Er bestaat in ex-Joegoslavië weinig entoesiasme over het vredesakkoord van Dayton. Behalve bij de onderhandelaars. Maar die moeten niet leven met gevolgen die gewone mensen ondergaan.
EEN BERICHT UIT VUKOVAR
“IEDEREEN is blij dat er opnieuw vrede is, ” zegt de Serviër Slavko Milutinovic op de markt van Vukovar. “Oorlog is slecht voor iedereen. Maar opnieuw samenwonen met de Kroaten kan alleen voor families die niemand verloren hebben in de oorlog. En de meeste families hebben iemand verloren in de oorlog. “
Vukovar is het stadje aan de Donau, op de grens tussen Kroatië en Servië, dat door de Serviërs tot puin werd geschoten. De val van Vukovar, op 20 november 1991, betekende het virtuele einde van de Kroatische weerstand. De Serviërs hadden een derde van het Kroatische grondgebied veroverd, en stichtten daar een nieuwe republiek : de Krajina. Die werd dit jaar in een blitz-offensief door de Kroaten heroverd. Met uitzondering van een stukje in het oosten, waarvan Vukovar de belangrijkste stad is. Nochtans hadden de Kroaten zich sterk gemaakt dat zij dit jaar opnieuw Kerstmis zouden vieren in de stad die voor hen een symbool van de oorlog geworden is.
Negentig procent van de huizen van Vukovar, plus de haven en alle fabrieken zijn vernield. Maar de eerste sneeuw verbergt vele littekens. Op de toren zonder top van de ortodoxe kerk, die in de stellingen staat, kirren duiven. Vlak langs de stukgeschoten watertoren flikkert neonreklame : “Pizzeria Toren”. Een hoekhuis van een totaal vernielde straat dat gespaard bleef, werd een restaurant. Het onlangs gesloten vredesakkoord had als onmiddellijk gevolg dat café’s en restaurants weer hun deuren mochten openen. Leuk voor de vele Servische toeristen die Vukovar, ook voor hen een symbool van de oorlog, komen bezoeken.
De scholen van Vukovar gingen weer open. “Mijn kinderen hebben ondertussen de letters A, B en C geleerd, ” zegt een Servische tolk. “Ik hoop dat ze het einde van het alfabet halen. ” Op de markt heerst drukte. Alles is er te koop, van witte kolen tot parkieten. Maar niemand juicht, nu er weer vrede is. Niemand reageert entoesiast op vragen naar de toekomst. “De vraag is of het vredesakkoord stand zal houden, ” zegt Lubinko Stojanovic. “De Serviërs van Oost-Slavonië waren niet vertegenwoordigd aan de onderhandelingstafel. De enigen die blij zijn met het akkoord, zijn de onderhandelaars. Noch de Servische, noch de Kroatische bevolking is tevreden. “
SPRINGENDE SLANGEN.
Op de markt wemelt het van Servische soldaten en militia-leden. Langharige mannen in het zwart, met een gouden kronkelende slang op de mouw, paraderen er met hun wapens. Leden van de “Springende Slangen” : een lokale paramilitie. De belangrijkste Servische paramilitaire groep van oorlogsmisdadiger Zeljko Razjnatovic, alias Arkan, is naar Oost-Slavonië afgezakt. Er circuleren geruchten dat ook het officiële Servische leger diskreet aanwezig is.
