De Europese top in Cannes wordt slechts een voetnoot in de geschiedenis. De Unie trappelde ter plaatse, omdat ze John Major absoluut niet aan zijn lot wilde overlaten.

DE NIEUWE FRANSE president Jacques Chirac slaagde er niet in om de Europese trein weer op gang te trekken. Er moest namelijk gewacht worden op de Britten en vooral op premier John Major. In zijn machtsstrijd met de Euro-foben kon die zich geen enkele toegeving veroorloven. Ook premier Jean-Luc Dehaene, die enkele dagen voordien de eed voor een nieuwe ambtstermijn had afgelegd, kon de Europese stilstand niet doorbreken. Hij moest zelfs omwille van Major een kompromis rond Europol slikken.

Twee dagen later maakt Dehaene de balans op. Hij wordt in zijn betoog herhaaldelijk onderbroken omdat de Franse eerste-minister Alain Juppé en zijn eigen vice-premier Johan Vande Lanotte (SP) over Schengen en het achtervolgingsrecht aan de telefoon hangen. Een gesprek.

– Europa lijkt wel de trein der traagheid. Nu geven de Britse Euro-sceptici het tempo aan.

– JEAN-LUC DEHAENE : Zoals het buitenlands beleid, justitie en veiligheid is Europol geen communautaire, wel een intergoevernementele bevoegdheid. Zolang niet iedereen akkoord gaat, kunnen we op die terreinen niets doen. De macht van degenen die niet vooruit willen, is er groter dan in het communautair luik. Daar kunnen we wel meerderheidsbeslissingen nemen en hoeven we niet op de traagsten te wachten. Voor mij is dat een belangrijk argument om de communautaire dimensie, zeker in de derde pijler justitie en binnenland te verhogen.

– Was het een Frans-Duitse kapitulatie of wou men John Major sparen ?

– DEHAENE : Chirac en vooral Helmut Kohl wilden Major in Cannes niet slachtofferen. Het beste dat ons kan overkomen, is dat Major verdergaat, want dan zal de krisis bij de Britse konservatieven geen vervroegde verkiezingen tot gevolg hebben. De Tories blijven dan nog twee jaar aan de macht. Iedereen die in de plaats van Major komt, zou nog erger zijn. Daarom kwam er geen forcing die Major fataal kon zijn.

– U was het daar mee eens ?

– DEHAENE : (aarzelend) Ik kon daar inkomen.

– Maar niet entoesiast.

– DEHAENE : Voor mij ging de diskussie niet zozeer over de positie van Major, dan wel over de vraag of we Europol kompleet moesten uitstellen, dan wel een voorwaardelijke stap vooruit zetten. De grote meerderheid wou echter niet ter plaatse blijven trappelen.

– Is het geen tijd om, zoals Louis Tobback voorstelde, de Britten uit Europa te kieperen ?

– DEHAENE : Nee, dat zou een gemakkelijkheidsoplossing zijn. Ik geloof dat we het maximum moeten doen om de kernlanden van Europa, dus ook Groot-Brittannië, bij de Europese Unie te houden. We moeten natuurlijk een metode vinden om te verhinderen dat de traagsten het ritme bepalen. Vandaar het Europa met verschillende snelheden : hoewel het een semantische diskussie lijkt, is dat heel wat anders dan een Europa à la carte. In dat laatste geval worden telkens afzonderlijke verdragen gemaakt en pikt iedereen eruit wat hem bevalt. Zo krijgen we verschillende Europa’s.

De monetaire unie lijkt me daarentegen wel de goede weg. Iedereen onderschrijft dezelfde doelstelling, aanvaardt de konvergentiecriteria en zet volgens eigen tempo stappen in die richting.

– Voor u moeten de Britten er hoe dan ook bijblijven.

– DEHAENE : Ik heb het genuanceerder gezegd. Je moet het maximum doen opdat ze er zouden bijzijn. Als ze het op zeker ogenblik totaal onmogelijk maken, moeten we de dingen opnieuw bekijken. Aan buitengooien, zijn we op dit ogenblik echter niet toe.

– U kan het misschien wel hardop denken.

– DEHAENE : Ik vind dat we naar een dynamiek moeten streven waarbij heel Europa betrokken is. Voor de Europese machts- en onderhandelingspositie is het geen onbelangrijk verschil dat Groot-Brittannië in de unie zit. Kijk maar naar de Gatt-onderhandelingen.

– Ontstond er in Cannes duidelijkheid over het Europees profiel van Chirac ?

