Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Op de redactievergaderig van Knack wordt, om evidente redenen, zeer weinig aandacht besteed aan deze rubriek. Lang geleden dacht onze directeur, in een goede dag, ondergetekende een hart onder de riem te steken door ook aan hem eens quasi-belangstellend te vragen : ?En wat gebeurt er in Kwaad Bloed deze week ??

Het antwoord deed de hele vergadering opschrikken : ?Reynebeau wordt door de rest van de redactie opgegeten.?

Het geroezemoes viel ogenblikkelijk stil, cheffen en redacteurs vroegen zich af of het wel mogelijk was dat ze gehoord hadden wat ze meenden gehoord te hebben. Onze directeur zat aangeslagen in zijn kopje koffie te staren, en poogde wat tijd te winnen door er een tweede en vervolgens nog een derde en een vierde suikertje doorheen te roeren. Je kon een speld horen vallen en de spanning die plotseling in het lokaal hing, was beklemmend. ?Hij wordt opgegeten ?? herhaalde onze directeur ongelovig. ?Bon. Da’s jammer. Surtout voor hem. Guido, wat staat er in economie ??

Sindsdien wordt niet meer geïnformeerd naar onze plannen. Tot vorige week onze directeur ons een tijd lang onderzoekend aankeek, en de stilte die was gevallen doorbrak met de vraag : ?Wanneer gaat gij die brave mens nu eens gerust laten ?? Wij meenden dat het over zijn goede vriend Gerard Bodifée ging, de astrofysicus van de VUM die volgens onze baas niet meer durft gaan slapen vooraleer onder zijn bed te hebben gekeken of er geen Symbion pandora onder zit. Of een Noorse kreeft. Maar het ging niet over Bodifée, wel over onze eigen chef-Europa Paul Goossens.

?Dat moet gedaan zijn met die flauwe grappen over Tegenspraak,? aldus een plots zeer besliste directeur. ?Trouwens, daar kijkt geen mens naar, naar de CDO. Ik heb de cijfers hier voor mij. Wat ligt gij er dan elke week over te zagen ? Spreek op : over wie hebt ge het deze keer ??

Met een lichte schrik in het hart moesten wij toegeven dat het ging over Tina Turner en een merkwaardige scène die zich had afgespeeld in de VIP-kleedkamer bij het Gouden Oog. Waarna onze directeur prompt besloot dat het misschien toch beter was om nog eens wat aandacht aan de CDO te besteden. ?Ik zal u een cassette geven met een discussie over de hervorming van de sociale zekerheid. Ge zult zien dat het interessant is,? zo werd het incident gesloten.

HET WAS NIETS te veel gezegd. Zoals gewoonlijk in de CDO-programma’s kwamen alle standpunten ruim aan bod, behalve dat van de CVP.

Goossens begon met zijn als steeds dodelijke voorstelling van de genodigden : ?Twee gasten in de studio, beste kijkers. Rechts van mij senator Paul De Grauwe van de VLD, eminent professor en kenner van de materie welke wij heden behandelen. Links van mij, nog niet zo lang in de politiek, voor het eerst op tv en dus nog wat onwennig, senator Bea Cantillon. Eveneens professor, zij het bij de paters jezuïeten. Mevrouw Cantillon was eigenlijk nooit van plan om in de politiek te stappen, en zeer zeker niet voor een partij als de CVP, maar ze is gezwicht voor de smeekbeden van voorzitter Johan Van Hecke, met wie zij vroeger nog samen pol en soc heeft gestudeerd. Een goede vriend heeft me ingefluisterd, mevrouw Cantillon, dat Van Hecke, die toen behoorde tot Christenen voor het socialisme en voorzitter was van de studentenvereniging Unifac , een meer dan sociaal gebruikelijke belangstelling voor u had. Ik wik mijn woorden. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat hij, nu hij behoort tot Christenen mèt het socialisme , hemel en aarde heeft verzet om u bij zijn partij in te lijven. Zogezegd omdat uw ervaring in het Centrum voor sociaal beleid en uw kennis van het appelboek van professor Deleeck, de CVP zeer dienstig kan zijn. In werkelijkheid, en na wat ik net verteld heb, zullen daar nog weinig mensen aan twijfelen, uit wat ik zou durven omschrijven als Casanovistische overwegingen. Hij is niet de enige die denkt dat politieke macht een erotiserende invloed heeft. Dit wil zeggen : op bepaalde vrouwen.?

ZE HADDEN NET zo goed een heipaal tegen het hoofd van Bea Cantillon kunnen laten dreunen, het effect zou niet minder geweest zijn. Een meer dan sociaal gebruikelijke belangstelling ! Vanwege Van Hecke ! Dat was een belediging die kon tellen. Maar Cantillon herpakte zich wondersnel en beet Goossens toe dat ze als professor wenste te spreken en niet als senator. En nog veel minder als senator van de CVP. En voegde er aan toe dat het grootste probleem van de sociale zekerheid is dat er in de Wetstraat nauwelijks iemand begrijpt waarover het gaat. En binnen de Christelijke Volkspartij al helemaal niemand.

Vervolgens veegde zij alle CVP-standpunten terzake onder tafel als zo al niet volledig verkeerd, dan toch totaal irrelevant. Cantillon pleitte voor de onmiddellijke privatisering van het hele stelsel. Tevens voor de afschaffing van het vrij-onderwijsnet en voor een paars kabinet : ?Kijk naar Nederland, vergelijk hun succes met het geknoei bij ons. Weet ge hoeveel faillissementen er vorig jaar zijn geweest ? Het is de schuld van het ziekenfonds en de vakbond dat onze sociale zekerheid failliet is. En van de frauduleuze ontduikingspraktijken van de middenstanders, in eerste instantie de christelijke.?

Aangezien De Grauwe al na twee minuten geen enkel liberaal argument meer kon bedenken dat nog niet door Cantillon was verdedigd, sprak hij zich dan maar uit voor het behoud van de kinderbijslag en het wettelijk pensioenstelsel. En tegen abortus en euthanasie.

IN OOSTERZELE ZAT er op datzelfde moment al een meer dan gemiddeld haar in de boter. Johan Van Hecke, die de dag betreurde waarop hij Goossens als presentator had binnengehaald, probeerde zo luchtig mogelijk om zich heen te kijken, maar vanuit Celie Van Hecke schoot het vuur door de kamer. ?Ach zo, kennis van het appelboek. Ach zo, Centrum voor sociaal beleid. Ach zo, ethische oppositie. Ach zo, de C van christelijk,? bracht de vrouw van de voorzitter haar artillerie in stelling. Waarna het een kwartiertje daverde en stormde en de inwoners van Oosterzele geloofden dat de Derde Wereldoorlog was uitgebroken.

Toen Van Hecke de volgende ochtend met een voorraad windels en zalfjes, en een steunverband voor een ontwrichte elleboog, de apotheek uitkwam, spookte er maar één vraag door zijn hoofd : hoe was Goossens dat te weten gekomen ? Want dat het correct was, van zijn oogje op Cantillon, zou hij uiteraard nooit openlijk toegeven maar in zichzelf kon hij het bezwaarlijk ontkennen. Wie was die goede vriend, die dat uitgerekend aan Goossens had verklapt ?

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content