Esohe Weyden

© National

Esohe Weyden (23) is masterstudent rechten en campusdichter van de UAntwerpen. Haar eerste bundel werd meteen genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs.

Een dichter verwacht je eerder aan de faculteit letterkunde dan bij rechten.

Esohe Weyden: Of in de faculteit wiskunde, want iemand vertelde me onlangs dat wiskundestudenten het vaakst naar een cultureel evenement gaan en het meest van alle studenten poëzie lezen. Maar ook voor een advocaat is taal erg belangrijk.

Waarom beschrijft u uw poëzie als spoken word?

Weyden: Omdat veel van mijn gedichten ook voorgedragen worden voor een publiek in een zaal.

Wat zijn de belangrijkste thema’s?

Weyden: Ik heb het over mijn twijfels, over tijd als concept en ook over vrij- of loskomen. Een lezer heeft me op dat laatste gewezen. Hij had in mijn eerste dichtbundel alle synoniemen daarvan geteld en dat waren er best veel. Ik was er zelf door verrast.

Bent u een slamdichter?

Weyden: Zo ben ik begonnen, maar ik ben er snel mee gestopt. Een slamdichter doet mee aan wedstrijden en is heel competitief. Je moet tijdens zo’n wedstrijd veel improviseren en daar ben ik niet zo goed in. Als ik schrijf is alles goed overdacht en moet ik veel schrappen en herschrijven. Een slamdichter gaat veel intuïtiever en impulsiever te werk.

Uw bundel Tussentaal was meteen goed voor een nominatie voor de belangrijke C. Buddingh’-prijs.

Weyden: Een enorm compliment en een vorm van erkenning, maar ik heb de prijs niet gewonnen. Dat had ik ook niet verwacht.

U wordt weleens ‘de Vlaamse Amanda Gorman’ genoemd.

Weyden: Ik vind die vergelijking vreselijk. Het is toch niet omdat we allebei jonge vrouwen zijn en poëzie voordragen, dat we hetzelfde zouden zijn?

Misschien wordt u zo genoemd omdat u ook optrad tijdens het defilé van de nationale feestdag. Sommigen vergelijken dat met hoe Amanda Gorman indruk maakte bij de eedaflegging van Joe Biden.

Weyden: Toch zijn de verschillen groter dan de gelijkenissen. Haar poëzie is totaal anders. Zij dicht vooral over grote maatschappelijke problemen, terwijl ik het eerder heb over persoonlijke zaken. Zij schrijft ook helemaal anders, maar ik bewonder haar wel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content