“We hebben niets gezien dat daarop wijst, ” zegt de Belgische generaal Freddy Van de Weghe, die als bevelhebber van alle blauwhelmen in de regio een belangrijke rol speelde in de onderhandelingen over het vredesplan. “Maar dat betekent niet dat het Servische leger er niet is. Onze bewegingsvrijheid wordt sterk beperkt, zodat we niet alles kunnen kontroleren wat er over de Donau komt. We weten wel dat het lokale leger achtduizend manschappen telt, dat er paramilitairen zijn, en enkele duizenden vrijwilligers uit Servië. Bijna in elk huis van de streek zijn er wapens. Het zal een hele klus worden om iedereen te ontwapenen. “
Het vredesakkoord voor Oost-Kroatië werd bekrachtigd door het bereiken van een globaal akkoord voor heel ex-Joegoslavië in het Amerikaanse Dayton. De sektor blijft Kroatisch gebied, en zal na een overgangsperiode van een jaar, eventueel verlengbaar met nog een jaar, onder Kroatisch bewind komen. In de tussenperiode zal de internationale gemeenschap het bestuur waarnemen. Een vredesmacht, die uit negenduizend man zou bestaan, zal toezien op de naleving van het akkoord. Dat behelst in eerste instantie ontwapening, vervolgens begeleiding van de terugkeer van vluchtelingen en de bescherming van de bevolking, en desnoods het bewaken van de grens.
Volstaan negenduizend man om de regio te ontwapenen ? “We hoeven ons geen illuzies te maken, ” zegt generaal Van de Weghe. “Als een van de betrokken partijen hier oorlog wil, zullen we dat niet kunnen verhinderen. De Kroaten zijn wel begonnen met de terugtrekking van hun elitetroepen uit de frontzone. De ontwapening van de Serviërs zal op vrijwillige basis moeten gebeuren. Met harde hand krijgen we dat nooit gedaan. Maar een vrijwillige ontwapening lijkt me haalbaar. De lokale generaal Dusan Loncar heeft me al gezegd dat hij het akkoord zal respekteren, als het met waardigheid wordt uitgevoerd. De mensen hier hebben altijd goed gevolgd wat de Servische president Slobodan Milosevic hen oplegt. “
Toch is Milosevic niet geliefd in Vukovar. “Hij vertegenwoordigt ons niet, ” zegt een woedende Dusan Petrovic in café “Rubens”. “Hij vertegenwoordigt alleen zichzelf en zijn omgeving. Met een aantal medestanders heeft hij ons in een oorlog gestort. Hij wou oorlog, zoals de Kroatische president Franjo Tudjman oorlog wou. Maar de politici zullen leren dat het gemakkelijker is een volk dat in vrede leeft een oorlog te doen slikken, dan een volk in oorlog een vrede op te dringen. “
In de Kroatische frontlijnstad Osijek, 35 kilometer van Vukovar, is niemand tevreden met het vredesakkoord. “Wij willen geen vredesplan, ” zegt Jasminka Levak. “Wij willen een Slavonië zonder Serviërs. Onze troepen zouden Oost-Slavonië op minder dan een dag kunnen veroverd hebben, en de Serviërs op de vlucht gedreven. Zodat de Kroaten die in het begin van de oorlog moesten vluchten, eindelijk naar huis zouden hebben kunnen terugkeren. Het is onwaarschijnlijk dat er mensen zijn die geloven dat Kroaten en Serviërs weer kunnen samenwonen. Maar we zijn er nogal gerust in. De Serviërs zijn onbetrouwbaar. Ze zullen ons snel een gelegenheid geven om Slavonië in te nemen. Pas dan zal gans Kroatië vrede kennen. “
PASSIEF VERTROUWEN.
Op het front tussen Osijek en Vukovar hebben de blauwhelmen enkele grote containers geplaatst, tussen een muur van zandzakjes. Driehonderd meter naar het oosten liggen de Serviërs ingegraven. Een kilometer naar het westen bevinden zich de Kroatische linies. In de moerassige steppe tussenin liggen mijnen. In de containers voert Van de Weghe zijn onderhandelingen met Serviërs en Kroaten.
