Bokser, lid van een motorbende, toegewijde moslim, radicale jihadist, spion voor de CIA en ten slotte dubbelspion: de Deen Morten Storm was het allemaal. Zijn onwaarschijnlijke levenswandel werd door twee gerenommeerde onderzoeksjournalisten uitgeplozen en opgetekend. Relaas van een zoektocht naar zingeving: ‘Hoe meer ik me engageerde in mijn religie, hoe meer mensen ik begon te haten.’

Negenendertig is Morten Storm intussen en hij is nog altijd op de dool. Al is hij wel een stuk wijzer geworden. Maar wat hij verder met zijn leven moet aanvangen, daarvan heeft hij geen idee. Zijn opmerkelijke verhaal staat in de schijnwerpers, zelf leeft hij ondergedoken in Engeland, op de vlucht voor de doodsbedreigingen van jihadstrijders, onder wie de Islamitische Staat.

De tumultueuze handel en wandel van de Deense Morten Storm begint bij zijn eerste gewapende overval, op zijn dertiende. Nadat hij vijf keer van school is gestuurd, geeft hij er op zijn zestiende voorgoed de brui aan. In het slaperige stadje Korsor hangt hij met een groep jongens rond op straat, begint te boksen, smokkelt sigaretten en misdraagt zich op den duur dusdanig dat hij achter de tralies belandt. Als hij vrijkomt, zoekt hij zijn heil bij de Bandidos, een gewelddadige motorbende die een oorlog uitvecht met de Hells Angels. Storm leeft in een roes van feesten, drugs, vrouwen en geweld. Tot hij een vriendin krijgt, en beseft dat ze niet bij hem zal blijven als hij zijn bandeloze bestaan voortzet.

Op zoek naar zinvollere bezigheden haalt hij op een dag een boek uit de bibliotheek over het leven van de profeet Mohammed. Hij is meteen gefascineerd. Een paar weken later – hij is dan 21 – bekeert hij zich tot de islam. In het begin is hij een gematigde moslim – hij viert zijn geloofsbelijdenis met veel bier – maar als hij op verdenking van betrokkenheid bij een bankoverval in voorarrest wordt genomen en in de gevangenis onder de indruk raakt van een andere moslim, besluit hij er helemaal voor te gaan. Via moslimvrienden komt hij in Engeland terecht. Een paar maanden later vertrekt hij naar een strenge Koranschool in Jemen en ontmoet er fundamentalisten als Zacarias Moussaoui, later bekend vanwege zijn betrokkenheid bij de aanslagen van 9/11, en Richard Reid, die in de nasleep van 9/11 een aanslag in een vliegtuig wilde plegen met een bom in zijn schoen.

Storm radicaliseert steeds verder: jihad voeren in Somalië wordt zijn ultieme doel. Maar net wanneer hij wil vertrekken, wordt het plan afgeblazen. Storm is 31, zijn wereld stort in elkaar. Tien jaar nadat hij zich tot de islam bekeerde, zweert hij zijn religie weer af. Hij stapt naar de PET, de Deense geheime dienst, en begint een nieuw leven als spion. Later werkt hij ook samen met de Britse MI5 en MI6 en de Amerikaanse CIA. Dankzij zijn aanwijzingen wordt in september 2011 Al-Qaedatopman Anwar Al-Awlaki in Jemen gedood door een Amerikaanse drone. Maar de beloofde vijf miljoen dollar beloning krijgt Storm niet, en dus besluit hij de inlichtingendiensten een loer te draaien. Hij neemt gesprekken op over geplande liquidaties en over zwijggeld. In 2012 stapt hij naar de Deense krant Jyllands Posten. Zijn onthullingen veroorzaken heel wat opschudding. Het hoofd van de Deense geheime dienst en de minister van Justitie moeten zelfs aftreden. Intussen staat Storm op de hitlist van zijn radicale vrienden. In 2013 duikt een filmpje op waarin Deense Syriëstrijders zijn foto met kogels doorzeven.

