Gewezen premier Jean-Luc Dehaene verhuist van de politiek naar het zakenleven en zorgt voor gêne in de eigen CVP en in de christelijke arbeidersbeweging.

Het is vast interessant om eens uit te zoeken wat zich tijdens de laatste weken van Dehaene II in de Wetstraat 16 allemaal heeft afgespeeld. Want het heeft er alle schijn van dat Jean-Luc Dehaene zijn verhuizing van de Wetstraat 16 naar de cenakels van de Generale Maatschappij aan de Koningsstraat – en vandaar naar het internationale bedrijfsleven – zorgvuldig heeft voorbereid. Zelfs zijn goede vriend Louis Michel (PRL), voor de gelegenheid vergezeld van Guy Verhofstadt (VLD), kon hem een week voor de verkiezingen van 13 juni niet overtuigen om als premier aan het roer te blijven van een eventueel zesledige rooms-blauwe coalitie.

Na de verkiezingen onderhield de ex-premier uitstekende banden met de leiders van de nieuwe coalitie. Hij schreef ze zelfs vertederende brieven waarin hij de liberale aanvoerders veel geluk en sterkte toewenste met hun nieuwe opdrachten. In het kader van de nieuwe politieke cultuur steunde de paars-groene coalitie van haar kant Dehaenes kandidatuur voor de post van secretaris-generaal van de Navo.

Maar de Amerikanen beslisten daar anders over. Vandaar de ironische gestelde jobaanvraag ” ex-prmr (m) zkt znvlle btrkkng” die tijdens de vakantiemaanden op de omslag van dit blad verscheen. Het antwoord op die advertentie bleef niet uit. De voorbije weken werd bekendgemaakt dat Jean-Luc Dehaene was benoemd in de raad van bestuur van Telinfo, de data- en telecommunicatiegroep van John Cordier, en vervolgens in die van Union Minière.

De jongste aanstelling bij UM zorgt voor een lichte gêne bij de CVP en in het bijzonder bij Dehaenes vrienden van de christelijke arbeidersbeweging. “Want”, fluisterden vooraanstaande ACV’ers tijdens de afscheidsreceptie van aftredend ACV-voorzitter Willy Peirens, “het is wellicht nog niet gedaan.” Blijkbaar regent het ten huize van Dehaene aanbiedingen om zitting te nemen in allerhande raden van bestuur. En zelden heeft een naoorlogse premier zijn banden met het bedrijfsleven zo openlijk geëtaleerd.

Of het aanvaarden van die bestuursfunctie bij Union Minière van veel goede smaak getuigt, valt volgens federale topambtenaren te betwijfelen. De manier waarop Dehaene II eind 1995 de sanering van de Generale-dochter begeleidde krijgt nu een vreemde nasmaak.

Vier jaar geleden liet de non-ferrogroep een redement van nauwelijks vijf procent optekenen. Te weinig, vonden ze bij de controlerende holdings Generale Maatschappij van België en Compagnie Financière de Suez. Die eisten vijftien procent en huurden manager Karel Vinck in om de sanering van Union Minière te forceren. Vinck begon met de hulp van de regering gouden handdrukken uit te delen. Met als gevolg dat het rentabiliteitsherstel van de UM de zo al flink belaagde sociale zekerheid nog eens 500 tot 600 miljoen per jaar kostte, en dit jarenlang. “Lag Dehaene toen al op Vinckenslag?” klonkt het afgelopen week in het parlement.

Ook de manier waarop de vorige coalitie delen van de activa van het rijk, zoals de ASLK, overdroeg aan Fortis (dat intussen dankzij Dehaenes toeschietelijkheid de Generale Bank binnenhaalde) roept met de intrede van de Dehaene in de Generale-groep nieuwe vragen op.

Toen wijlen Frans Verleyen zich destijds in zijn Knack-commentaren opwond over de manier waarop de ASLK-aandelen onder old boys werden verhandeld, werden zijn bezwaren hooghartig weggelachen. Maar de commentator kreeg, het weze dan postuum, groot gelijk. Onlangs bevestigde Jean-Paul Abraham, gewezen voorzitter van de commissie voor de evaluatie van de activa van het rijk, dat de procedures voor de Belgische privatiseringsdossiers eindeloos versnipperd waren. “De privatiseringen werden afgehandeld in de grootste administratieve verwarring”, zei Abraham.

En dan hebben we het nog niet gehad over de buitenlandse reizen die Dehaene als premier ondernam naar de Kaukasus, naar Argentinië en vlak voor de verkiezingen nog naar Marokko, veelal voor rekening van Petrofina en/of Tractebel.

En wat te denken van de operaties opgezet rond de privatisering van de luchthaven van Zaventem via BATC, intussen opnieuw feitelijk genationaliseerd rond BIAC? De gewezen BATC-aandeelhouders, onder wie de heren van de Koningsstraat, mogen over enkele jaren als deBIAC-aandelen op de beurs komen, opnieuw langs de kassa passeren.

De hele BATC-BIAC-operatie werd onder de vorige regering met de grootst mogelijke discretie afgehandeld door de Luikse PS’er Michel Daerden. Die kreeg volgens zijn medewerkers zijn orders rechtstreeks uit de Wetstraat 16.

Misschien moeten de financiële handelingen van de vorige regering toch maar eens aan een parlementaire onderzoekscommissie worden voorgelegd.

R.V.C.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content