De Verenigde Staten legden de vier jaar oude oorlog in voormalig Joegoslavië stil.

WASHINGTON en de Navo namen de bemoeienis met de Bosnische oorlog dit jaar over van de Verenigde Naties. De Navo bombardeerde het volksservische kamp murw en de Amerikaanse diplomatie prestte de twee andere konfliktpartijen, de Kroaten en de Moslims, tot het verstevigen van hun papieren bondgenootschap. Onderhandelaar Richard Holbrooke slaagde er ten slotte in Serviërs, Moslims en Kroaten op 21 november vrede te doen sluiten in Dayton (Ohio). De plechtige ondertekening van het verdrag zou op 14 december volgen, in Parijs. De Amerikaanse president Bill Clinton en zijn Kroatische ambtgenoot Franjo Tudjman traden als winnaars naar voren ; de Moslims moesten zich tevreden stellen met het maximum haalbare en de Serviërs waren de verliezers.

KROATIE.

Het Kroatisch leger liep in mei, met de goedkeuring van Washington, West-Slavonië onder de voet. Het veroverde in augustus even moeiteloos het hart van de vier jaar oude republiek Krajina op de volksserviërs. Meer dan honderdduizend bewoners van het gebied vluchtten in een paar dagen naar Bosnië en Servië. Bij die “etnische schoonmaak” moordden, brandden en plunderden Kroatische militairen, net zoals het volksservische leger eerder deed.

President Tudjman verzilverde “zijn bevrijding” van Krajina in vervroegde verkiezingen. Zijn autoritaire regime vond legitimatie via de zege van zijn partij (HDZ), die 60 procent van de parlementszetels verwierf. Twee weken later, op 12 november, gingen de volksserviërs van Oost-Slavonië door de knieën. Zij tekenden voor de vreedzame wederopname van hun regio in Kroatië. Een overgangsbestuur, aan te wijzen door de Verenigde Naties, moet de integratie één tot twee jaar begeleiden. Een vredesmacht staat in voor de ontwapening in Oost-Slavonië. Belgische militairen kunnen in de Baranja, het noordelijke deel van het gebied, vermoedelijk hun werk voortzetten. Maar dan wel in vredesafdwingende zin en niet langer met het bewakend mandaat dat ze sinds 1992 van de VN kregen.

Syntese ’95 : Kroatië heroverde nagenoeg een kwart van zijn grondgebied op de separatistische volksserviërs en krijgt uitzicht op de laatste vier procent.

BOSNIE.

In Bosnië begon het jaar met een wapenbestand van vier maanden. De volksservische republiek (Republika Srpska) besloeg 70 procent van het land ; de strijdkrachten van Moslims en volkskroaten kontroleerden het overige deel.

De militaire bevelhebbers van Moslims en volkskroaten plus die van buurland Kroatië richtten echter een gezamenlijk kommando op om in het offensief te gaan in Bosnië. Twee maanden later boekte hun alliantie al forse terreinwinst. De volksservische troepen reageerden met beschietingen van de hoofdstad Sarajevo. Waarop Navo-vliegtuigen een munitiedepot bestookten in het volksservische bastion Pale.

In Tuzla doodde een mortiergranaat meer dan zeventig mensen rondom een caféterras. Daarop voerde de Navo weer strafbombardementen uit op stellingen van volksserviërs, die repliceerden met het gijzelen van honderden blauwhelmen. In die dagen van escalatie besloten Frankrijk en Groot-Brittannië tot het inzetten van een “snelle interventiemacht”. De duizenden manschappen daarvan zouden blauwhelmen bijspringen. Maar nog voor de interventiemacht slagkracht kreeg, namen volksserviërs de oostelijke Moslim-enclaves Srebrenica en Zepa in. Dat de Nederlandse VN-macht, midden juli, zonder slag of stoot Srebrenica opgaf, deed stof opwaaien. Vooral omdat berichten circuleerden over massamoorden tijdens de vlucht van meer dan 40.000 Moslims uit de enclave.

In Oost-Bosnië bleef één Moslim-eiland over, Gorazde, en dat beloofde de Navo met alle middelen te beschermen. In het westen veroverden Moslims en Kroaten evenwel een groot aaneengesloten gebied, verbonden met centraal-Bosnië. Daarmee zakte het globale territorium-aandeel van de volksserviërs van 70 naar minder dan 50 procent.

Twee weken van Navo-luchtaanvallen bezegelden de situatie. Aanleiding was een granaatontploffing die 37 mensen doodde op het Markale-plein in Sarajevo. Het tuig bleek afgevuurd uit het Servische kamp. Twee dagen later, op 30 augustus, begon de Navo aan haar krachtigste militaire ingreep ooit. Vliegtuigen stegen op van bases in Italië en vanop schepen voor de Adriatische kust. De opdracht luidde : wapenopslagplaatsen, radarinstallaties, artilleriestukken en andere steunpunten van het volksservische leger platleggen. In feite bombardeerde de Navo, onder Amerikaanse regie, de volksservische leiders naar de onderhandelingstafel.

President Radovan Karadzic van de Republika Srpska ging akkoord om het konflikt te beëindigen, militair opperbevelhebber Ratko Mladic spartelde tegen, maar beiden beschuldigd bovendien van oorlogsmisdaden moesten naar de zijlijn. President Slobodan Milosevic van Servië, de machtigste Servische leider, onderhandelde namens al zijn volksgenoten. In ruil voor het opheffen van de handelsboycot tegen Servië-Montenegro tekende hij de vrede van Dayton, samen met Tudjman en Moslim-president Alija Izetbegovic van Bosnië. Zestigduizend Navo-manschappen zullen toezien op de naleving ervan. Bosnië-Hercegovina moet bestaan uit twee deelstaten : de Moslim-Kroatische Federatie (51 procent, die kan aansluiten bij Kroatië) en de Servische Republiek (49 procent, die kan aansluiten bij Servië).

MACEDONIE.

Na bemiddeling van de Amerikaan Cyrus Vance tekenden Griekenland en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in augustus in New York, een verdrag over de normalizering van hun betrekkingen. Griekenland boycot niet langer zijn noorderbuur en die haalde de ster van Vergina uit zijn vlag een symbool van de antieke Macedonisch-Griekse dynastie. De naam Macedonië blijft een twistpunt. President Kiro Gligorov (78) raakte begin oktober zwaargewond bij een aanslag met een bomauto, vermoedelijk gepleegd door extreem-nationalisten.

F.V.

De presidenten Slobodan Milosevic, Alija Izetbegovic en Franjo Tudjman sluiten vrede in het Amerikaanse Dayton.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content