De eerste ronde van de Intergouvernementele Conferentie (IGC) in Turijn verliep erg voorspoedig. Met dank aan de dolle-koeienziekte.

EEN BERICHT UIT TURIJN

IN de nacht van donderdag op vrijdag omstreeks één uur loopt thuis bij premier Jean-Luc Dehaene (CVP) vanuit het hotel Méridien in Turijn een fax van een vijftal pagina’s binnen. Voor het eerst kan de eerste-minister kennis nemen van het mandaat dat het Italiaanse voorzitterschap wil verlenen aan de onderhandelaars van de Intergouvernementele Conferentie (IGC), die het Verdrag van Maastricht moet herzien. ’s Anderendaags moet de Europese raad van regeringsleiders het voorstel definitief bekrachtigen.

In het hotel Méridien, meer bepaald in de suite van minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke (SP) die zelf verstek geeft omdat hij in de senaat moet antwoorden op een interpellatie over de FN-fabriek in Kenya , heerst ondanks het late uur een vrolijke stemming. Een vijftal Belgische topdiplomaten, onder hen de permanente vertegenwoordiger bij de Unie, ambassadeur Philippe de Schouteete, en de directeur-generaal van de politiek Frans Vandaele, houdt er krijgsraad. Het begin van de IGC kondigt zich minder slecht aan dan gevreesd. De Britse obstructiepolitiek blijft blijkbaar uit. Op de vergadering, waar de vertegenwoordigers van de vijftien buitenlandministers voor het eerst over het onderhandelingsmandaat van gedachten wisselden, toonden de Britten zich zeer meegaand. Tijdens de top zullen alle punten, die de Belgen en de voorstanders van meer Europese verdieping belangrijk vinden, op tafel komen. Op geen enkel moment staken de Britten stokken in de wielen of dreigden ze met een veto. Voor de regeringsleiders leek de weg bijgevolg geëffend, het gevaar van een valse start van de IGC scheen bezworen.

Dat het de Belgische diplomaten finaal gelukt was de tekst over het onderhandelingsmandaat te bemachtigen, maakte hun voldoening over hun volbrachte dagtaak nog groter. Het Italiaans voorzitterschap had aanvankelijk geweigerd de Belgen een document te overhandigen. Lezen mocht, copiëren niet. Tegenover de grote lidstaten, zo was die avond gebleken, had Italië zich soepeler opgesteld. Mede onder Belgische druk zagen de gastheren zich gedwongen om dat spelletje te stoppen. Tegen middernacht gaven ze aan alle lidstaten het document prijs, waarover de regeringsleiders een dag later hun akkoord zouden moeten geven. Toen een montere Dehaene ’s anderendaags iets voor tien uur de netjes opgeruimde hotelsuite in Turijn binnenstapte, had hij nog weinig uitleg vandoen. ?Geef me een papier waaruit blijkt dat België op ten minste tien punten meer mag ook goed gescoord heeft. Dat doet het bij de pers.? Na nog een blik in tien vermoeide diplomatenogen stormde de premier het vertrek uit om enkele ogenblikken later in de vergaderzaal de collega’s Helmut Kohl en Wim Kok te begroeten.

KOPPELING.

Vijf uur later kreeg de Belgische pers het door de premier verlangde velletje in de handen geschoven. Het was ons land gelukt dertien ?eigen accenten en strijdpunten? in de slotconclusie te krijgen. Het Belgisch voetbal mag dan in een dal zitten, de diplomatie wint zelfs op Italiaanse bodem met forfaitcijfers. In Lingotto, de door sterarchitect Renzo Piano prachtig gerenoveerde Fiat-fabriekshallen waarover de hele dag een Agusta-helikopter cirkelde, maakte Dehaene opgewekt de balans op van de uitwedstrijd in Turijn. ?Hoewel ik erg sceptisch was, is het resultaat meer dan bevredigend. Ik vind dit een goed begin en een goede tekst. Natuurlijk is dit geen lyriek, maar dat kan ook moeilijk. Ik ken geen enkel verdrag, waarvan je in trance geraakt.?