– DEHAENE : Het was zijn eerste officieel Europees optreden. Zijn woorden en zijn body-language maakten me duidelijk dat hij zich Europees wil opstellen en met Duitsland aan de kar trekken. Op zulke vergaderingen moet je je ogen open houden. Het is niet onbelangrijk naar wie iemand kijkt, met wie hij praat en bij wie hij steun zoekt. Chirac is een zeer direkte man die niet altijd diplomatieke taal gebruikt. Botsingen komen er dan onvermijdelijk, maar Chirac aanvaardt dat hij een even direkt van repliek wordt gediend. Hij wil de zaken vooruit doen gaan en verliest zich niet in subtiliteiten.

– Gaullisten houden meer van doorslaggevende argumenten. Kernproeven, bijvoorbeeld.

– DEHAENE : Chirac of François Mitterrand, ze zijn allemaal een beetje gaullist en hebben iets van de glorietijd van het Franse koningsschap. La grandeur Française moeten we er bijnemen, het is een realiteit.

– Daar hebben Belgen geen last van.

– DEHAENE : Wij hebben een totaal andere traditie. Dit land is in de loop van de eeuwen veelvuldig bezet, en kwam tot stand als een kompromis tussen groten. Dat leidt automatisch tot andere reflexen.

– Opmerkelijk in Cannes was de revival van de Benelux.

– DEHAENE : We namen een goede start, dat ging niet onopgemerkt voorbij. We zullen nu moeten bewijzen dat het geen toeval was. Ik ben ervan overtuigd dat de Benelux een belangrijke faktor in de hele Europese besluitvorming kan worden. Als we samen optreden, zijn we bijna evenwaardig aan de grote landen. De Benelux roept ook verwachtingen op. Vooral Kohl beoordeelt de revival zeer positief. Een slagvaardige Benelux kan zijn Europees engagement ondersteunen en een goed aflossingspunt voor de Frans-Duitse samenwerking vormen.

– Komt er nu een gemeenschappelijk Beneluxoptreden in alle grote Europese dossiers, zoals het nieuwe Unieverdrag ?

– DEHAENE : Ik merk een zeer groot parallelisme tussen de Nederlandse dokumenten over de intergoevernementele konferentie (IGC) en onze werkstukken. Dat moet het mogelijk maken om rond bepaalde punten dezelfde stellingen te verdedigen.

– Lonkt Nederland dan niet langer naar Groot-Brittannië ?

– DEHAENE : We mogen de verhoudingen tussen landen, waar de geschiedenis en de belangen een rol in spelen, niet uit het oog verliezen. Maar de persoonlijke relaties mogen evenmin onderschat worden. Als het tussen personen klikt, wordt er voor zover de belangen niet volledig tegengesteld zijn , gezocht naar een vorm van samenwerking. Zonder de vriendschap tussen Kohl en Mitterrand was de Frans-Duitse samenwerking nooit zo solide geweest. De jongste tien jaar zocht Nederland toenadering met Groot-Brittannië. De huidige koalitie en Nederland in zijn geheel schrokken echter van wat er in Korfoe en rond bepaalde benoemingen gebeurde. Dat zette velen aan het denken, en het is geen toeval dat het Nederlands regeerakkoord heel nadrukkelijk het herstel van de relaties met de buurlanden, zowel Duitsland als België, verdedigt.

– Denkt u aan een gemeenschappelijk Benelux-optreden rond de EMU ?

– DEHAENE : Dat lijkt me zelfs niet nodig. Nederland zal niet tegen België in de frontlinie staan. Anderzijds is Nederland één van de landen die het meest overtuigd is van de noodzaak van de EMU. Het beleid respekteert de konvergentiecriteria en stemt zich al langer dan het onze af op de binding met de mark. Ik hoor ook niemand die daar vragen over heeft. Meer dan onze sociale gesprekspartners hebben ze daar de konsekwenties van de muntunie aanvaard.

– Is Nederland een bondgenoot om België met de eersten in de EMU te loodsen ?

– DEHAENE : Ik denk dat Duitsland noch Nederland zich kunnen inbeelden dat de muntunie zonder België zou starten.

– Over België zal toch gedelibereerd moeten worden.

– DEHAENE : Zoals over alle landen. Het zal echter een deliberatie zijn zoals destijds over Ierland. We zullen aan alle criteria moeten voldoen, maar voor één ervan zal de tendens volstaan. Als onze schuldratio ten goede evolueert, maken we een serieuze kans.

– Landen die buiten de muntunie blijven, kunnen ze uit haar voegen lichten. Door hun munten te laten vlotten, bijvoorbeeld.

