‘Europa is geen verloren continent. Je mag alleen niet in je zetel zitten wachten op wat er op je afkomt’

© HERMANN BREDEHORST

In eigen land werd wat minnetjes gedaan over het gewicht van haar functie als Europees commissaris, maar in Duitsland wordt Marianne Thyssen ontvangen als een politiek zwaargewicht. Knack reisde ‘het sociale gezicht van Europa’ achterna voor haar eerste grote toespraak.

Honderd dagen? Echt?’ Marianne Thyssen (CD&V) kijkt verrast op. Haar erg sobere kantoor in het Brusselse Berlaymontgebouw geeft de indruk dat ze al járen Europees commissaris voor Werk en Sociale Zaken is. Het bureau kreunt onder de dossiermappen. ‘Ik heb zelfs geen tijd meer om te fietsen’, zegt ze. ‘Ik jog nu, dat vraagt minder tijd dan tochten met de racefiets.’

Heel even was ze voorzitter van de CD&V, maar nagenoeg de hele politieke carrière van Thyssen stond in het teken van Europa. Ze zat meer dan twintig jaar in het Europees Parlement, en dat heeft z’n sporen nagelaten in haar taalgebruik. Geregeld verliest ze zich in Eurospeak over ‘cohesie- en structuurfondsen’, over het ‘Europese semester’, over ‘sixpacks’ en ’twopacks’. De afgelopen maanden was het stil. Dat was wel anders met de vórige Belgische eurocommissaris, Karel De Gucht (Open VLD), die in de media nooit om een mening verlegen zat. ‘Ik voel me niet geroepen om me elke week uit te spreken over een Belgische kwestie. Dat wordt niet verwacht van een lid van de Commissie-Juncker.’

Maar de Belgische begroting is natuurlijk óók een Europese kwestie. Ons land sloot 2014 af met een tekort van 3,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp), en daarmee breekt België zijn belofte aan de EU om het tekort onder de 3 procent te houden. Daardoor hangt ons een financiële sanctie boven het hoofd. ‘De Belgische regering heeft de Commissie een brief gestuurd om uit te leggen hoe ze het tekort zal aanpakken. We zullen zien wat de finale beslissing zal zijn, maar ik heb er vertrouwen in. Er zijn brieven van andere lidstaten die minder goed werden onthaald, die van België is heel goed onthaald. Meer kan ik niet zeggen.’

Marianne Thyssen werd in de herfst van vorig jaar aangeduid als de nieuwe Belgische EU-commissaris toen Charles Michel (MR) en Kris Peeters (CD&V) de federale regering in elkaar puzzelden. CD&V gaf uiteindelijk het premierschap op in ruil voor een hoge Europese post. Een zware politieke prijs, vonden sommigen, want Peeters had de ambitie premier te worden. Daar staat tegenover dat de christendemocraten zónder het premierschap meer ruimte hebben om zich te profileren in de federale regering. ‘Ach, iedereen in onze partij is gelukkig met hoe het gelopen is’, zegt Thyssen. ‘Kris Peeters is content, mijn partij ook, en ik zéker. Bij CD&V wordt daar niet meer over gesproken.’

Naar Berlijn

Enkele dagen later neemt ze het vliegtuig naar Berlijn, voor haar eerste grote toespraak als commissaris. Dat gebeurt in de Konrad-Adenauer-Stiftung, een toonaangevend en invloedrijk instituut dat aanleunt bij de CDU, de christendemocratische partij van Angela Merkel. Enkele uren voor haar komst was ook de gewezen Franse president Nicolas Sarkozy er op bezoek.

In België werd veel gepalaverd over het gewicht van Thyssens mandaat, maar in Berlijn wordt ze als een politiek zwaargewicht ontvangen. Ze is verantwoordelijk voor een budget van bijna 100 miljard euro, of 10 procent van het totale budget van de Europese Commissie – de strijd tegen de hoge werkloosheid win je niet met een aalmoes.

Thyssen is gepokt en gemazeld in de Europese politiek. Toch is dit, in de herfst van haar carrière, haar eerste uitvoerende mandaat. ‘Ik denk weleens dat ik hetzelfde werk doe als vroeger, maar dan vanuit een ander gebouw. De materie is dezelfde gebleven, maar nu zit ik mee aan het stuur. Van hieruit moeten de initiatieven komen. Bovendien werken we met alle 28 commissarissen als één college. Alle beslissingen worden collegiaal genomen, en dus is het werk intensiever en heeft het een veel grotere verantwoordelijkheid.’

