België staat op de vierde plaats in een wereldranglijst van landen die octrooien vragen op genetisch materiaal. Maar de discussie over wie rechten kan claimen op genen van dieren en planten wordt steeds ingewikkelder.
Het was een mooi verhaal. Bijna te mooi om waar te zijn. Het Intellectuele Rechten Tribunaal van de Verenigde Naties had besloten dat de inheemse bevolking van Zuid-Amerika recht heeft op 1 procent van de winst uit de wereldwijde verkoop van aardappelen, als erkenning van het feit dat het gebruik van aardappelen als gewas een gevolg was van inheemse kennis. Ongeveer 5000 jaar geleden zouden indianen in wat nu Peru is, begonnen zijn met het telen van aardappelen. Hun nazaten zouden na de uitspraak van het Tribunaal jaarlijks ongeveer 200 miljoen euro aan royalty’s krijgen.
De uitspraak had grote gevolgen kunnen hebben. Wetenschappelijk onderzoek toonde onomstotelijk aan dat rijst als voedingsgewas volledig ontwikkeld is in wat nu China is, zo’n 8000 jaar geleden. De Indiërs, die claimen dat ze samen met de Chinezen de mogelijkheden van rijst als voedingsgewas hebben uitgebouwd, zouden pas 4000 jaar later met eigen rijstkweek begonnen zijn. Zij zouden echter wel rechten kunnen claimen op alles wat met de kweek van kippen te maken heeft, want volgens de overlevering zou de kip haar intrede als huisdier in de mensenwereld gemaakt hebben doordat Indiërs 5000 jaar geleden het wilde bankivahoen gingen gebruiken voor hanengevechten. Alles wat later met domesticatie van kippen te maken had, vond daarin zijn oorsprong.
Maar het aardappelenverhaal was te mooi om waar te zijn. Het was op 1 april verspreid door de ngo Survival International, die het lot van inheemse volkeren overal ter wereld behartigt. ‘Ik had nog nooit van dat VN- tribunaal gehoord’, zegt Hannes Iserentant van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, ‘uitvindingsanalist’ van het VIB en verantwoordelijk voor de octrooiproblematiek aan het instituut. ‘Toen ik de datum zag, vreesde ik al dat het een nepbericht was. Maar het is wel goed gevonden, want het illustreert perfect de problematiek rond rechten van ontwikkelingslanden op genetische rijkdommen. Als je een geneeskrachtige plant uit het Amazonegebied haalt en ontwikkelt, zouden inkomsten daaruit deels moeten terugvloeien naar de lokale gemeenschappen. Het protocol over ‘ access and benefit sharing‘ dat de VN daarover heeft opgesteld, moet wel nog ondertekend worden.’
Wel correct was de informatie in een persbericht van 22 april, dat stipuleerde dat de Breeders Trust, die zeven grote Europese aardappelkweekbedrijven verenigt, vijf willekeurige Belgische boeren en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) voor de rechter daagt omdat ons land op grote schaal rechten op de door de Trust gekweekte aardappelvarianten zou ontduiken. De bedrijven in kwestie ontwikkelen aardappelen die meer opbrengen dan andere variëteiten, en kunnen daarop 30 jaar lang rechten heffen. Ze zouden naar eigen zeggen in België miljoenen euro’s aan rechten mislopen. De Boerenbond had het ter zake over ‘een klopjacht’.
‘Aardappelen kunnen onder het kwekersrecht vallen,’ bevestigt Iserentant, ‘maar er kan geen octrooi op genomen worden, net zo min als op andere gekweekte plantenvariëteiten of dierenrassen die verkregen zijn door puur biologische processen, met uitzondering van bepaalde genetische ingrepen. Dat de Belgische boeren hier zouden moeten betalen, is een gevolg van dat kwekersrecht. Ze hebben in principe de keuze om niet van die speciale aardappelen te planten. In zekere zin is niet betalen voor het gebruik van speciaal gekweekte aard- appelen hetzelfde als illegaal muziek downloaden: een inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten.’
Exorbitante prijzen
Een hamvraag in deze context is of bedrijven een monopoliepositie kunnen creëren om eventueel exorbitante prijzen voor hun producten te kunnen vragen. Een mogelijkheid die zwaar weegt op de discussies over eventuele rechten op genetisch materiaal. Het Amerikaanse bedrijf Myriad Genetics heeft veel kwaad bloed gezet met zijn houding ten opzichte van de genetische tests voor het opsporen van bepaalde vormen van borstkanker die het ontwikkelde. ‘Het is een klassiek voorbeeld van een partij die haar octrooien op een erg agressieve manier te gelde probeert te maken’, zegt Iserentant. ‘In plaats van de tests in licentie te geven of kits aan te bieden voor een redelijke prijs, verplichtte het bedrijf alle geïnteresseerden de te analyseren stalen naar zijn laboratoria te sturen, waar ze voor veel geld gescreend werden. Dat was vragen om moeilijkheden.’
