Welke federale regering er ook komt, ze zal bijkomende financiële middelen moeten vinden. Op de onderhandelingstafel van de ‘Zweedse’ coalitiepartners N-VA, CD&V, Open VLD en MR – ligt onder meer een verhoging van de btw. Wat zou die de overheid opleveren? En wat zouden de gevolgen zijn voor uw portemonnee?

Je ziet het overal: de belastingen op arbeid dalen en de belastingen op consumptie stijgen. Alleen België blijft wat achter’, zegt Etienne de Callataÿ, hoofdeconoom bij Bank Degroof. ‘Twintig jaar geleden lag onze btw nog fors hoger dan het Europees gemiddelde, nu zitten we een beetje onder dat gemiddelde. Er is dus marge.’ De Callataÿ wordt genoemd als kandidaat-minister voor de MR – en hij zou daar niet afwijzend tegenover staan. Ook de gedoodverfde toekomstige premier, Kris Peeters (CD&V), en zijn partijgenoot en aftredend minister van Financiën Koen Geens zien ‘nog mogelijkheden bij de btw’. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat de volgende federale regering op de een of andere manier de btw zal verhogen.

De Belasting over de Toegevoegde Waarde (btw) werd in België ingevoerd in 1971: op alle producten en diensten die vervaardigd of verkocht worden, zou de overheid voortaan een belasting innen. Mooi principe, maar op het basistarief, dat vandaag 21 procent bedraagt, werden meteen uitzonderingen toegestaan. Voor levensnoodzakelijke producten, zoals voeding en geneesmiddelen, geldt een tarief van 6 procent. Een tussentarief van 12 procent is er onder meer voor voeding en niet-alcoholische dranken in restaurants (op alcoholische dranken betaal je 21 procent btw) en sociale huisvesting. En voor gedrukte kranten en weekbladen bestaat een nultarief. Naast die uitzonderingen op het basistarief geldt er voor bepaalde goederen en diensten een vrijstelling van btw. Zo betaal je bij de dokter of tandarts geen btw (bij je advocaat lange tijd ook niet, maar sinds begin dit jaar wel 21 procent).

Al die btw-heffingen leveren de federale staat 26,7 miljard euro op. Tel je daarbij nog de andere indirecte belastingen op, zoals de accijnzen op tabak, alcoholische dranken en benzine die goed zijn voor 6,8 miljard, dan kom je aan meer dan 30 miljard indirecte belastingen. Een mooi bedrag, als je weet dat de totale fiscale ontvangsten van de federale staat afgerond 100 miljard bedragen. De belastingen op inkomens zijn goed voor 55 miljard.

‘Btw en accijnzen zijn efficiënte belastingen’, zegt Piet Vandendriessche van fiscaal advieskantoor Deloitte. ‘Het zijn geruisloze belastingen: de consument beseft vaak niet dat hij 6, 12 of 21 procent betaalt als hij iets koopt. De inning kost de staat tijd noch geld, want de bedrijven zorgen voor de afhandeling, de overheid hoeft alleen te controleren of alles volgens de regels verloopt. Met een minimum aan inspanning wordt een maximum aan inkomsten bereikt.’ Interessant, zeker nu de federale regering meer dan ooit op zoek moet naar geld. Kan onze overheid meer geld halen uit btw, bijvoorbeeld door alle tarieven op te trekken? Of door op de producten die nu van een verlaagd tarief genieten een btw van 21 procent te heffen? Of zit er meer in een verhoging van de accijnzen en milieuheffingen? Vragen die de regeringsonderhandelaars zich vandaag zeker stellen.

Btw-tarieven optrekken?

Als het btw-tarief van 21 procent wordt verhoogd tot 22 procent, levert dat de schatkist iets meer dan 1 miljard euro op (zie infografiek: wat kost een btw-verhoging aan een gezin?). Worden alle tarieven met 1 procent opgetrokken, dan stijgen de fiscale ontvangsten zelfs met 1,76 miljard. Zo makkelijk kan het gaan. ‘En toch zou het geen goed idee zijn om gewoon de btw-tarieven te verhogen’, zegt Danny Stas, btw-specialist bij advocatenkantoor Laga. ‘De algemene belastingdruk is in België al zeer hoog en dan zouden we ook nog meer btw moeten betalen? Nee bedankt.’ Hij staat lang niet alleen met deze opwerping. Een hoger btw-tarief houdt risico’s in, zegt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom bij ING: ‘Als je de btw verhoogt, wordt het product duurder. België is een klein land en heeft heel wat buitenland: veel Belgen hoeven maar vijftig kilometer te rijden om over de grens goedkoper te winkelen. En als je de btw verhoogt voor de bouwsector bijvoorbeeld, is het gevaar groot dat het zwartwerk toeneemt. Dan loop je als overheid veel inkomsten mis.’

