Herinner u hoe Jimmy Stewart in Vertigo voor Kim Novak valt – of is het voor haar spookbeeld? Of denk aan Michael Douglas die het speeltje wordt van Sharon Stone in Basic Instinct. Aan dat korps van iconische hormonaal opgehitste speurders voegt Park Chan-wook een memorabel exemplaar toe in Decision to Leave.

In deze romantische mysterythriller wordt flik Hae-jun belast met het onderzoek naar een jonge Chinese vrouw die van de dood van haar man wordt verdacht. Daarmee schakelt Park Chan-wook, de Koreaanse genremeester die al vernuftige dingen deed met romantiek, suspense en andere genre-ingrediënten in Oldboy (2003), Lady Vengeance (2005) en The Handmaiden (2016) in film-noirmodus. Maar laat u door de archetypische premisse niet misleiden. Park zou Park niet zijn mocht hij aan dat grijsgedraaide gegeven geen persoonlijke twist geven, wat zich dit keer manifesteert in minder seks en geweld dan we van hem gewoon zijn – nee, geen levend opgevreten inktvis deze keer – maar méér humor, méér tederheid en méér mystiek. Hae-jun is immers geen getroebleerde patser, maar een principiële vent die zijn kleren, zijn eten en vooral zijn werk zo ernstig neemt dat hij aan slapeloosheid lijdt. Seo-rae, de Chinese weduwe die ervan verdacht wordt haar Koreaanse echtgenoot van een klif te hebben geduwd, is een verpleegster die door haar bejaarde klanten wordt aanbeden, ook al durfde ze in het verleden wel eens vrijelijk met medicijnen om te gaan.

Ik heb het altijd belangrijk gevonden om sterke vrouwenrollen te creëren, zeker na Old Boy, wat toch een mannelijke wraakfantasie was.

Voeg daar een scheut droge humor aan toe, wat hocus pocus met smartphones, de obligate ondervraging- en achtervolgingsscènes, plus droomsequenties en flashbacks die de dialogen illustreren, en je krijgt een ingenieuze whodunit die misschien wat warrig en lichtvoetig begint, maar die in het subtiele tweede deel helemaal ontbrandt, begeestert en intrigeert. In zijn elegante en neoklassieke stijl trekt Park je almaar dieper het netwerk aan intriges en het hart van zijn hoofdpersonages in, een tour de force waarvoor hij dit jaar in Cannes dan ook werd gekroond tot beste regisseur.

‘Ik zou Seo-Rae geen femme fatale durven te noemen’, nuanceert Park. ‘Ik begrijp wel waarom je haar zo bestempelt. Ze komt zo over, zeker in het begin, omdat ze nauwelijks geëmotioneerd is door de dood van haar man. Maar gaandeweg ontdek je dat haar liefde voor Hae-joon écht is en ze dat ze die ook actief toont en uitspreekt. Ze wil hem helemaal niet bedriegen of klem zetten. Ze houdt van hem.’

De toon is een stuk romantischer – en minder gewelddadig – dan in je vorige films. Waarom wilde je een andere weg inslaan, zoals je al eerder aangaf?

Park Chan-wook: Het is niet zo dat ik mijn stijl veranderd heb of me wilde afzetten tegen mijn vorige films. Ik wilde alleen mijn personages grondiger verkennen en nog meer aandacht geven aan hun emoties, aan wat hun gedrag stuurt. Vandaar dat ik dit keer alles sober gehouden heb, alles heb weggedrukt wat de aandacht van de kijker kan afleiden. Je moet in de eerste plaats hun hart zien en niet zozeer andere lichaamsdelen. (lacht) Wie weet, komt er in mijn volgende film wel méér naakt en geweld voor dan ooit tevoren.

De plot doet vaagweg denken aan Alfred Hitchcocks Vertigo, met zijn speurder die geobsedeerd raakt door een vrouwelijke verdachte. Was dat je referentiepunt?

Park: Eerlijk: ik heb geen seconde aan Vertigo gedacht toen ik deze film maakte. De film die ik mijn coscenariste Jeong Seo-kyeong (die ook zijn Lady Vengeance, I’m a Cyborg, but That’s OK, Thirst en The Handmaiden mee schreef, nvdr.) heb aangeraden, was Brief Encounter (1945) van David Lean. Hoe begeerte daarin wordt onderdrukt, hoe alles er subtiel wordt uitgedrukt: dat is misschien wel de elegantste film over romantische gevoelens die er ooit is gemaakt.