– DEHAENE : Het is absoluut nodig dat er sluitende afspraken zijn met de landen die er buiten blijven. Als die landen ongegeneerd hun munten laten vlotten, wordt de situatie binnen de muntunie onhoudbaar. De jongste maanden werden we daar in alle scherpte mee gekonfronteerd. We zullen sluitende sanctioneringssystemen moeten vinden. We mogen de lessen uit het verleden en de spekulatiegolven niet vergeten. Als we geen goede oplossing vinden, lopen we het risico dat de eenheidsmarkt wordt uitgehold. We moeten ook hopen dat er tegen 1999 voldoende landen meedoen, want indien de zone te klein is, worden de problemen onoverzichtelijk. Trouwens, hoe groter de zone hoe meer we de voordelen van de muntunie realizeren en, zoals de VS, bijna immuun worden voor de muntschommelingen. Momenteel is de monetaire kwetsbaarheid één van onze grote handicaps.

– Lijdt de Belgische ekonomie niet meer dan de andere onder het harde muntbeleid ?

– DEHAENE : Ze ondergaat dezelfde druk als de andere landen die hun munten aan de mark hebben gekoppeld. Alleen zal België veel strakker de loonevolutie onder kontrole moeten houden. Anders wordt de konkurrentieslag uitsluitend via rationalizaties gevoerd. De beste werkgelegenheidspolitiek zo toont een recente studie van de Nationale Bank (NBB) aan , bestaat erin om de loonevolutie onder kontrole te houden. Wij hadden daar in het verleden minder oog voor dan de andere landen. De sociale gesprekspartners zijn daar in Nederland en Duitsland veel meer om bekommerd dan de onze. Dankzij de wet op het konkurrentievermogen halen we in 1995 en 1996 een deel van de achterstand in. We moeten echter opletten dat er in 1997 geen dijkbreuk komt. We zullen integendeel onze loonevolutie konsekwent op de muntunie moeten afstemmen, zoniet komen we in de spiraal van de rationalizaties terecht.

– Hoopt u dat middels overleg te bereiken ?

– DEHAENE : Ik denk dat er wetten of reglementen nodig zijn, die veeleer preventief werken. Ik hoop dat er bij de sociale partners een traditie komt die nauwer aansluit bij wat in Duitsland en Nederland gebeurt.

– De gezondheidsindex blijft ?

– DEHAENE : Die is struktureel en wordt door mij niet in twijfel getrokken.

– Komen er nog andere produkten in ?

– DEHAENE : (staccato) Dat is op dit ogenblik niet aan de orde, maar als we morgen tot een alternatieve financiering van de sociale zekerheid komen die de prijzen zou verhogen, moeten we die neutralizeren. Dat lijkt me evident.

– Desgevallend gaat de index de koelkast in ?

– DEHAENE : Dat heb ik niet gezegd. Ik heb het slechts over één beperkt element. Als we de alternatieve financiering, bijvoorbeeld via de BTW het is maar een voorbeeld laat doorspelen in de index, beginnen we er beter niet aan.

– Is de frank overgewaardeerd ?

– DEHAENE : We moeten altijd ergens het onderscheid maken tussen de ekonomische waarde en de psychologische positie van de munt. Ik kan alleen vaststellen dat het regeringsbeleid van de jongste drie jaar en de uitslag van de verkiezingen, de frank boven de mark heeft getild. Dat heeft natuurlijk ook met het rentebeleid van de nationale bank te maken. Ik heb er begrip voor dat ze, in afwachting van de begroting en de definitieve bevestiging van de 3 procent, een zekere voorzichtigheid aan de dag legt.

– Ondertussen moet de industrie het uitzweten.

– DEHAENE : Dat is niet typisch Belgisch. Alle Europese landen worden met een te goedkope dollar gekonfronteerd.

– Stel dat u tussen EMU en een nieuw Unieverdrag moet kiezen. Wat zou u nemen ?

– DEHAENE : De EMU, want zonder de EMU kan de intergoevernementele konferentie niet slagen.

– Toch moet u daar het eerst mee van start.

– DEHAENE : Dat is een probleem. We zullen er zeer zorgvuldig moeten over waken dat de konferentie niet ontspoort. Ze moet de dynamiek van Maastricht verder doortrekken en de uitbreiding voorbereiden. Sleutelen aan de muntunie hoort er niet bij, want zij alleen kan de eenheidsmarkt onomkeerbaar maken. De monetaire wanorde van de jongste maanden heeft aangetoond hoe broos het allemaal is. Indien de muntunie niet wordt gerealizeerd, ben ik er bijna zeker van dat er een desintegratieproces komt.

– De muntunie lijkt wel een obsessie voor u.

– DEHAENE : Ja, ik ben ervan overtuigd dat indien dat niet lukt, het gewicht van Europa in de globale wereldekonomie nul zal zijn. Dan komt er binnen de eenheidsmarkt opnieuw ekonomisch en monetair opbod. Het zal ons ekonomisch verzwakken, maar het kan ook politieke ongelukken veroorzaken die we niet meer onder kontrole hebben.

