Het nieuwe Europese parlementsgebouw in Brussel veroorzaakt animositeit. In Straatsburg maakten de Belgen een slechte beurt.

“HET IS SHOCKEREND voor de publieke opinie dat zo’n omvangrijk projekt (met een geraamde investeringskost van 1 miljard ecu, en een kostentotaal van ongeveer 1,8 miljard ecu over twintig jaar) zonder openbare aanbestedingsprocedure werd toegekend. Had men dat wel gedaan, dan had men mogelijk een betere oplossing gevonden, zowel voor de kostprijs als de inplanting van het gebouw. “

Dat schrijft het Franse Europarlementslid Jean-Claude Pasty over het omstreden nieuwe parlementsgebouw in Brussel, ook wel Caprice des Dieux genoemd. Pasty, een gaullist die bijgevolg liever in Straatsburg dan in Brussel vergadert, bevestigt in een verslag van de begrotingskommissie van het parlement de ontzettende slordigheid waarmee in Europa miljardenprojekten worden beslist. Op zeker moment laat Pasty in zijn betoog zelfs het woord korruptie vallen en suggereert hij de betrokkenheid van vooral Belgen, onder meer politici. Bewijzen levert hij evenwel niet.

Het verslag-Pasty dat de plenaire zitting vorige week goedkeurde, brengt opnieuw in het licht dat het Europees parlement in dit dossier onwaarschijnlijk knoeide. Vorig jaar al had John Tomlinson, een Brits socialist met een uitstekende reputatie, in een ontluisterend rapport kritische bedenkingen geformuleerd over de wijze waarop het leasingkontrakt tot stand kwam, dat de toenmalige parlementsvoorzitter, de Spaanse socialist Enrique Baron Crespo, op 8 januari 1992 ondertekende. Enkele uren voor Baron Crespo zijn handtekening plaatste, formuleerde de financiële kontroleur van het parlement nog bezwaren. Crespo kreeg ze echter niet meer te horen, omdat de sekretaris-generaal van de administratie, Enrico Vinci, het niet nodig oordeelde er korrekt melding van te maken. Hij raadde de parlementsvoorzitter aan de nota van de administratie te volgen en onverwijld het kontrakt te signeren. Had Crespo wel rekening gehouden met de opmerkingen van de financiële kontroleur, dan zou het parlement, volgens Tomlinson, allicht 400 miljoen Belgische frank bespaard hebben. De nota van de administratie bevatte namelijk een feitelijke vergissing. Bovendien werd in hetzelfde dokument essentiële informatie achtergehouden, zodat Tomlinson konkludeerde dat de administratie een misleidende nota afleverde.

ZEVEN MILJARD.

Ook later werden de belangen van het parlement systematisch verwaarloosd. Voor Tomlinson was het een uitgemaakte zaak dat de administratie faalde en haar boekje te buiten ging. “Het is volstrekt oirbaar, ” besloot hij, “dat een consortium een zo hoog mogelijke winst tracht te behalen. Maar een administratie wordt geacht om zich niet te laten kompromitteren. “

Verrassend genoeg veroorzaakte het rapport-Tomlinson weinig deining. Iets meer aandacht kregen de kritische opmerkingen van het Europees rekenhof. “Het is absoluut niet duidelijk, ” signaleerde het jongste blunderboek, “dat de bouw van een nieuw halfrond in de Brusselse Leopoldwijk de beste oplossing was. ” Het rekenhof stoorde zich vooral aan de kostprijs van het bouwwerk. Voor de 371.000 vierkante meter van het nieuwe parlement zal er ruim 42 miljard frank moeten betaald worden : aanzienlijk meer dan de Europese ministerraad voor haar nieuw gebouw moet overschrijven. Dat zal 13,5 miljard frank kosten, minder dan een derde, voor 215.000 vierkante meter.

Ondanks de vele procedurefouten verleende het Europees parlement sekretaris-generaal Vinci kwijting. Rapporteur Patsy vroeg om zijn verantwoordelijkheid te relativeren, omdat de beslissingen altijd door de politieke autoriteiten werden gedekt. Opmerkelijk is dat Pasty een deel van de verantwoordelijkheid op rekening van de projektontwikkelaars en de Belgische regering schuift. “Die begrepen al in een vroeg stadium dat bepaalde parlementsleden de aanwezigheid van het parlement in Brussel wilden versterken. Ze wisten hieruit politiek en financieel profijt te trekken, vooral om de financiële situatie van de NMBS te saneren. ” Volgens Pasty gebruikten de Belgen linke truuks : onduidelijke beloften, pressie, overheidsbesluiten waarvan de eerlijke bedoelingen in twijfel kunnen worden getrokken. Tenslotte vraagt Patsy het parlement alles te ondernemen om de bedragen terug te vorderen, die onrechtmatig in rekening werden gebracht.

De Fransman doelt hier ondermeer op de belofte van toenmalig premier Wilfried Martens (CVP) om de bouwgrond in de Leopoldswijk gratis ter beschikking van het parlement te stellen. Martens deed die toezegging schriftelijk op 18 november 1991, drie dagen voor de verkiezingen. Dat was niet zonder risico, want de prijs van de grond bedraagt om en rond de zeven miljard frank. Voor een regering die zich alleen met de lopende zaken mag bezighouden, is dat een aanzienlijk bedrag en een gedurfd engagement. Sindsdien liet de Belgische regering zich nauwelijks nog met het dossier in en zowel het parlement als het Europees rekenhof vrezen dat de bouwheer, de NV Leopoldsruimte, de kost binnenkort zal doorrekenen. Als België zijn belofte niet inlost, is het parlement kontraktueel verplicht de zeven miljard zelf te betalen. Premier Jean-Luc Dehaene (CVP) liet de voorzitter van het Europees parlement ondertussen weten dat België zijn belofte zal nakomen en dat de begrotingsprocedure is opgestart. Wanneer het bedrag aan het parlement wordt overgemaakt, is echter niet duidelijk. De bewuste zeven miljard frank staan immers niet ingeschreven op de begroting van 1996.

P.G.

Het nieuwe parlementsgebouw in de Leopoldswijk : Caprice des Dieux.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content