Ik begrijp natuurlijk wel wat je zegt. Hitchcock heeft me zo diep beïnvloed, zelfs nog voor ik zelf filmmaker werd, dat hij altijd wel op de een of andere manier opduikt. In mijn onderbewuste reist hij altijd met me mee. Ik ben blij dat het op die manier werkt, want als ik bewust een hommage aan Hitchcock had willen brengen, zou dat de balans in mijn film verstoord hebben. Neem die scène waarin de flik Seo-rae achtervolgt in de auto. Mocht ik daar bewuste knipogen in gestopt hebben, zouden die zo sterk en nadrukkelijk geweest zijn dat het ritme zou stokken en het de aandacht zou afleiden van wat ze voelen.

Je detective is een perfectionist en workaholic die heel kieskeurig is in wat hij eet en hoe hij zich kleedt, alsof hij de meticuleuze stijl van de film belichaamt. Is hij een soort alter ego?

Park: Ik doe niet mee in deze film. In geen van mijn films. Maar er zitten altijd wel persoonlijke dingetjes in. Net als Hae-joon heb ik last gehad van slapeloosheid, en toen heb ik hetzelfde apparaat gebruikt als je in de film ziet. Die ervaring heeft het scenario zeker mee gestuurd.

De personae van je acteurs ook? Intrigante Seo-rae wordt vertolkt door de Chinese Tang Wei, die een ster werd na haar rol in Ang Lees erotische spionagethriller Lust, Caution, en detective Hae-joon door Park Hae-il, die al meedeed in Memories of Murder van je landgenoot Bong Joon-ho.

Park: Park is in Korea een bekende acteur geworden toen hij de hoofdverdachte speelde in Memories of Murder. Ik vond het wel geestig om hem dit keer aan de andere kant te casten: als de detective, als een man die trots is op zijn werk en er zijn waardigheid uit haalt, maar wiens morele kompas je op hol ziet slaan doordat hij zijn gevoelens niet onder controle heeft. Het is een ander gegeven dan in mijn vorige films. Die gingen in essentie over persoonlijke wraak. Of beter: over mensen die beseffen dat ze dingen doen die moreel niet te verantwoorden zijn. Over dat dilemma gingen Oldboy, Lady Vengeance en The Handmaiden. Niet over het geweld of de wraak zelf.

Het personage Seo-rae is een Chinese met een mistig verleden die in Korea woont en werkt. Hoe belangrijk is dat spel met nationaliteiten? Zit daar iets politieks in, en heb je er bijvoorbeeld aan gedacht om van haar een Noord-Koreaanse te maken?

Park: Seo-rae was een leeg canvas in het begin. We hebben gewoon gezegd: we maken haar Chinees, omdat we absoluut Tang Wei wilden casten. Er was geen andere reden. Noord-Koreaans kon ze sowieso niet zijn, want de taalbarrière speelt een rol in de film. Als deze film ooit wordt geremaket in de VS, kan ze een Mexicaanse zijn. Nationaliteiten doen er niet toe, en internationale politiek nog minder.

Opvallend: in veel van je films spelen vrouwen een centrale rol. Schuilt er een feminist in je?

Park: Ik heb de voorbije jaren meer tijd met mijn vrouw doorgebracht dan ooit tevoren, en ik wilde onze dochter ook van heel nabij zien opgroeien. Dat heeft mijn kijk op het leven zeker beïnvloed, maar ik kan niet zeggen of mijn scenario’s daardoor romantischer of feministischer geworden zijn. Ik heb het gewoon altijd belangrijk gevonden om sterke vrouwenrollen te creëren, zeker na Old Boy, wat toch een mannelijke wraakfantasie was. Ik wil een dialoog tussen de seksen creëren, geen monoloog.

Over Oldboy gesproken: die film, die door Quentin Tarantino de hemel in geprezen werd, in Cannes de Grote Juryprijs won en een wereldwijde kaskraker werd, hielp de Koreaanse cinema mee op de kaart zetten. Zijn de industrie, je stijl en de perceptie van je films sindsdien veel veranderd?