– Kohl denkt daar ook zo over ?

– DEHAENE : Kohl is tien jaar ouder dan ik en heeft een aantal dingen bewuster meegemaakt. Nog meer dan ik is hij van de noodzaak van de muntunie overtuigd. Hij beschouwt ze als zijn levensroeping. Daarom doet hij verder, hij wil ze absoluut realizeren.

– Hij is de enige die dat voor elkaar krijgt ?

– DEHAENE : Je moet opletten met absoluteren, maar voor mij is Kohl met wat hij aan gezag in Duitsland en Europa betekent, een heel belangrijke faktor.

– In de regering hebt u over Europa het laatste en het definitieve woord ?

– DEHAENE : Dat lijkt me normaal. Mijn taak bestaat erin om het beleid te koördineren en in de lijn te doen lopen. Dat geldt trouwens niet alleen voor het Europees beleid. Europese politiek kan je almaar minder puur buitenlands noemen. Ze heeft een dusdanige impact op het binnenland dat het niet langer een bevoegdheid van de minister van Buitenlandse Zaken is.

– Is de belangstelling voor Europa het wezenlijk verschil tussen Dehaene I en II ?

– DEHAENE : Ook voordien was ik met Europa begaan, maar de jongste drie jaar gaven me wel een duidelijker inzicht. Ik geef zelfs toe dat de sanering van de publieke financiën in niet geringe mate te danken is aan de konvergentienormen waartoe Europa ons verplichtte. Het illustreert de impact op het binnenlandse beleid. Bovendien heb ik in de unie een naam verworven. Het zou voor mezelf en het land dom zijn om daar geen gebruik van te maken.

– U wou absoluut met een nieuwe regering naar Cannes. Rendeerde het ?

– DEHAENE : Je kan dat niet meten. Je kan alleen vaststellen dat er naar je geluisterd wordt. Dat heeft ook met de politieke stabiliteit in ons land te maken. Na nauwelijks drie jaar heb ik, op vier of vijf kollega’s na, de langste anciënniteit. Dat speelt ook mee. Naar een nieuwe president van Frankrijk luisteren ze vanaf de eerste vergadering, maar een eerste-minister van een klein land moet zich bewijzen. Iedereen was natuurlijk vol bewondering voor de snelheid waarmee ik het formatieberaad had afgerond.

– Ze hebben u niet gevraagd hoe u het fikste ?

– DEHAENE : Nee, maar ze weten wel dat ik het kan. (gegrinnik).

– Kan België het zich veroorloven om niet aan de snelle interventiemacht in Bosnië deel te nemen ?

– DEHAENE : Ik denk dat er zware argumenten moeten zijn en op dit ogenblik zie ik die niet om er niet op de een of andere manier deel van uit te maken. We kunnen niet tegelijk zeggen dat Europa een rol moet spelen, en aan de kant blijven staan. Ik vind wel dat men de zaken soms verkeerd voorstelt. Er kan van Europa niet verwacht worden dat het in Bosnië manu militari een oplossing oplegt. Zonder een minimum aan goede wil van de betrokken partijen komt daar geen vrede. Ik vind het overtrokken om over het falen van Europa te praten. We hebben daar veel mensenlevens gered.

– Stoort het u niet dat er achter uw rug met Radovan Karadzic gepraat wordt ?

– DEHAENE : De onderhandelaar moet een zekere maneuverruimte krijgen. De zwakte van het Europees optreden heeft ten dele met het intergoevernementeel karakter te maken. Dat is onvoldoende georganizeerd. Overigens geloof ik niet dat het buitenlands beleid vlug een communautaire aangelegenheid zal worden. Binnen twintig of dertig jaar misschien, maar tijdens de intergoevernementele konferentie lijkt me dat onhaalbaar. Mijn prioriteiten liggen elders. Ik zou vooral de communautaire dimensie in de derde pijler willen vergroten. In het buitenlands beleid moeten we het defensieluik beter organizeren en de toenadering tot de WEU, eventueel zelfs de integratie ervan, proberen te realizeren. In het intergoevernementele moeten we de kontinuïteit versterken. Het meest realistische lijkt me dat er een eigen sekretariaat komt, zoals in de Navo. Daarnaast zou er een afspraak moeten bestaan dat een land dat het voorzitterschap uitoefent, geen verkiezingen heeft. Dat moet te regelen zijn.

Paul Goossens

Jacques Chirac en Jean-Luc Dehaene vallen bijna in elkaars armen. “Chirac aanvaardt de direkte repliek. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content