Dehaene bleek vooral in zijn nopjes omdat geen enkel thema, waaraan België en de Beneluxlanden belang hechten, in de taboesfeer zal verzeilen. Voorts was de premier dik tevreden omdat de onderhandelaars heel expliciet gevraagd wordt over werkgelegenheid te praten. ?Voor de Unie en de lidstaten,? vermeldt de slotresolutie van de mini-top, ?is de strijd tegen de werkloosheid de hoofdtaak.? Mede om die zin kregen de Italianen van Dehaene nog enkele complimenten mee. ?Het duurde lang voor ze hun voorstellen formuleerden, maar het eindresultaat gomt elk scepticisme weg.?

Zoals altijd ligt de waarheid iets genuanceerder. Een rimpelloze start van de IGC betekent helemaal niet dat er voor de vele conflictpunten een compromis in de maak zou zijn. Heel nadrukkelijk stelde de Britse premier John Major dat hij vierkant tegen het verder beperken van het vetorecht blijft. De botsing lijkt dus slechts uitgesteld. Toch manoeuvreerde Major, die hier zijn 53ste verjaardag vierde, soepeler dan verwacht en dat had alles met de dolle-koeienziekte te maken. De Britse premier voelt uiteindelijk weinig voor een rol als Don Quichote en had er geen enkel belang bij om zijn collega’s voor het hoofd te stoten in verband met de principes en werkmethodes van de Unie. Major was in wezen niet in Turijn voor de IGC, wel voor het vele geld dat hij voor zijn zieke veestapel van de collega’s en commissievoorzitter Jacques Santer hoopt los te weken. Het bleek een vruchtbaar misverstand. Major ontving ontroerende solidariteitsverklaringen en formele toezeggingen, dat hij een berg geld krijgt, en in ruil kregen de anderen een open onderhandelingsmandaat.

Hoewel iedereen het ontkende, lagen de beide dossiers aan elkaar gekoppeld. Over het juiste bedrag van de Europese solidariteitsbijdrage werd nog weinig gezegd, tenzij dat het handelt om vele miljarden. De discussie daarover kan zonder moeite een jaar aanslepen. Even lang dus als de onderhandeling over Maastricht II en de dure proef op de som dat de Britse euro-sceptici het verkeerd voor hebben. Het misverstand van Turijn wordt dus best niet opgehelderd. Als Major na elke IGC-reünie het thuisfront kan verblijden met nieuwe Europese steun, zullen maar weinig Britten nog notie nemen van zijn toegevingen in complexe institutionele dossiers.

GEKKE PERS.

Een belangrijke bijdrage om de sfeer tussen de vijftien te ontladen, leverde de Oostenrijkse kanselier Franz Vranitzky. ?Misschien vergissen we ons van dossier en zouden we ons veeleer over de gekke pers dan over de dolle koeien moeten buigen.? Niemand sprak Vranitzky tegen, wel integendeel. Volgens de Franse president Jacques Chirac kon hij op algemene instemming van de regeringsleiders rekenen. ?Alle deelnemers waren verbijsterd over de lichtzinnigheid waarmee de pers deze zaak heeft becommentarieerd,? verduidelijkte Chirac, die er geen twijfel over liet groeien dat hij die verbazing deelde. Dehaene gedroeg zich omzichtiger en liet zich de aanmaning ontglippen dat er met de dolle-koeienziekte niet te lachen viel. Waarvan akte. Chirac, die anders zelden een kans laat liggen om zich in de contramine te werken en op zijn eentje moeiteloos de best voorbereide vergadering kan verknallen, hield zich voor het overige gedeisd in Turijn. Hij slikte zijn bedenkingen over de drugsstaat Nederland in, zodat hij een aanvaring met Kok vermeed. Nòg een meevaller.