Vakbonden en werkgeversorganisaties staan huiverig tegenover een verhoging van het btw-tarief. Die tast de koopkracht aan en dat vinden ze geen goed nieuws voor de consumenten en de bedrijven. De bouwsector vreest dat door een btw-verhoging minder zal worden gebouwd en de werkgelegenheid in de sector zal afnemen. Zo’n btw-verhoging kan bovendien leiden tot een stijging van de loonkosten, want de producten worden duurder en omdat onze lonen gekoppeld zijn aan de index (de stijging van de levensduurte), stijgen ook de lonen. Zo worden onze bedrijven minder concurrerend en dat is slecht voor de werkgelegenheid. ‘Een stijging van het btw-tarief mag geen aanleiding geven tot het stijgen van onze lonen’, zegt De Callataÿ, ‘en dus moeten we de aanpassing van de lonen aan de stijging van de index een keer overslaan – als we de automatische loonindexering al willen behouden.’ De lonen niet aanpassen aan de index, laat staan de index zelf in twijfel trekken, is voor de vakbonden evenwel ondenkbaar.

Toch zien heel wat experts een btw-verhoging wel zitten als er aan één voorwaarde wordt voldaan: ‘Een verhoging van de btw-tarieven kan in ruil voor een daling van de belasting op arbeid’, zegt Stas, een standpunt dat door velen wordt gedeeld: ‘We zijn bijna wereldkampioen in het belasten van arbeid. Als we dat verminderen, dalen de loonkosten, worden onze bedrijven concurrerender en dat is goed voor de werkgelegenheid. En om dan het verlies aan inkomsten op te vangen, kan de overheid wel de btw-tarieven verhogen.’

Grote pleitbezorgers van zo’n verschuiving zijn de economen Koen Schoors en Gert Peersman (beide UGent). Zij willen de lasten op arbeid verminderen en vervangen door een evenredige verhoging van de btw. Peersman legt het uit aan de hand van een voorbeeld: ‘Voor een product dat 100 euro kost, verlaag je de loonkosten met 10 euro, en dat compenseer je door een verhoging van de btw met 10 euro. Het product kost dan nog steeds 100 euro, maar omdat je loonkosten gedaald zijn, kun je beter concurreren op de buitenlandse markt.’ Schoors vult aan: ‘Dat is gunstig voor het land én voor Jan Modaal. Als we de sociale lasten voor de lage lonen met 1,9 miljard verminderen en we verhogen alle btw-tarieven met 1,4 procent, kost dat de begroting niets en levert het volgens de Nationale Bank en het Planbureau onmiddellijk minstens 6400 banen op. En op de lange termijn zelfs 20.000 jobs, vooral voor laaggeschoolden.’

Vanden Houte tempert het enthousiasme over zo’n verschuiving van de belasting op arbeid naar btw: ‘Je zult snel de negatieve effecten zien: producten worden duurder, mensen zullen misschien minder kopen en het zwartwerk zal toenemen. Dat is niet goed voor onze economie. Een daling van de loonkosten verhoogt zeker de concurrentiekracht van onze bedrijven, maar nieuwe markten verover je niet van vandaag op morgen. De positieve gevolgen voor de werkgelegenheid zullen dan ook meer tijd vragen.’

Verlaagde tarieven afschaffen?

‘In België vaardigen we een regel uit en vervolgens formuleren we een hele reeks uitzonderingen zodat niemand meer weet hoe het precies in elkaar zit’, zegt Stas. ‘Dat geldt ook voor de btw: sommige producten genieten een verminderd tarief of een vrijstelling waarbij je je kunt afvragen waarom dat zo is.’ Vandendriessche is het daarmee eens: ‘We kennen in ons land heel wat vrijstellingen en verlaagde tarieven in vergelijking met andere Europese landen. En het is niet altijd duidelijk waarom. Waarom wordt boter belast tegen 6 procent en margarine tegen 12 procent? Weet u dat de circulaire die frituuruitbaters uitlegt welk tarief ze op welk item moeten heffen acht bladzijden telt?’ Daarom ook houden zo veel advocaten zich bezig met de btw: het is een jungle waarin niemand nog zijn weg vindt (zie infografiek 2: het doolhof van de btw-tarieven).