Herman Van Rompuy, de eerste ‘president’ van Europa, zei ooit dat de Belgische politiek moeilijker en ingewikkelder is dan de Europese: wie de Wetstraat aankan, heeft geen kind aan het Schumannplein. Thyssen aarzelt even. ‘Dat kan best kloppen. Belgische politici zijn bruggenbouwers, ze zoeken naar oplossingen. Maar ik heb in België nooit in een regering gezeten, dus ik kan niet echt vergelijken. In Europa moet je zien dat je 28 lidstaten op een lijn krijgt, voor alle budgetten, voor alle wetgeving. Dat is niet zo evident, hoor.’

Binnenkort doet Thyssen nieuwe voorstellen over de zogenaamde detachering van werknemers. Dat zijn werknemers die in het buitenland werken, maar gebonden blijven aan de sociale zekerheid van het thuisland. In die branche komen heel wat misbruiken voor, en het systeem leidt soms tot financiële uitbuiting. ‘Tegen het eind van het jaar wil ik het systeem doorlichten en waar nodig aanpassen. Wat ik ook voorstel, ik weet nu al dat niet alle lidstaten er even positief op zullen reageren. Maar ik zal zéker niet beknibbelen op het vrije verkeer van werknemers. Dat is een van de pijlers van Europa. Het principe heeft ons veel opgeleverd aan groei, banen en welvaart. Als het niet bestond, zouden we het moeten uitvinden. We moeten de interne mobiliteit nog versoepelen, en de lidstaten zo goed mogelijk bijstaan om misbruiken en fraude tegen te gaan.’

Nieuw Europees project

Vanuit de rijdende auto kijkt Thyssen naar de Rijksdag. Het blijft een indrukwekkend gezicht. ‘Ik ben al lang niet meer in Berlijn geweest. Twee dagen voor de Muur viel in 1989 was ik met een groep partijgenoten op bezoek in Praag. We zijn toen naar de West-Duitse ambassade gegaan, waar 6000 Oost-Duitsers zaten om asiel aan te vragen. Je voelde de verandering in de lucht.’

Volgens velen heeft dit Europa, zoveel jaren na de val van de Muur, een nieuw bezielend project nodig. ‘De voorbije 25 jaar heeft de Europese eenmaking voor vrede en welvaart gezorgd. Maar het project is nog niet af. We moeten niet denken dat alles verworven is. Zó lang is de burgeroorlog in ex-Joegoslavië nog niet geleden, en aan de grens met de EU, in Oekraïne, wordt vandaag gevochten. Er zullen nog crisissen komen. Dan kunnen we twee richtingen uit: terug naar af en ieder voor zich, ofwel nog meer samenwerken. Ik kies voor het laatste: om onze welvaart te bewaren moeten we de samenwerking nog verdiepen.’

Even later ontmoet ze de Duitse federale minister van Arbeid, Andrea Nahles van de socialistische SPD. Het is hun eerste kennismaking, maar Thyssen heeft haar even gegoogeld en is onder de indruk van haar politieke parcours. Samen zullen ze in Berlijn het Duitse luik van het Europees Sociaal Fonds lanceren, dat werkloosheidsprojecten financieel ondersteunt. Thyssen vraagt haar Duitse collega om steun voor haar plan om de financiering van werkgelegenheidsprojecten voor jongeren grondig te veranderen. ‘De Europese Unie heeft een leger van 24 miljoen werklozen. De helft van hen is langer dan één jaar werkloos. En nog erger: in de meeste zuiderse lidstaten zoals Griekenland en Spanje zit één jongere op twee zonder werk. Dat is onaanvaardbaar’, zegt Thyssen. ‘Om daar iets aan te doen, heeft de Commissie 6,4 miljard euro extra uitgetrokken. Maar we merken dat de lidstaten daar te weinig om vragen, wellicht omdat de EU die projecten maar voor één procent voorfinanciert. De lidstaten moeten dus veel geld vrijmaken om een project op te starten, en moeten dan wachten op de Europese subsidies. Ik wil de voorfinanciering optrekken tot 30 procent. Dat is ongezien voor Europese fondsen.’ Brussel en Wallonië krijgen 1,2 miljard euro uit dat Europees Sociaal Fonds, Vlaanderen 400 miljoen, telkens gespreid over zeven jaar. De Vlaamse regering vult dat budget aan tot 1 miljard.

Thyssen heeft het met collega Andrea Nahles ook over het minimumloon dat de Duitse regering invoerde: 8,5 euro per uur. Duitsland is daarmee het 22e land in de EU met een minimumloon. Ook Thyssen heeft daar als parlementslid lang voor geijverd. ‘Het zou ideaal zijn als er overal in Europa een minimumloon zou bestaan, maar we moeten niet denken dat het alles zou oplossen.’ Een uur later geven de twee vrouwen een persconferentie. De zaal is volgelopen met een vijftigtal journalisten. Nahles vertelt dat het goed gaat met de economie in haar land: ‘Nooit eerder waren zo veel Duitsers aan het werk.’ Toch krijgt Duitsland 2,7 miljard euro om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. De federale overheid en de deelstaten passen ongeveer hetzelfde bedrag bij.