Volgens de Belgische interpretatie geeft de resolutie van Turijn een aanzet voor een meer sociaal Europa en krijgt werkgelegenheid de absolute prioriteit. Zowel de premier, die in januari voor een monetaire overkill waarschuwde, als Derycke en minister van Financiën Philippe Maystadt (PSC) hebben zich daarvoor de jongste maanden bijzonder ingespannen. Ze slaagden erin om de Benelux voor hun standpunt te winnen en vonden opmerkelijk veel gehoor in het Elysée. Enkele dagen voor Turijn schreef Chirac in Libération dat het tijd werd om eindelijk werk te maken van het Europees sociaal model. ?Europa kan meer doen om een einde te maken aan het drama van de werkloosheid. De Unie beschikt over een jaarlijks budget van meer dan 3.000 miljard frank. Dat is een formidabel instrument om de werkgelegenheid te bevorderen.?

Toch is er in Turijn geen enkele toezegging gekomen dat er binnenkort meer geld voor tewerkstellingsprogramma’s vrijkomt. Na de mooie en belangrijke principeverklaring, volgden teleurstellend traditionele recepten. ?Om de kansen op werkgelegenheid te verbeteren, zijn een op stabiliteit afgestemd economisch beleid, meer concurrentievermogen en gezonde groei nodig. Dit wil zeggen dat de interne markt moet voltooid worden en dat de convergentiecriteria voor de realisatie van de Economische en Monetaire Unie (EMU) moeten nageleefd worden.? Men heeft er het raden naar wat aan die tekst innoverend is. Alleen de simpelen van geest kunnen hieruit de hoop puren dat er een ingrijpende sociale koerscorrectie in aantocht is. Integendeel, de tekst verwoordt onverkort de Maastricht-doctrine, zoals die de jongste jaren in alle Europese landen werd toegepast. Zelfs de toevoeging dat er ?een betere samenwerking en coördinatie nodig is om het nationale beleid te versterken? klinkt stilaan als een afgezaagd refrein. Het was al in december 1994 op de Europese raad van Essen te beluisteren.

HANDTEKENING.

Er doen hardnekkige geruchten de ronde dat Duitsland en kanselier Kohl de handrem opzetten. In een lang gesprek lieten voormalig commissievoorzitter Jacques Delors en Europees commissaris Karel Van Miert vorige week tegenover Erik Derycke hun twijfels lekken over de marsrichting van Kohl. Dehaene is er echter gerust in. ?Kohl heeft mij hier verzekerd dat hij onze zorg voor de werkgelegenheid deelt en meent dat de Unie op dat vlak een belangrijke rol moet spelen. Het is niet zo dat Frankrijk in dit dossier dichter bij ons aanleunt dan Duitsland.?

Ook op Europees niveau blijft Dehaene inzake werkgelegenheid evolueren. ?Als de verschillende partners zich op dezelfde lijn zetten, wil ik, zoals ik voor de eerste keer in België deed, mijn handtekening plaatsen onder het voornemen de werkloosheid te halveren.? Zover is het nog lang niet, want zelfs binnen de Benelux wijzen de neuzen niet in dezelfde richting. Na afloop van de top in Turijn zei de socialistische premier Kok dat de bevoegdheden van de Europese Commissie op het vlak van werkgelegenheid niet mogen uitgebreid worden en dat er geen extra geld voor de Trans-Europese Netwerken moet komen. ?Het overtollige geld in de Unie kan beter terug naar de lidstaten,? oordeelt Kok. Dehaene deelt die mening niet. Hij heeft echter geen liberalen in zijn kabinet en wordt niet geconfronteerd met een orakel als Frits Bolkestein. De voorzitter van de VVD verzette zich tegen het Benelux-memorandum, omwille van het opgeven van het veto-recht in het buitenlands beleid en de sociale klemtonen. ?Europa,? poneert Bolkestein, ?heeft geen wezenlijke rol in het sociaal beleid te vervullen.?

Paul Goossens

De IGC-top in Turijn : prioriteit aan de werkgelegenheid.

Jean-Luc Dehaene en Erik Derycke op de top : diplomatiek succes.

Chirac (rechts) hield zich gedeisd, Major (links) kwam om geld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content