeuwen heen tot stand is gekomen. Het resultaat van een reeks pacten, oorlogen, huwelijken, akkoorden, net als België of Frankrijk.’

Aviles ervoer de interviews met de etarras vaak als dovemansgesprekken. Hun houding komt dicht bij het delirium: ‘Delirium in de betekenis die de psychiatrie eraan geeft: een solide gedachte die niet aan de logische argumentatie te onderwerpen valt. Door jarenlang de ongeldige mythe van Euskal Herria te blijven herhalen, heeft ze zich bij velen in het onderbewuste genesteld als de hoogste waarheid waarop de rede geen vat heeft. En vroeger lazen de etarras nog boeken: over sociologie, politieke analyses, Alain Touraine. Maar de laatste etarras die ik in 1996 zag, lazen niets. Ze deden aan sport of iets anders. Het waren analfabeten.’

Vandaag zit het merendeel van de ETA-leden achter de tralies. Noodgewongen stuurt de ETA steeds jongere rekruten de arena in. Uit onervarenheid lopen die vaak meteen tegen de lamp. Experts zijn het erover eens dat de ETA nog nooit zo zwak was. Volgens sommige schattingen telt de terreurgroep nog maar vijftig man. ‘De ETA is vandaag niet meer dan een restant, met minieme slagkracht’, zegt ook Aviles. ‘Het enige wat ze nog hebben, is het merk: ETA. In 1985 had je voor elk pistool vijf kandidaten, vandaag moeten ze kandidaten zóéken. Ik ben ervan overtuigd dat de ETA vandaag ook niemand meer vertegenwoordigt. Vroeger had ze een maatschappelijk draagvlak, nu niet meer.

‘De Spaanse veiligheidsdiensten hebben dus zeer goed werk geleverd. De samenwerking met Frankrijk is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd. Ook die met andere landen, zoals Mexico, Venezuela, Uruguay: men duldt geen toevluchtsoorden meer waar ETA-leden zich kunnen hergroeperen. De economische structuren van de ETA zijn ontmanteld. En de politieke structuur, met Batasuna, is buiten de wet gesteld. Een bijzonder zware slag voor de ETA.’

Op advies van Manuel Aviles maakte de socialistische regering van Felipe Gonzalez begin jaren negentig de reklassering mogelijk van ETA-gevangenen die uit de organisatie wilden stappen. ‘Er zijn toen ongeveer honderd ETA-gevangenen opnieuw in de samenleving geïntegreerd, en niet één van die honderd is hervallen. Dat succes was mede te danken aan de verspreiding van etarras over de verschillende gevangenissen in Spanje. Op die manier vormen ze niet langer een sekte, ze komen in contact met anderen.’

De 191 doden in Madrid betekenen mogelijk de genadeslag voor de ETA. Tot 11 maart waren terrorisme en ETA synoniem in Spanje. Dat monopolie zijn ze nu kwijt. Meer nog, bij het nihilisme van Al-Qaeda verbleekt de Baskische terreur. ‘Door 11 maart is de ETA ook gaan nadenken. In 1987 had de organisatie al felle kritiek gekregen van de eigen achterban, toen bij de aanslag op de Hipercor in Barcelona 21 doden waren gevallen.’

De geruchten over een wapenstilstand zijn sinds 11 maart alleen maar hardnekkiger geworden. Op 24 mei onthulde El Mundo dat er al sinds begin dit jaar gesprekken aan de gang zijn tussen Batasuna en de gematigde nationalisten uit de Baskische regioregering. ‘Als ik de regering was, dan zou ik geen gesprekken beginnen’, stelt Aviles. ‘De ETA is duidelijk aan het stikken. De regering moet eisen dat de ETA de terroristische acties radicaal afzweert. Als de regering voortgaat op de ingeslagen weg, en ondertussen ook de autonomie-statuten en grondwettelijke vrijheden verder ontwikkelt, dan ben ik ervan overtuigd dat de ETA nog vijf, hooguit tien jaar rest.’

Rudy Pieters

‘Ik ben ervan overtuigd dat de ETA vandaag niemand meer vertegenwoordigt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content