Geboren op 2 november 1971 in Gent. Chirurg in opleiding.

‘Ik ben waarschijnlijk de enige in jullie rijtje van dertigjarigen die nog moet beginnen met solliciteren’, zegt Emmanuel Lagae. Zeven jaar studeren, en dan nog eens zes jaar onder direct toezicht van een stagemeester werken. Hij heeft het er allemaal voor over. De volgende dertig jaar van zijn leven zullen waarschijnlijk worden getekend door zijn patiënten, de afgelopen dertig jaar door iets veel persoonlijkers. ‘Vorig jaar is mijn vader overleden. Zo’n gebeurtenis laat diepe wonden na. Zijn dood beïnvloedt mijn leven dagelijks.’

Na de middelbare school op een jezuïetencollege waren er in zijn ogen maar twee mogelijkheden: landbouwingenieur of arts worden. En eigenlijk lag dat laatste voor de hand. Hij heeft iets met dokters – zijn eigen vrouw is er één. Maar het gaat verder terug dan dat. Zo had hij als kleine jongen geen greintje angst voor de dokter, want dat was gewoon zijn oom of grootvader. Hij werd al snel door het beroep gefascineerd. ‘Ik vond het fantastisch dat een arts mensen écht kan helpen. Dat is ook het voordeel van chirurgie. Je hebt vaak onmiddellijk resultaat. Een patiënt heeft bijvoorbeeld veel pijn door een appendicitis, je opereert hem en de pijn is meteen veel minder.’

Van alle idealen waarmee hij aan de studie geneeskunde begon, zijn er onderweg heel wat gesneuveld. Zo had hij de relatie tussen een arts en zijn patiënten anders ingeschat. ‘De geneesheer is in de loop der jaren van een halve god tot de schietschijf geëvolueerd. Dat heeft met het luxesysteem van de geneeskunde te maken. Wat je ook hebt, er is altijd wel iemand die je wil behandelen. En dat systeem wordt door sommigen misbruikt.’ Patiënten zijn veel mondiger geworden. Volgens Emmanuel Lagae wordt de grens tussen mondigheid en arrogantie echter vaak overschreden. ‘Dat fenomeen zie je ook in het verkeer, bij de bakker of bij de slager. Veel mensen worden snel onbeleefd en zelfs agressief. Ik kan dat maar niet begrijpen. Mensen – en dus ook patiënten – praten altijd over hun rechten en lijken te vergeten dat ze ook plichten hebben. Omgekeerd vergeet men vaak dat een arts ook réchten heeft. Om dezelfde reden erger ik me ook aan veel betogingen. Akkoord, mensen hebben het recht om te betogen, maar ze hebben ook de plicht om te werken.’

Door die toegenomen mondigheid stappen velen ook sneller naar een arts of rennen ze met de kleinste pijn naar de spoedafdeling. Daardoor moeten artsen zich tegenwoordig ook met veel minder acute zaken bezighouden. Bovendien krijgen ze met een toenemende berg papierwerk te maken. ‘Er worden telkens nieuwe eisen aan artsen gesteld. We moeten steeds meer diploma’s behalen, terwijl ons vakgebied scherper wordt afgelijnd. De druk wordt alsmaar groter. Maar de echt zieke patiënt is altijd dankbaar en waardeert het werk van de arts. Zij zijn het die me voldoening geven. Ik hou heel veel van mijn vak. En de artsen met wie ik tot nu toe heb samengewerkt, beoefenen de geneeskunde op een heel deskundige wijze. Het is mijn ambitie om op dezelfde manier te werken. De kwaliteit van de gezondheidszorg in Vlaanderen is echt van een heel hoog niveau.’

Hij begrijpt niet hoe mensen zich met ‘prullen’ kunnen bezighouden. ‘De Happart-kwestie bijvoorbeeld. Hoe kan iemand nu over taal discussiëren? Als je een taal kunt bijleren, doe je dat toch gewoon?’ Het is waarschijnlijk door zulke items dat het journaal soms niet helemaal tot hem doordringt. ‘Iets als de aardbeving in El Salvador grijpt me natuurlijk wel aan, dat kan niet anders. Kijk, de geneeskunde kan meer en meer. Maar soms worden we met onze neus op het feit gedrukt dat de natuur toch sterker is.’ De geneeskunde kan niet alles, maar ze wordt steeds ingewikkelder en daardoor ook boeiender, vindt hij. ‘In de genetica ligt bijvoorbeeld een grote uitdaging. Natuurlijk schuilen daar gevaren in. Mensen zijn vaak bang voor een soort James Bond-scenario waarbij een fantastische ontdekking in de handen van de verkeerde terechtkomt. Maar gentherapie geeft ons tegelijkertijd ook de hoop dat we kankers zullen kunnen genezen of toch stabiliseren. We zijn bang omdat we de gevolgen niet kennen, maar dat mag geen rem zijn om verder te zoeken.’

A.P.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content