Vorig jaar verscheen Al Qaida Undercover, het boek dat Storm schreef samen met Paul Cruickshank, terrorisme-expert en analist voor CNN, en met Tim Listner, Midden-Oostenkenner en verslaggever bij de BBC en CNN. De filmrechten zijn inmiddels verkocht. Naar aanleiding van de aanslagen in Parijs en de terreurdreiging in België was Storm een dag in Brussel om zijn verhaal te vertellen.

MORTENSTORM: Het raakte me, toen ik hoorde dat een van de broers Kouachi, die de aanslag op Charlie Hebdo pleegden, op hetzelfde moment in Jemen verbleef als ik. Dat was in 2011. Ik kende de broers niet, maar hoogstwaarschijnlijk heeft Saïd contact gehad met Awlaki, bij wie ik zo vaak over de vloer kwam. Awlaki is door mijn aanwijzingen gedood, maar zijn naam blijft opduiken, als een geest die maar niet wil verdwijnen. Op jihadistenfora wordt hij nog steeds gehuldigd. Awlaki is niet de enige die via mijn inlichtingen is geliquideerd, maar we hebben ook kansen laten liggen. Hadden we in Jemen nog andere Al-Qaedatopmannen kunnen uitschakelen, dan was de aanslag in Parijs misschien nooit gebeurd. Die gedachte spookt voortdurend door mijn hoofd. Ik werk niet meer undercover en dat frustreert me. De enige manier waarop ik nog een bijdrage kan leveren aan de strijd tegen het terrorisme, is via mijn boek. Al zou ik graag meewerken aan de opsporing van terroristen.

Awlaki was een vriend van u, iemand met wie u veel tijd doorbracht, en u hebt hem verraden. Ook andere oude vrienden hebt u aan de galg gepraat.

STORM: Het nieuws over zijn dood kwam harder aan dan ik had verwacht. Ik voel me er nog altijd slecht over: door het besef dat ik vrienden heb verlinkt, lijd ik aan posttraumatische stress. Maar ik ben geen verrader. Toen ik bij de Bandidos zat, heb ik niemand verlinkt, ik ben juist heel loyaal. In Jemen ging het om terroristen, om kwaadaardige mensen. Awlaki was een heel gevaarlijke man, hij was het brein achter verschillende aanslagen in het Westen. Dat geldt ook voor alle anderen: ze wilden onschuldige burgers vermoorden, in naam van hun geloof. Als je hun ideologie aanhangt, zijn ze geweldig voor je. Maar ze doen het alleen voor Allah, ze geven nergens anders om.

In Denemarken noemen sommigen u zelfs een landverrader.

STORM: Dat ben ik ab-so-luut niet. Wie dat zegt, heeft geen idee waarover het gaat. Ze hebben makkelijk praten vanuit hun bubbel in Denemarken. Zij zijn niet voor vijf miljoen dollar opgelicht door hun werkgever, ze hebben een ziekteverzekering en de vakbond staat achter hen. Ik ben naar de pers gestapt omdat ik ervan overtuigd was dat de geheime diensten me zouden laten verdwijnen. Maar ik heb hen beschermd, ik heb hun namen niet genoemd, en op de foto’s in mijn boek zijn ze niet herkenbaar.

Eigenlijk ben ik een pacifist, ik haat geweld. Net daarom ben ik moslim geworden; ik zocht een uitweg voor het geweld in mijn leven, ik wilde een beter mens worden. Dat lukte me ook. Ik kon mezelf weer in de spiegel kijken en voelde me eindelijk gelukkig. Als moslim maak je deel uit van een grote familie, wereldwijd. Dat was fantastisch. Maar hoe meer ik me engageerde in mijn religie, hoe meer mensen ik begon te haten. Als salafist voelde ik me verheven boven de gewone mens. Wij waren beter dan andere moslims, beter dan iedereen die er andere gedachten op na hield. Daarom ben ik nu atheïst. Religies leren je dat alleen zij de waarheid in pacht hebben. De rest van de wereld heeft het mis en leeft met een valse waarheid. God haat hen, en als gelovige haat je hen ook. Op den duur voel je zelfs geen empathie meer.