‘Het btw-stelsel in België is weinig efficiënt’, verklaarde Bert Brys, belastingexpert bij de OESO, eind vorig jaar in een hoorzitting in de Kamer. ‘In België wordt maar 48 procent van de consumptie belast, dus meer dan de helft ontsnapt op een of andere manier. Je zou kunnen zeggen dat het effectieve btw-tarief niet 21 maar 10 procent is door de vele vrijstellingen en verlaagde tarieven.’ Koen Geens en Kris Peeters hebben dat goed in hun oren geknoopt: ‘Als de opbrengsten uit btw in ons land op het EU-gemiddelde zouden liggen, zou dat 4,5 miljard kunnen opleveren. Dat is voldoende om de arbeidslasten met ruim 2 procent te verlagen’, aldus Geens.

De verlaagde tarieven van 6 en 12 procent worden vaak verdedigd als een sociale maatregel: de levensnoodzakelijke producten, zoals voeding, hebben een laag btw-tarief en dat is vooral belangrijk voor de mensen met minder geld. Veel experts plaatsen daar vraagtekens bij. De Callataÿ: ‘Het klopt dat de armen procentueel meer van hun geld uitgeven aan voeding dan bijvoorbeeld Albert Frère, de rijkste Belg. Maar Frère koopt zijn brood ook tegen 6 procent. Frère kan zelfs bij de beste patissier van het land de lekkerste taarten kopen tegen 6 procent. Is dat sociaal rechtvaardig? En is het normaal dat je maar 6 procent btw betaalt in een delicatessenzaak, maar voor eenvoudige kleding bij Zeeman 21 procent btw? Als je echt iets wilt doen voor de armen kun je beter hun uitkeringen verhogen, zo neemt hun koopkracht toe.’ Voor De Callataÿ is het duidelijk: ‘Natuurlijk moeten die verlaagde tarieven en vrijstellingen worden bekeken.’

Vandendriessche: ‘Bepaalde vrijstellingen afschaffen of de tarieven 6 en 12 procent tot één verlaagd tarief van 10 procent samensmelten zou ik zinvoller vinden dan een verhoging van alle tarieven met 1 procent.’ Stas: ‘Het voordeel van zo’n algemene tariefverhoging is dat iedereen dan een beetje pijn lijdt. Als je bepaalde producten of diensten naar een hoger tarief overplaatst, komen de betreffende lobbygroepen in opstand. Hef je morgen ook btw op een doktersvisite, kun je er donder op zeggen dat de artsen in opstand komen. Zo’n specifieke btw-verhoging vergt dus veel meer politieke moed dan een algemene btw-verhoging.’

Ine Lejeune, experte directe belastingen bij advocatenkantoor Lawsquare, pleit voor een fundamentele bezinning over het gehele btw-systeem: ‘Je moet overwegen om die lage tarieven van 6 en 12 procent gewoon af te schaffen. Belast alles tegen één tarief, zoals nu al in Nieuw-Zeeland gebeurt. Dat zou een enorme vereenvoudiging betekenen voor iedereen en heel wat discussies voorkomen. Je hoort me niet zeggen dat we dan op alles 21 procent btw moeten heffen, misschien moet dat wat zakken. Je kunt het tarief zo bepalen dat de btw-opbrengsten groter zijn dan vandaag en dat verschil gebruiken om de belasting op arbeid te verminderen. Dat zou toch schitterend zijn? De vraag is: willen onze politici zo fundamenteel nadenken?’

Accijnzen en milieuheffingen omhoog?

Als een regering geld zoekt, komen al gauw de accijnzen op tabak, alcohol en benzine en de milieuheffingen in het vizier. ‘Die verhogen is makkelijk aan de bevolking te verkopen’, zegt Vanden Houte. ‘De regering zegt immers dat ze dat doet omdat ze zo veel belang hecht aan onze gezondheid, al levert het natuurlijk ook inkomsten op.’

‘De accijnzen op de tabaksproducten kunnen ongetwijfeld worden opgetrokken’, meent De Callataÿ. ‘Roltabak bijvoorbeeld is bij ons spotgoedkoop. De Britse truckers die naar huis terugkeren, nemen massaal veel roltabak mee omdat die in Groot-Brittannië veel duurder is. Eigenlijk voeren we zo een fiscaal beleid dat niet meer te verantwoorden is: we innen met de glimlach de accijnzen op roltabak, maar Groot-Brittannië zit met de gezondheidskosten als gevolg van het schadelijke roken en moet die financieren met zijn belastingen. Eigenlijk leven we op die manier op de kap van onze buurlanden.’