“Dit is het enige kontaktpunt tussen de twee volksgroepen, ” zegt de Belgische kapitein Dirk Robert. “Er zijn geen andere kommunikatiemiddelen. Kroaten en Serviërs zijn volledig van elkaar gescheiden. Niemand kan zich voorstellen dat er opnieuw normaal kontakt tussen de twee gemeenschappen mogelijk is. Ik woon in bij een Servische familie die in het begin van de oorlog uit Osijek naar Oost-Slavonië vluchtte. Haar haat voor de Kroaten is onbeschrijfelijk. “
De Serviërs maken het de blauwhelmen niet gemakkelijk. De jongste maanden zijn er 32 terreinwagens van blauwhelmen en hulporganizaties overvallen en gestolen. “Het blijft moeilijk werken, ” zegt Robert, die na vier maanden in de regio voor de eerste keer Vukovar ziet. “Zelfs om van mijn werk naar huis te kunnen, heb ik een papier van de Serviërs nodig. Toch ben ik ervan overtuigd dat wij met onze soepele houding veel goede wil hebben gewekt. De bevolking heeft een passief vertrouwen in ons gekweekt. Daarom eist ze dat wij hier blijven, om toe te zien op de naleving van het vredesakkoord. “
Servische woordvoerders bevestigen dat. “De Belgische en Russische troepen, die hier al jaren als blauwhelmen aanwezig zijn, moeten blijven, ” zegt direkteur Stojanovic van het perscentrum in Vukovar. “De mensen kennen hun uniformen, en vertrouwen hen, omdat er hier geen grote problemen waren, in tegenstelling tot elders. De Servische soldaten die voor deze streek vochten, moeten nu hun wapens inleveren. Dat kan alleen als er vertrouwen bestaat. Er wordt nu gezegd dat er Amerikaanse troepen zullen komen. Wij zullen die alleen aanvaarden als de Belgen en Russen blijven. “
Wie plaatselijk het bevel zal voeren, is nog niet beslist. In de regel dragen de Verenigde Naties (VN) in ex-Joegoslavië het bevel over aan de Noordatlantische Verdragsorganizatie (Navo). De meeste VN-strukturen, zoals het hoofdkwartier in de Kroatische hoofdstad Zagreb, zullen gewoon worden overgenomen. Alleen voor de sektor Oost-Slavonië en de Baranja rijst er een probleem, omdat daar ook meer dan negenhonderd Russen zitten die weigeren onder Navo-bevel te komen. Er wordt nu geopperd dat een VN-ambtenaar aan het Navo-bevel zal worden toegevoegd als tussenschakel met de Russen.
Ook de situatie van de Belgen is nog onduidelijk. De Belgische legertop, die elfhonderd soldaten ter beschikking stelt, voelde er veel voor om het kontingent van zevenhonderd Belgen in de Baranja te laten voor wat het was, en het aantal Belgen in Centraal-Bosnië op te voeren tot een bataljon van 350 soldaten, vooral genie-troepen en transporteurs. De para’s worden liever achter de hand gehouden voor Afrika.
De jongste berichten laten echter uitschijnen dat de Belgen hun aanwezigheid in de Baranja zullen moeten versterken. “Dat kan problemen veroorzaken, ” zegt kolonel Leon De Wulf, woordvoerder van de Belgische strijdkrachten. “Het Belgisch leger worstelt namelijk met een groeiend tekort aan jonge soldaten. Als we onze aanwezigheid in de Baranja moeten versterken, zullen militairen ouder dan 35 wachttaken op zich moeten nemen, taken die normaal voor jongeren zijn. Voor genie- en transporttroepen stelt dat probleem zich in mindere mate. “
LAAG MOREEL.
De manschappen van “Belbat 10”, die vier maanden in de Baranja aktief waren, zijn alvast blij dat ze naar huis mogen. Het moreel was diep gezakt, nadat minister van Landsverdediging Jean-Pol Poncelet (PSC) de media meldde dat de blauwhelmen enkele weken langer dan voorzien ter plekke zouden blijven, zonder ze eerst zelf in te lichten. “Voor velen is het zwaar geweest, ” zegt korporaal Patrick Vandeputte. “Veel kollega’s waren vier maanden als het ware gevangen in het kamp. Kontakten met de plaatselijke bevolking waren er bijna niet. Dat was jammer. “
De Serviërs verboden onder meer kontakt met niet-Serviërs in de regio. Die mensen konden dus niet geholpen worden. Nog geen twee weken geleden werd een van de belangrijkste Belgische kontroleposten een nacht lang door de Serviërs overgenomen. Ze groeven in de buurt een grote hoeveelheid springstof in, om een eventuele opmars van de Kroaten te stuiten. De Baranja blijft nog altijd volledig gemobilizeerd.