Vorige lente besliste een Amerikaanse rechtbank dat zeven octrooien van Myriad Genetics werden opgeheven, met als voornaamste argument dat ze gewoon op een ‘product uit de natuur’ (in casu een gen) gebaseerd zijn. Dat was een schok, omdat de Verenigde Staten traditioneel relatief gemakkelijk octrooien op genen toestonden. Waarnemers verwachtten dan ook dat de beslissing overruled zou worden, al was het maar om de leidinggevende positie van de Amerikaanse biotechnologie-industrie te vrijwaren, maar dat was niet het geval, integendeel. Want in de herfst mengde het departement Justitie van de VS zich in het debat door te stellen dat het eenvoudig identificeren van een belangrijke DNA-sequentie in een genoom niet volstaat om een octrooi te verantwoorden. Het wetenschappelijke topvakblad Nature vatte de beslissing in één zin samen: ‘Het gezond verstand zegt dat een product van de natuur niet vanzelf in een menselijke uitvinding verandert doordat het uit een lichaam geïsoleerd wordt.’
De zaak wordt momenteel behandeld in hoger beroep, maar in afwachting van een definitieve uitspraak is de toelaatbaarheid van octrooien op genen in de VS onzeker.
‘In octrooitermen is het typisch toegelaten om bescherming te vragen op DNA als het niet als dusdanig in de natuur voorkomt – want anders is het een ontdekking en geen uitvinding – en als het industrieel toepasbaar is’, licht expert Iserentant van het VIB toe. ‘De tweede vereiste wil zeggen dat je geen sequentie kunt octrooieren als je niet weet wat ze doet. Dat is het criterium van het “gen plus functie”: je moet geloofwaardig kunnen aantonen dat je weet wat je gen doet, en dat je er een praktisch nut aan kunt koppelen. Op het vlak van de eerste vereiste werd geïsoleerd DNA tot nu toe beschouwd als niet-natuurlijk voorkomend.’
De Europese regelgeving is een stuk strenger dan de Amerikaanse. Vorige zomer nam het Europees Hof in Luxemburg een baanbrekende beslissing inzake een octrooi van de Amerikaanse zaadgigant Monsanto op genen die soja resistent maken tegen de voornaamste onkruidverdelger die Monsanto zelf produceert (Roundup), zodat boeren vrolijk kunnen sproeien zonder het gewas zelf te beschadigen. Argentinië, een belangrijke sojaproducent, heeft altijd geweigerd dat octrooi te erkennen, en Monsanto wil Europese bedrijven nu vervolgen die Argentijns sojameel invoeren, omdat het DNA bevat waarop het bedrijf hier wel een octrooi heeft. Maar het Hof oordeelde dat het DNA in sojameel niet langer de onkruidbestendige functie vervult die in de plant zelf van toepassing is, zodat het octrooi niet kan worden gehonoreerd.
Onlangs maakte een groep wetenschappers zich in Nature zorgen om de kwestie dat het Europees Hof zich ‘op morele gronden’ zou uitspreken tégen octrooien op embryonale stamcellen als basis voor nieuwe behandelingen van ziektes. Het Hof zou oordelen dat het immoreel is menselijke embryo’s te gebruiken voor industriële en commerciële doeleinden – een definitieve uitspraak zou binnenkort volgen. Zo’n ban zou het voor de biotechnologische industrie moeilijker maken om de grote kosten te recupereren die met de ontwikkeling van geneesmiddelen gepaard gaan, wat landen met minder schroom ter zake, zoals China en Japan, een voorsprong zou geven. Een woordvoerder van de biotechindustrie verwoordde het voorts als volgt: ‘Er is ook een ethische noodzaak om ziektes te bestrijden, en die lijkt in dit debat verloren te zijn gegaan.’
Rechten op mensen
In het debat ontwikkelt zich een vreemde paradox: je kunt als land wel rechten claimen op dieren en planten die zich toevallig op je territorium bevinden, maar je kunt als individu geen rechten claimen op een genetische variant die je toevallig in je lichaam hebt. ‘Delen van het menselijk lichaam kunnen volgens de Europese conventie sowieso niet onder octrooi genomen worden’, legt Iserentant uit. ‘Maar een geïsoleerde DNA-sequentie die identiek is aan een menselijke genvariant kan wel geoctrooieerd worden, op voorwaarde dat je er een gebruik voor hebt, bijvoorbeeld in genetische therapie of als diagnose voor de gevoeligheid voor kanker.’