Na 9/11 radicaliseerde u nog harder. Waarom?

STORM: Ik was een jonge gelovige en zag het Westen door de ogen van een radicale moslim. De manier waarop de westerse overheden omgingen met bepaalde moslimlanden en hun leiders, vond ik vreselijk. Ik raakte er steeds meer van overtuigd dat moslims alleen maar werden onderdrukt door het Westen. Na 9/11 meende het Westen, met name de CIA, zich alles te kunnen permitteren in de klopjacht op terroristen. Iedereen die er ook maar van verdacht werd banden te hebben met Al-Qaeda, werd opgesloten of gedood. Meestal ging het om onschuldige mensen. De oorlog in Irak in 2003 was gebaseerd op leugens, het Westen maakte zich schuldig aan oorlogsmisdaden, maar niemand werd berecht.

In het begin vroeg ik me nog af of terreuraanslagen zoals die van 9/11 te rechtvaardigen waren. Stond de islam dat toe? Maar ik kreeg snel antwoord, via een fatwa van een Saudische geestelijke. Die stelde dat het toegestaan was om burgers in een vreemd land te doden, als ze zich tussen de vijand bevonden. Op een bepaald moment werd het glashelder: je koos de kant van de Amerikanen of die van de terroristen. Bush was de strijd aangegaan met de islam, zei hij. Die uitspraak heeft veel jongens zoals ik over de streep gehaald. Daardoor koos ik de kant van de moedjahedien. Veel van mijn salafistische vrienden waren het niet met me eens. Terroristische aanslagen waren niet goed te praten volgens de Koran, zeiden ze. Maar ik wilde niet meer luisteren.

Het keerpunt kwam toen uw reis naar Somalië werd afgeblazen?

STORM: Vlak voor mijn vertrek werd ik gebeld. Onze Somalische strijdmakkers bleken niet opgewassen te zijn tegen de Ethiopische troepen die steeds meer terrein wonnen. Ik mocht niet meer gaan, het was te gevaarlijk geworden. De ontgoocheling was enorm. Ik had zo lang naar dat moment toegeleefd, in de overtuiging dat het de wil van Allah was. Het was voorbestemd, het was mijn lot, en plots ging dat niet door. Waarom liet Allah dat gebeuren? Ik begreep er niets meer van, de twijfel begon te knagen, en al gauw werd ik kwaad. Ik had tien jaar van mijn leven aan mijn geloof gewijd. Tien lange jaren! Voor wat? Op het internet begon ik te zoeken naar contradicties in de Koran. Dat bleken er heel wat te zijn. God kon de Koran nooit geschreven hebben, maar moest door doodgewone stervelingen zijn samengesteld, drong het tot me door. Daar stond ik dan. Ik staarde in een grote leegte, ik wist niet meer wat ik moest denken. Op een morgen ben ik gaan vissen, om weg te zijn van huis, en daar ben ik ontploft. Ik vervloekte Allah, ik voelde me bedrogen. Hoe had ik zo blind kunnen zijn? Vanaf dat moment was ik moslim af. Het was over.

U had ervoor kunnen kiezen om alles te laten voor wat het was. In plaats daarvan stapte u naar de Deense geheime dienst.

STORM: Ze hadden mij al eens benaderd, maar ik had ze afgewezen. Nu lagen de zaken anders. Ik moest iets doen tegen de terroristen, die ik eerder als mijn vrienden had beschouwd. Ik wilde wraak nemen omdat mijn geloof een dikke leugen bleek, ik verafschuwde Allah steeds meer. Bovendien was mijn vrouw moslim. Ik kon haar niet uitleggen wat er met me gebeurd was. Door undercover te gaan, kon ik mijn leven als moslim voortzetten, niemand zou er iets van merken.

U vond dat u recht had op de beloning van vijf miljoen dollar die de VS u voor Awlaki hadden beloofd. Waarom hebt u die niet gekregen?