Intussen in Griekenland

Op hetzelfde ogenblik legt in Athene Alexis Tsipras van de linkse partij Syriza de eed af als premier. Waarom krijgt een rijk land als Duitsland 2,7 miljard euro van Europa? Zou dat geld niet beter naar het armlastige Griekenland gaan? ‘Griekenland krijgt óók geld’, antwoordt Thyssen. ‘Alleen al via het Europees Sociaal Fonds ontvangt het 4 miljard euro, en dat voor een land met ongeveer 10 miljoen inwoners. Dat is veel. Duitsland kan zijn deel van het geld trouwens goed gebruiken omdat de financiële en economische crisis niet alleen de tegenstelling tussen de landen heeft vergroot, maar ook de tegenstelling tussen arm en rijk en tussen werkenden en werklozen binnen de lidstaten. We moeten op twee fronten werken.’

Over de Griekse verkiezingen en de nieuwe regering blijft Thyssen op de vlakte. ‘Natuurlijk laten we Griekenland niet in de steek. We respecteren de uitslag. Ik reken er wel op dat Athene de gemaakte afspraken met Europa naleeft. De Griekse eurocommissaris Dimitris Avramopoulos wordt in principe niet vervangen. Alleen als hij zelf opstapt, kan de nieuwe regering een andere kandidaat voordragen.’ Maar Tsipras is geen beginneling in de politiek, dat hebben ze bij de Europese Commissie al langer door. De jonge Griek reisde de weken voor de verkiezingen verscheidene keren in het geheim naar Brussel voor overleg met de Commissie.

De vorige Griekse premier, de christendemocraat Adonis Samaras, deed het volgens Thyssen niet zo slecht tijdens de verkiezingen. ‘Hij moest voortdurend slecht nieuws verkopen en heel onpopulaire maatregelen nemen. Als straks het stof is gaan liggen in Athene, zal Syriza snel weer met de voeten op de grond komen, en beseffen dat het zich aan de afspraken moet houden. Ik begrijp dat veel Grieken ontgoocheld zijn over de harde besparingen, maar Europa heeft de problemen niet veroorzaakt. Het heeft daarentegen véél solidariteit getoond. Tijdens een publieke toespraak heeft Samaras Europa bedankt voor de steun. Je moet het maar doen als Griek.’

Jongens op leercontract

Meteen na de persconferentie vertrekt het gezelschap naar Siemens om een project te bezoeken dat financieel ondersteund wordt door Europa. Onder politiebegeleiding gaat het richting ‘Siemens-stadt’, zoals de wijk in Berlijn wordt genoemd vanwege de vele vestigingen van de Duitse multinational. Thyssen leert er van de chief learning officer dat het bedrijf elk jaar 10.000 jongeren opleidt: 7000 voor Siemens en 3000 voor andere Duitse bedrijven, zoals Bayer en Miele. Elk jaar worden er ook jongeren uitgenodigd uit landen waar Siemens een vestiging heeft.

Een van hen is de negentienjarige Quinten Bel uit Retie. Hij verwelkomt de twee politici en de bedrijfstop van Siemens in vrijwel vlekkeloos Duits. ‘Ik volgde elektronica aan de technische school van Retie, en een van mijn leraars wees me op het project van Siemens. Je kunt het vergelijken met een leercontract. Drie jaar lang krijg ik les en werk ik in een van de vestigingen. Siemens biedt me gratis een appartement aan, vier vliegtickets per jaar om naar huis te gaan, en nog eens 1000 euro bruto per maand. Na drie jaar mag ik een stage volgen bij Siemens België, en krijg ik er normaal gezien ook een vast contract.’

Thyssen is onder de indruk. ‘België kan hier wat van leren. Bij ons wordt er een beetje neergekeken op jongeren met een leercontract, en daarom is het niet populair. Hier krijgen ze niet alleen een heel goede opleiding, maar ook respect van het bedrijf.’

‘Nee, de Europese Commissie kan zelf geen banen creëren. Maar ze moet wel de juiste omstandigheden scheppen om dat te doen’, zegt ze op de terugweg naar het centrum van Berlijn. ‘Dat kan door jonge mensen beter op te leiden, en door de overgang van school naar werk soepel te laten verlopen, zoals ze bij Siemens doen. Er is ook een veel te grote groep jongeren die overal buiten vallen. Ze zitten niet op school, en ze hebben geen werk. Tegen 2020 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat 40 procent van de jongeren moet afstuderen met een diploma hoger onderwijs, en minder dan 10 procent mag de school verlaten zonder diploma.’