Toch is kolonel Marcel Danau, hoofd van het Belgische bataljon in de Baranja, optimistisch : “De Serviërs hebben ons nooit op handen gedragen, maar ze hebben wel een zeker respekt voor ons. We hebben met beide partijen goede kontakten. Dat heeft ervoor gezorgd dat er in de Baranja minder spanningen waren dan elders. Dit zal zeker helpen bij de uitvoering van het vredesakkoord. Het werk zal in de toekomst voor onze mannen ook motiverender worden. We zullen aktiever kunnen optreden, en weer geregeld kontakt met de bevolking hebben. “
In de Baranja is dertig procent van de bevolking niet-Servisch. Die verhouding zal wijzigen, als het vredesakkoord wordt toegepast. Een belangrijke taak voor de Belgen zal erin bestaan de plaatselijke bevolking te beschermen. Heeft de Belgische legertop lessen getrokken uit het debâcle van de Nederlanders, die de Oostbosnische enclave Srebrenica zonder slag of stoot aan de Serviërs overgaven, en zo onrechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de dood van duizenden Moslims ? Generaal Van de Weghe : “De veiligheid van onze manschappen blijft primordiaal. Toch is er na Srebrenica nog eens benadrukt dat mensen die hulp vragen met alle middelen zullen worden beschermd. Zelfs als dat de veiligheid van onze mannen in gevaar brengt. De strijdende partijen weten wat ze kunnen verwachten, mochten ze ons aanvallen. “
Als het vredesakkoord werkt, zal de Belgische aanwezigheid in de Baranja voor lange tijd een kwasi permanent karakter krijgen. Een bataljon zou om de twee jaar moeten terugkeren voor een nieuwe ronde. Maar niet iedereen is entoesiast om nog voor een internationale vredesmacht te werken. Een officier die zich als vrijwilliger aandiende : “Tenzij er iets substantieels verandert, kom ik niet meer terug. Het is enerverend vast te stellen dat de VN laten weten dat er geen geld is voor de salarissen van onze lokale werknemers, die nota bene geen vijftig dollar per maand verdienen, noch voor de verwarming van onze wachtposten, die nu hout moeten stoken, terwijl hun eigen kaders het geld op onaanvaardbare wijze over de balk gooien. Ik keer alleen terug als de Navo bewijst dat ze een vrede efficiënt kan handhaven. “
Een andere Belgische officier toont bij wijze van illustratie de schroothoop van voor honderden miljoenen frank VN-wagens op de basis nabij de luchthaven van Zagreb. Op een terrein, groter dan een voetbalveld, liggen de witte wrakken tot zes meter hoog opgestapeld. Inbegrepen jeeps met Belgische militaire nummerplaat en de overschot van driehonderd motoren die ongebruikt staan weg te roesten. Een spraakzame Amerikaan is ingehuurd om de schroothoop plat te walsen. De Amerikanen munten voorlopig uit in het opruimen van de chaos die onder meer de VN in ex-Joegoslavië aanrichtten.
Dirk Draulans
“De politici zullen leren dat het makkelijker is een volk een oorlog te doen slikken, dan een volk vrede op te dringen. ” In beeld : de presidenten Milosevic, Izetbegovic en Tudjman.
Om Vukovar zijn achtduizend Servische soldaten, verschillende paramilititaire groepen en duizenden vrijwilligers uit Servië samengetrokken.
De strijdende partijen weten dat de Belgen met alle middelen hulpbehoevenden zullen beschermen, desnoods ten koste van de eigen veiligheid.