STORM: Die deal ging via de Deense inlichtingendienst, ik heb nooit met de Amerikanen zelf over het geld gesproken. Toen Awlaki dood was, lieten de Denen me weten dat de Amerikanen me geen geld zouden geven omdat ze via een andere informatiebron hadden gewerkt. In eerste instantie geloofde ik hen. Tot ik de zaak begon uit te spitten en erachter kwam dat ze wel degelijk mijn bronnen hadden gebruikt. Ik was zo woedend dat ik tijdens een volgende afspraak met de Amerikanen het hele gesprek opnam met mijn iPhone. Het gesprek ging onder andere over de liquidatie van verschillende terroristen. Ooit kon ik dat tegen hen gebruiken, hoopte ik. Later begreep ik dat de CIA nooit zou toegeven dat ik ze naar Awlaki had geleid. Dat de Deense inlichtingendienst bij een liquidatie betrokken was, mocht niet uitkomen, want dat stond de Deense wet niet toe. En dus hielden de inlichtingendiensten elkaar de hand boven het hoofd. Ik stond nergens. Toch wilde ik mijn leven als undercoveragent niet opgeven, en dus besloot ik het als freelancer te proberen. Ik keerde terug naar Jemen en werkte opnieuw samen met de Deense inlichtingendienst. En weer liep het fout en verbraken ze hun beloftes. Ik was kwaad en bang voor mijn leven. Daarom klopte ik bij de media aan.

Was het allemaal de moeite waard? Nu leeft u ondergedoken op het Britse platteland, zonder werk, zonder perspectieven.

STORM: Ondanks de schuldgevoelens ben ik ook trots op wat ik heb gedaan. Mede door mijn inspanningen zijn verschillende aanslagen in het Westen voorkomen. Dus ja, het was de moeite waard. Wat er verder met mij gaat gebeuren, weet ik niet. Ik leef van dag tot dag. Mijn vrouw is van me gescheiden, maar mijn kinderen zie ik nog regelmatig. Osama, mijn zoon, wordt bijna dertien en beschouwt me als een held. Dat doet goed. In de gemeente waar ik woon, vinden ze het ook geweldig wat ik heb gedaan. Ze beschermen me, ze houden de boel mee in de gaten. De doodsbedreigingen neem ik ernstig, maar ik laat er mijn leven niet door beheersen. Dat gun ik die fundamentalisten niet.

Hoe brengt u uw dagen door?

STORM: Mijn leven is compleet leeg. Ik moet de gebeurtenissen in Jemen nog verwerken, en ik rouw ook om mijn scheiding. De enige zinvolle momenten zijn die met mijn kinderen. Intussen maak ik me zorgen om het snel groeiende radicalisme onder moslims. Er lopen zoveel angry young men rond. Het aantal aanslagen van eenzame wolven zal toenemen, niemand kan hen tegenhouden. Er is een oorlog aan de gang in Europa, maar we willen het nog niet inzien. Daarom pleit ik voor een veel hardere aanpak. Neem de nationaliteit af van teruggekeerde Syriëstrijders en iedereen die de radicale islam promoot, en stuur ze het land uit.

Zou u, als radicale moslim, zelf voor de IS hebben gekozen?

STORM: Natuurlijk. Het zou hetzelfde zijn als een voetballer die de kans krijgt om bij Manchester United te spelen. Als je ervoor gaat, kies dan de beste. Net daarom heeft de IS een grotere aantrekkingskracht op jongeren dan Al-Qaeda. Ooit zullen ze van hun voetstuk vallen. Maar zover zijn we helaas nog lang niet.

Morten Storm, Al Qaida Undercover, Uitgeverij Xander, 460 blz.

DOOR JOANIE DE RIJKE

‘Als je hun ideologie aanhangt, zijn de jihadisten geweldig voor je. Maar ze geven nergens anders om.’

‘Als salafist voelde ik me verheven boven de gewone mens.’

‘Neem de nationaliteit af van teruggekeerde Syriëstrijders en iedereen die de radicale islam promoot, en stuur ze het land uit.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content