Iserentant benadrukt ook dat rechten die landen claimen op organismen geen octrooirechten zijn maar eigendomsrechten: ‘Dat is vergelijkbaar met het claimen van gas- of olievoorraden. Maar het kan natuurlijk wel ingewikkeld worden. Iedere natuurlijke rechtspersoon kan een octrooi aanvragen op specifieke geïsoleerde DNA-sequenties als daar een praktisch gebruik aan gekoppeld wordt. Ik kan dus een octrooi aanvragen op een gen dat ik geïsoleerd heb uit een plant die normaal voorkomt in de Sahara, of uit een bacterie uit een warmwaterbron in IJsland. Maar als IJsland of een land uit de Sahara claimt dat ik de bacterie of de plant onrechtmatig in mijn bezit heb gekregen, zitten we met een geval van diefstal. Wat de mens betreft, moeten we hier wel een belangrijk onderscheid maken, namelijk dat een land zijn onderdanen gelukkig niet als zijn eigendom kan beschouwen.’
Het wetenschappelijke topvakblad Science publiceerde onlangs een opvallende tabel bij een artikel over octrooien in de context van mariene biodiversiteit (meestal gaat het om genen uit wezentjes die in de oceaan leven). De tabel gaf een opsomming per land van het aantal aanvragen van octrooien op DNA-sequenties van mariene organismen, mensen en gewassen. Opvallend: België prijkt met in totaal 184 aanvragen op plaats 4 in de rangschikking, na de Verenigde Staten (796), Duitsland (581) en Japan (338), maar voor onder meer het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Qua menselijke sequenties werden in de tabel slechts 500 willekeurig gekozen aanvragen uit een pakket van meer dan 11.000 claims geanalyseerd, waardoor de absolute aantallen niet correct zijn, enkel de verhoudingen tussen de verschillende landen.
De hoge positie van ons kleine land is opvallend. ‘Maar de tabel toont vooral welke landen actief aan biotechnologie doen, en het is geen nieuws dat wij daarin goed scoren’, zegt Iserentant. ‘Wij zijn dus niet bezig massaal genen te octrooieren, maar we hebben wel een bloeiende biotechnologiesector. De tabel illustreert ook dat zelfs in topvakbladen onduidelijkheid heerst over de problematiek rond octrooien. Het gaat hier over aanvragen, niet over toegekende octrooien, en in veel aanvragen worden DNA-sequenties vermeld zonder dat ze geclaimd worden. De belangrijkste functie van het artikel lijkt me te waarschuwen voor het gevaar van monopolievorming door middel van octrooien.’
Het is uitermate ingewikkeld om af te leiden waarvoor Belgische instellingen een octrooi aanvragen. Er worden voor ons land zeventien aanvragen rond mariene organismen vermeld, maar die kunnen betrekking hebben op technieken waarvoor, bijvoorbeeld, een groen fluorescerend proteïne uit een kwallensoort gebruikt wordt. De meeste claims voor ons land hebben betrekking op het verbeteren van rijst en maïs. ‘Ik zou erop durven te gokken dat hier veel aanvragen bij zijn van de biotechbedrijven Devgen en Cropdesign/ BASF, dus spin-offs van het VIB’, zegt Iserentant voorzichtig.
Hij is even voorzichtig als het gaat om het ramen van wat zo’n octrooi kan opbrengen: ‘Wat brengt een loterijbiljet op? Algemeen geldt dat de meeste octrooien geld kosten. Octrooiprosecutie is erg duur, en octrooien worden niet noodzakelijk aangevraagd om geld op te brengen, soms gebeurt het louter uit tactische overwegingen. Maar dat betekent zeker niet dat ze waardeloos zijn, je kijkt alleen beter naar de waarde van de totale octrooiportfolio van een bedrijf dan naar die van afzonderlijke octrooien. Tenslotte heeft BASF Cropdesign ook gekocht vanwege de waarde van de intellectuele eigendom – en zo’n overname is niet gratis.’
Iserentant meent dat toegepaste genetica niet noodzakelijk peperduur zal worden als er voor alles wat er komt rechten inzake zowel DNA als gebruikte technieken betaald moeten worden: ‘Alles hangt af van de voorwaarden van commercialisatie. De polymerasekettingreactie (PCR) die een sleutelrol in genetische analyses speelt, was een geoctrooieerde techniek, maar is een ongelooflijk succes geworden. Denk ook eens aan een analogie buiten de biotech: op een gemiddelde gsm zijn zeker honderd octrooien van toepassing, maar dat wil niet zeggen dat niemand nog een gsm kan kopen. De zaken worden alleen problematisch als een partij zijn octrooi op onredelijke wijze te gelde probeert te maken.’
DOOR DIRK DRAULANS
Het zou immoreel zijn menselijke embryo’s te gebruiken voor commerciële doeleinden, maar wat met de ethische noodzaak om ziektes te genezen?
Een land kan gelukkig geen eigendomsrechten claimen op zijn onderdanen, wel op planten die op zijn grondgebied gevonden worden.