Premier Jean-Luc Dehaene bereidde zich voor op een forcing op het Europese front. De opmars is door toedoen van de Franse president Jacques Chirac even uitgesteld.
PREMIER Jean-Luc Dehaene (CVP) heeft het moeilijk met Jacques Chirac. In juni al, bij de Europese raad van Cannes, verwonderde hij zich over de heel direkte stijl en de parler cru van de pas verkozen Franse president. Dehaene hield er toen al rekening mee dat het tussen Chirac en anderen in de Europese raad vlug tot een kortsluiting kon komen. Met de Italianen en de Belgen is het nu zover. Omdat beide landen in tegenstelling tot Groot-Brittannië, Duitsland, Spanje en Griekenland in de Verenigde Naties een resolutie goedkeurden die alle kernproeven veroordeelt, schrapte Chirac een ontmoeting met Dehaene. De Belgische eerste-minister bleek niet welkom op het Elysée om er over de aktuele Europese dossiers te praten. Voor Dehaene gold het een belangrijk rendez-vous, omdat het kaderde in de voorbereiding van de top van Madrid, waar volgende maand enkele beslissingen moeten vallen, onder meer over de muntunie en de intergoevernementele konferentie (IGC).
Vorige week woensdagnacht raakte Dehaene, na een lezing in de Londense City University over de toekomst van de Europese unie, in het regeringsvliegtuig aan de praat over die werkontmoeting met Chirac. Uit veel van wat hij zei, werd duidelijk dat hij er zich grondig op voorbereidde. Hij was begonnen met de lektuur van een onthullende biografie over de Franse president want kennis is macht , en daags voordien zou hij de Spaanse premier Felipe Gonzalez zien, die momenteel het voorzitterschap van de Unie waarneemt. Het leek er haast op of Dehaene in opdracht van Gonzalez en met medeweten van de Duitse kanselier Helmut Kohl met een missie op het Elysée was belast. Door de VN-resolutie valt heel het plan in het water en verliest Dehaene (voorlopig) zijn bemiddelaarsrol tussen de groten van Europa. Voor Londen stelt hij zich te radikaal Europees op, voor Parijs gaat hij door als een handlanger van Greenpeace. Beging Dehaene een beoordelingsfout en onderschatte hij de gaullistische zelfingenomenheid van Chirac ? Zijn woordvoerster geeft toe dat de premier de harde Franse reaktie niet had verwacht. “Het betrof namelijk geen anti-Franse resolutie, want Frankrijk werd niet eens met naam genoemd. ” Voorts herinnert ze eraan dat de resolutie weinig nieuws bevatte. Ze herneemt het Belgische standpunt zoals buitenlandminister Erik Derycke (SP) het al een paar keer formuleerde. “De publieke opinie zou het niet aanvaard hebben, mocht België omwille van de Europese rol van Dehaene een andere houding hebben aangenomen. “
EIGENBELANG.
Dehaene zal uit het incident ongetwijfeld konklusies trekken. Meer dan ooit zal hij proberen Buitenlandse Zaken te supervizeren, zoniet onder kuratele te plaatsen. Als hij in Europa een eersterangsrol wil spelen en dat wil hij meer dan ooit , moet de Belgische diplomatie hem totaal dienstbaar zijn. De tijd dat Buitenlandse Zaken eigen klemtonen kon leggen en zelfs een eigen koers varen, behoort voorgoed tot het verleden. De autonomie van Derycke wordt zeer beperkt. Hoe het verder moet met Chirac is minder duidelijk. Zijn eigengereid optreden zorgde binnen de unie voor verwarring. De Frans-Duitse motor die onder François Mitterrand erg goed funktioneerde, sputtert nu en rond tal van dossiers ontstaat er een merkbare toenadering tussen Parijs en Londen. Het legt een hypoteek op de verdere Europese integratie, de realizatie van de muntunie en het nieuwe verdrag. Chirac gedraagt zich zo onberekenbaar dat zelfs Kohl er geen raad mee weet en Dehaene graag zou inschakelen om de Franse president tot een wat standvastiger Europese koers te bewegen. Dat is des te dringender omdat het vrijwel vast staat dat begin volgend jaar Gonzalez, een andere gevestigde waarde van de unie, verdwijnt. Kohl en Dehaene, zo blijkt uit vele eensluidende indiskreties, koesteren in Gonzalez meer vertrouwen dan in José-Maria Aznar. Die bekent zich wel tot de kristen-demokratische familie, maar velen verwachten dat hij als premier een nationalistischer koers zal varen dan de socialist Gonzalez. Als eerste-minister zou Aznar zich wel eens als een Spaans gaullist kunnen ontpoppen.