‘België is een kampioen in het heffen van belastingen op arbeid’, zegt De Callataÿ nog, ‘en dat is niet goed. Tegelijkertijd horen we bij de landen die het minst belastingen heffen op vervuiling. Op beide kunnen we niet trots zijn.’ Hij begrijpt, net als de meeste experts, dan ook niet dat de regering-Di Rupo onlangs besliste om de btw op elektriciteit te verlagen van 21 naar 6 procent: ‘Dat was een slecht signaal: je moedigt de mensen aan om meer energie te verbruiken. Dat kan toch niet meer de dag van vandaag?’ Vanden Houte: ‘Die verlaging was gewoon absurd. De nieuwe regering zou ze best terugdraaien.’

‘België scoort in Europa heel laag met de belastingen op energie en transport, benzine en diesel’, verduidelijkt Bert Brys (Oeso). Daar zijn dus accijnsverhogingen mogelijk, al wijst Vandendriessche erop dat een verhoging van de accijnzen op diesel zonder twijfel een reactie zal uitlokken van de transport- en taxisector. Op aardgas en stookolie kunnen ook meer accijnzen worden geheven, maar de werkgeversorganisaties zullen daar niet gelukkig mee zijn, want de bedrijven hebben al een hoge energiefactuur omdat de elektriciteit duurder is dan in het buitenland. Het gevaar dreigt dat men zowel voor diesel als voor aardgas en stookolie systemen zal bedenken waardoor de bedrijven minder worden getroffen, en vooral de huishoudens de accijnsverhogingen zullen mogen ophoesten.

Natuurlijk zijn er nog nieuwe milieubelastingen te bedenken, zoals de overheid in het verleden al met een heffing op verpakkingen, op wegwerpscheermesjes en op vervuilende bedrijfswagens is gekomen. ‘Ach,’ zegt Vandendriessche, ‘dat is best te verdedigen als de overheid het gedrag van mensen en ondernemingen wil sturen. Natuurlijk is het goed als we door de verhoging van de accijnzen of milieuheffingen minder alcohol gaan drinken, minder roken, minder autorijden, spaarzamer omgaan met energie. Maar de opbrengsten van zulke verhogingen zijn al bij al gering en als de mensen hun gedrag echt wijzigen, dalen ze op termijn ook weer. De mirakeloplossing voor meer fiscale ontvangsten is het zeker niet.’

Slotsom

Over welke richting de Belgische fiscaliteit uit moet gaan, heeft de Europese Commissie begin van de zomer duidelijk advies gegeven: de lasten op arbeid moeten dalen, er moet gesnoeid worden in de vele uitzonderingstarieven voor btw, de vervuilende bedrijfswagens moeten zwaarder worden belast. Die maatregelen moeten deel uitmaken van een ‘grootschalige belastinghervorming’, waarbij de achterpoortjes worden gesloten en het systeem eenvoudiger en transparanter wordt. Ook de OESO stelt een verdere verschuiving van de directe belastingen naar de btw voor als een oplossing om de nationale begrotingstekorten te verkleinen en de werkgelegenheidsgraad te verhogen.

Of een nieuwe federale regering voor zo’n globale belastinghervorming gaat, dan wel hier en daar wat zal sleutelen aan btw-tarieven en accijnzen, is nog koffiedik kijken. En of ons dat meer geld zal kosten, is bang afwachten. Professor Peersman verwoordt de angst van velen: ‘Ik vrees dat de regering de btw en accijnzen zal verhogen alleen maar om meer geld in het laadje te krijgen, zodat ze minder hoeft te besparen. Dat zou neerkomen op een platte belastingverhoging, met louter negatieve gevolgen.’ De Callataÿ besluit: ‘De overheid mag de middelen die ze met een btw- en accijnsverhoging binnenhaalt niet verspillen. Ze moet ze gebruiken om andere belastingen te verlagen en om slimme investeringen te doen.’ Benieuwd wat er aan de onderhandeltafel wordt beslist.

DOOR EWALD PIRONET, ILLUSTRATIES OH SNAP GRFX

‘Als de opbrengsten uit btw in ons land op het EU-gemiddelde zouden liggen, zou dat 4,5 miljard kunnen opleveren.

Veel Belgen hoeven maar vijftig kilometer te rijden om over de grens goedkoper te winkelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content