‘We wáren de tegenstellingen aan het dichtrijden, tot de financiële crisis uitbrak. Nu groeien we weer uit elkaar’, zegt Tuyssen. ‘Door de crisis is de ongelijkheid toegenomen en de armoede gestegen. Mensen die het minste hebben, zijn vaak de grootste slachtoffers. Daar moeten we iets aan doen. Er moet weer vertrouwen komen om te investeren, om jobs te creëren’, zegt ze. Op het eind van zijn mandaat als Europees president was Van Rompuy ontgoocheld omdat de economische heropleving maar niet op gang kwam. Hij vreesde zelfs dat dit het Europese project op termijn in gevaar zou kunnen brengen. Zo pessimistisch is Thyssen niet. ‘Europa is geen verloren continent. Je kunt natuurlijk in je zetel zitten wachten op wat er op je afkomt, of je kunt de zaken aanpakken. De Commissie heeft een investeringsplan voorgesteld van 315 miljard euro. Geld is er genoeg bij de privé-investeerders, maar het slaapt. Wij willen het wakker schudden. En sinds november is er een kleine economische groei, in álle 28 lidstaten. Dat was lang geleden. En ook de werkloosheidscijfers dalen voor het eerst in de zwaarst getroffen landen.’

Sociaal gezicht

Aan economische thema’s geen gebrek, maar Marianne Thyssen moet van de Luxemburgse Commissievoorzitter Jean-Claude Jüncker ook het sociale gezicht van Europa worden. ‘Ja, Europa moet socialer worden. Maar je kunt niet zeggen dat het nu asociaal is. Kijk er eens van buitenaf naar, en vergelijk ons met de rest van de wereld. Sommige mensen kijken bewonderend naar het economische herstel in de Verenigde Staten, maar als je kijkt naar de sociale situatie van veel Amerikanen, denk ik dat zij jaloers zijn op wat wij hebben.’

Daarom gelooft ze niet in een Brexit of een Grexit. ‘Groot-Brittannië en Griekenland hebben meer te verliezen dan te winnen door eruit te stappen. Ik vind wel dat de Conservatieven van premier David Cameron en de anti-Europese partij Ukip van Nigel Farage elkaar meetrekken in een negatieve spiraal. Ik weet niet of het slim is van een Britse premier om de Ukip-standpunten bijna te legitimeren door een referendum te organiseren over een uitstap, en door te zeggen dat er van alles zal worden onderhandeld met Europa.’ Thyssen is immer minzaam en empathisch, maar als de naam Farage valt, schieten haar ogen vuur. Ze zaten enkele jaren samen in het Europees Parlement. ‘Ik heb die man nog nooit gesproken. Het enige wat hij doet, is zich verzetten tegen alles waar Europa voor staat.’

Wanneer de avond valt, begint ze aan haar voorlaatste opdracht van de dag: haar lezing in het gebouw van de Konrad-Adenauer-Stiftung. Ze heeft het over de staat van Europa, over de nood aan een tax shift: minder lasten op arbeid om meer banen te creëren. Wat ze niet zegt, is of daar een vermogenswinstbelasting bij hoort. Haar voorzitter Wouter Beke is ervoor, en hij wil dat op Europese schaal aanpakken. ‘Als Europese Commissie kunnen we geen belastingen opleggen’, zegt ze na afloop. ‘Maar ik wéét dat mensen een faire samenleving willen. LuxLeaks heeft aangetoond dat sommige grote bedrijven heel agressief aan belastingplanning doen en bijzonder weinig belastingen betalen – ook al is alles legaal. Ik begrijp dat veel mensen dat niet eerlijk vinden.’

Het is rond zevenen. In een druilerig Berlijn maakt Thyssen zich klaar voor de laatste halte: een diner met Ghislain D’hoop, de vroegere adviseur van kroonprins Filip en nu Belgisch ambassadeur in Berlijn. Wat vindt ze eigenlijk van de recente uitspraak van Karel De Gucht, vraag ik nog. Hij zei dat alle toppolitici berekend, opportunistisch en meedogenloos zijn. Gefronste wenkbrauwen. ‘Ik weet niet of hij het ook over zichzelf had. Ik denk in elk geval dat het niet voor mij geldt. Berekend ben ik misschien wel. Dat is soms nodig om iets te bereiken. Maar meedogenloos? Nee. Ik mag hopen van niet.’

DOOR MICHEL VANDERSMISSEN – FOTO’S HERMANN BREDEHORST

‘Ik heb zelfs geen tijd meer om te fietsen. Ik jog nu, dat is sneller voorbij.’

‘Ik voel me niet geroepen om me elke week uit te spreken over een Belgische kwestie.’

‘Natuurlijk laten we Griekenland niet in de steek, maar ik reken erop dat Athene de afspraken naleeft.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content