Uitgerekend op het moment dat de Europese raad verreikende beslissingen moet nemen, dreigt hij te verkommeren tot een reünie van regeringsleiders die het aan elke soliede Europese overtuiging ontbreekt. In Korfu botste Dehaene op een Brits veto en kon hij op de steun van alle andere lidstaten rekenen. Dat dateert van nauwelijks anderhalf jaar geleden, maar lijkt al uit een ander tijdperk te stammen. Ondertussen kwamen er drie nieuwe lidstaten bij, verdwenen Mitterrand en de Portugees Cavaco Silva uit de raad en begon Gonzalez aan zijn zwanezang. De raad van regeringsleiders verkruimelde tot een biezonder heterogene klub, die de volgende maanden wel eens vreemde sprongen zou kunnen maken.
In de mate dat de binnenlandse politiek hem ruimte laat en hij de plooien met Chirac kan gladstrijken, lijkt het erop dat Dehaene de volgende maanden een forcing rond Europa wil voeren. Zijn toespraak in Londen vormde een eerste poging om de geaktualizeerde Europese doctrine van de Belgische diplomatie uit te testen. Die verschilt met die van vroeger omdat ze de Europese integratie niet langer als een verheven, bijna idealistisch gebeuren beschrijft. Voor Dehaene & Co dient de Europese unie zich bovenal aan als een zaak van welbegrepen eigenbelang. “Laat mij duidelijk stellen, ” aldus Dehaene tot zijn zeer gereserveerd, bijna apatisch Brits publiek, “dat België zich bij zijn Europees beleid niet laat leiden door enig dogma of vorm van supranationalistische overtuiging. Onze politiek wordt ingegeven door het nationaal belang, dat we op pragmatische wijze nastreven. Dat nationaal belang delen we met al onze Europese partners, Groot-Brittannië inkluis. ” Dehaene voelt er geen behoefte aan om diep in de Europese geschiedenis te graven of om de roerselen van de Europese ziel te ontsluieren. In tegenstelling tot zijn voorgangers in de Wetstraat 16 zal hij ook nooit over federalisme praten. Over macht en invloed echter des te meer. Zeer tot hun verbazing hoorden zowel de Britse als de Belgische toehoorders in City University de premier verklaren dat “België nooit eerder in zijn geschiedenis zoveel invloed uitoefende op zijn politieke, militaire en ekonomische leefwereld als nu. Uit de Belgische ervaring is namelijk gebleken dat het formeel overdragen van soevereiniteit tot een aanzienlijke toename van werkelijke invloed kan leiden. “
Een begeesterend Europees discours bezit Dehaene niet. Hij wil dat ook niet, omdat het teveel weerstanden zou oproepen. Dehaene argumenteert zakelijk, net zoals Test-Aankoop de beste koop aanprijst.
KULTURKAMPF.