Park: De Koreaanse cinema is veel internationaler geworden. Er zitten meer Europese, Japanse en Amerikaanse invloeden in dan toen ik begon. Het is moeilijk te zeggen wat Koreaanse cinema is zonder te generaliseren, maar wat opvalt, is dat we genrefilms maken met heel verschillende ingrediënten. Het is zelden alleen maar actie, horror of thriller. Er zit meestal ook humor, politiek en melodrama in. Het zijn genrefusies. We hebben de neiging conventies dooreen te husselen en om te buigen, waardoor er toch een bepaalde visie op mens en maatschappij naar voren komt. We bespreken sociale issues via genre-elementen. Misschien hebben we die flexibiliteit te danken aan het feit dat we nooit zo’n sterke nationale traditie hebben gehad als Hollywood of de Japanse en Europese cinema. In Korea heb je detectivethrillers waarin plots ironische humor of expliciete horror blijkt te zitten, om te eindigen als een diep ontroerende tragedie. Het kan allemaal. Misschien heeft onze voorkeur voor genrecinema ook te maken met commerciële aspecten. Decision to Leave heeft geen blockbusterbudget, maar het is ook geen goedkope film. Dus moet ik wel rekening houden met de box office. Want zonder succes geen volgend project.

Decision to Leave is vijftig procent romance en vijftig procent misdaadthriller, mag ik dat zo zeggen?

Park: Ik zou zeggen: het is honderd procent romance, en honderd procent misdaadthriller. Maar als je me echt dwingt om mathematisch correct te zijn, zou ik zeggen: honderd procent romance.

En welke maatschappelijke issues wilde je daarmee tackelen?

Park: Je kunt als filmmaker nooit ontsnappen aan de wereld waarin je je film maakt, maar ik denk echt dat Decision to leave minder sociale issues behandelt dan mijn vorige werk. De locatie en de tijd doen er dit keer nauwelijks toe. Het gaat over de liefde, het meest universele thema dat er is. De film valt zo makkelijk te remaken in de VS, of elders. Nu of over twintig jaar. Het enige wat je zult moeten updaten, zijn de mobiele telefoons.

Over remakes gesproken: boeit het je wat er met je films gebeurt? Was je niet ontgoocheld in Spike Lees remake van Oldboy, die een kritische en commerciële flop bleek? En wat met de remake van Lady Vengeance met Charlize Theron, die uiteindelijk in development hell strandde?

Park: Die remakes boeien me niet, tenzij ze me dwingen om ze zelf te regisseren. Helemaal in het begin vroegen ze me om Oldboy zelf te remaken, maar ik heb meteen nee gezegd, nog voor de naam Spike Lee was gevallen. Het was geen goed moment. Het was meteen nadat Oldboy een hit werd. Ik had interessantere dingen te doen.

De Koreaanse Netflixserie Squid Game was recent een wereldwijde hit, en met de Engelstalige minireeks The Little Drummer Girl, naar de spionageroman van John le Carré, heb je in 2018 voor het eerst ook een tv-serie gemaakt. Was dat een grote aanpassing?

Park: Ik zag het als één lange film. Voor mij is er niet veel verschil van werken, behalve dan dat de opnames langer duren, dat je meer moet investeren in randpersonages en dat je elke episode moet eindigen met een cliffhanger. Sommigen vinden dat goedkoop. Ik vind dat opwindend, zoals ik als kind ook altijd op het puntje van mijn stoel zat wanneer er op het einde van mijn favoriete tv-serie plots iets onverwachts gebeurde.

Slotvraag: de gevoeligheden zijn danig veranderd sinds je Oldboy en Lady Vengeance hebt gemaakt. Heb je het gevoel dat je meer moet opletten met seks, geweld en genderissues?

Park: Geen idee. Het is niet dat ik het wereldnieuws niet volg, maar ik hou me ver van politiek. Ik ben dit keer teruggekeerd naar de basis van de filmtaal. Je zou kunnen zeggen dat deze film, met zijn klassieke stijl en man-vrouwdynamiek, indruist tegen de huidige tendensen, maar zelfs dat is niet echt zo bedoeld. Ik kies gewoon de vorm die het verhaal het beste dient, en laat iedereen vrij om daarvan te denken wat hij of zij wil.

Decision to Leave

Vanaf 10/8 in de bioscoop.

Oldboy

Nu opnieuw in de bioscoop.

Park Chan-wook

Geboren in 1963 in Seoel.

Studeert filosofie en wil kunstcriticus worden, tot hij zijn eigen filmclub start en Vertigo ziet.

Breekt wereldwijd door met de thriller Oldboy (2003), die samen met Mister Vengeance (2002) en Lady Vengeance (2005) zijn ‘wraaktrilogie’ vormt.

Zijn keurmerk: hypergestileerde genrecinema in de slipstream van Hitchcock, vaak met kinky seks, visceraal geweld en zwarte humor.

Regisseert in het Engels de thriller Broker (2009) en de spionageserie The Little Drummer Girl (2018).

Werkt momenteel voor HBO aan The Sympathizer, een miniserie met Robert Downey Jr..

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content