Ook in Europa zijn voor Dehaene de teorie en de zuivere leer totaal ondergeschikt aan de konkrete realizaties. In Londen liet hij er geen twijfel over bestaan dat alles staat of valt met de muntunie. “Zonder de volledige realizatie ervan, zal het de Europese unie aan de nodige samenhang ontbreken en zal ze er niet in slagen om het hoofd te bieden aan andere uitdagingen. Alleen met het volle acquis van de EMU kunnen nieuwe stappen op weg naar de integratie gezet worden en kan de unie met de uitbreiding beginnen. ” In het vragenuurtje voegde hij eraan toe dat hij hoopt dat Kohl het werk zal afmaken. “Als hij het niet doet, ben ik er niet zeker van dat de EMU er komt. “
De muntunie vormde ook het belangrijkste agendapunt van een vertrouwelijke topontmoeting van de socialistische partijleiders van de unie. Na de opmerkelijke kritiek van de SPD-leiding op het opdoeken van de D-mark, had Gonzalez zijn kollega’s in Madrid uitgenodigd om de violen te stemmen. Het was de Spaanse premier menens, want hij had zelfs voormalig kommissievoorzitter Jacques Delors gevraagd. Op het laatste moment zegde die echter wegens ziekte af. Met uitzondering van Tony Blair en Louis Tobback (SP) die zich door minister Derycke liet vervangen, meldden alle andere kopstukken wel prezent. Onder hen Lionel Jospin, Philippe Busquin (PS) maar ook Rudolf Scharping. Er werd langdurig over het ekonomisch beleid gesproken en Delors krijgt vanuit Madrid de opdracht om tegen december een rapport, een soort follow-up van zijn witboek, te schrijven. Nogal wat Europese socialisten worstelen met de vraag of de unie zich niet veel aktiever met tewerkstelling moet bezighouden. Het kan, indien de unie een groter deel van de financiering van de grote infrastruktuurprojekten voor haar rekening neemt. De ministers van Financiën zijn daar echter vierkant tegen en ook binnen de socialistische top steekt felle weerstand op tegen een unie die zich in de schulden zou steken. Delors is er voor, maar Wim Kok manifest tegen. Over de muntunie weerklonken er onder de socialistische prominenten weinig dissidente geluiden. Scharping zelf, die hard werd aangepakt, verzekerde dat de SPD niet van koers is veranderd en hoopte dat de EMU er tijdig komt.
Minder dan een week later was Scharping evenwel SPD-leider af. Op een dramatisch kongres in Mannheim zette de premier van Saarland Oskar Lafontaine met een speech van bijna een uur de zaal in brand, om vervolgens met ruime meerderheid tot voorzitter te worden verkozen. Lafontaine, die Duitsland ooit uit de Navo wilde, krijgt door de Duitse kristen-demokraten een links etiket opgekleefd. “Het is echter te simpel, ” schreef The Financial Times, “om hem als a tired warhorse of the old left te portretteren. “
In Mannheim hield Lafontaine een hartstochtelijk maar weinig revolutionair pleidooi. Hij hamerde op de noodzaak om meer flexibele arbeidstijden in te voeren. Over de muntunie zei Lafontaine weinig, tenzij dat Duitse sociaal-demokraten traditioneel Europees zijn. “Wij zingen niet allereerst het volkslied, wel de Internationale. “
In Duitsland gaat de Kulturkampf rond de D-mark ondertussen onverminderd verder. De kritische bedenkingen van de SPD-leiding inspireerden minister van Financiën Theo Waigel om de duimschroeven van de toekomstige EMU-leden verder aan te draaien. Ze zouden nu ook een stabiliteitspakt moeten aanvaarden. Volgens Waigel zal het begrotingstekort in normale tijden slechts één procent in de plaats van drie procent mogen bedragen en landen die de norm overschrijden, krijgen automatisch strafheffingen opgelegd. Daarover werd in Maastricht niet gesproken, laat staan op papier gezet. Toch worden de Duitsers niet teruggefloten. Zelfs de Europese kommissie knikte instemmend. Nederland verklaarde zich al akkoord met het voorstel en ook de Belgische minister van Financiën Philippe Maystadt (PSC) slikte het nieuwste Duitse diktaat.
Paul Goossens
Jean-Luc Dehaene moet vrede brengen, maar mocht niet naar Jacques Chirac : een handlanger van Greenpeace.
De paleisrevolutie bij de SPD : Oskar Lafontaine (rechts) praatte Rudolf Scharping (links) uit de positie van partijvoorzitter.