Een mooie Schubert en een pak piano-miniaturen van grote komponisten.

Wonderlijk hoe Schuberts muziek je telkens weer naar een hemel van muzikaal genot voert. Ze zeggen dat het komt omdat het “Lied” zijn geheim is, overal en altijd. Ook zijn vioolsonates zitten zo vol zingende melodieën dat je ze eerder duetten dan duo’s zou willen noemen.

Bij Opus 111 is een cd verschenen met de sonaten D 574 in A, D 384 in D, D 385 in a en D 408 in g, alle daterend uit 1816-17. De vertolkers zijn Fabio Biondi, viool, en Olga Tverskaya, pianoforte (een Conrad Graf van ca 1820, echt een instrument uit Schuberts tijd). In zekere zin mogen we hun benadering “autentiek” noemen. Naast de vaak snelle tempi en frazeringen, valt de helderheid van de partituur en de balans tussen de beide instrumenten op. Vooral de pianoforte draagt bij tot transparantie en evenwicht. Het is heel verrassend om deze sonates zo te ontdekken. Erg boeiend, vind ik.

Iets heel anders nu. Zowat alle kinderen die week na week dapper naar de muziekschool stappen om de moeilijke kunst van het pianospel te leren, krijgen dezelfde stukjes voorgeschoteld. Daar zitten heel wat saaie bij een goede leraar slaat die over , maar ook ware juweeltjes, prettig om te leren en pedagogisch onmisbaar. Op het label René Gailly (RG) is er een cd met een keuze van 52 stuks uit dat beginrepertoire.

“Piano Miniatures by

Great Composers” heet de cd. Bach zit er bij met onder meer vijf “kleine preludia”, en zwierige menuetten van Mozart. Zelfs twee niet saaie “Etudes” van Czerny. Dan natuurlijk Schumann met “Wilder Reiter” en zo. Voorts het toffe “Le petit nègre” van Debussy, de eerste “Gymnopédie” van Sati, kleinodiën van Bartok, Prokofiev en Kabalevsky (die al wat moeilijker zijn), Absil, Durlet, Cabus en Sjostakovitsj. Heel fijn ook is het stukje uit “Black and White” van Frederik De Vreese, een pianoboek dat ik alle klavierleraars van harte aanbeveel.

De vertolker van deze miniaturen is Walter Vleminckx, die dat heel verantwoord doet, eenvoudig en zonder extravagante toestanden. Geen enkel kind zal in paniek raken en zeggen “ja maar zo zal ik het nooit kunnen ! ” Je hoort hoe mooi die stukjes eigenlijk zijn. Ik herinner me dat vele ervan mij vroeger nooit verveelden. En nog altijd denk ik dat iets wat ècht mooi is dat geldt ook voor grote komposities inderdaad ook nooit verveelt, zelfs niet na honderd keer spelen of beluisteren. Misschien is dat wel een zijdelingse definitie of een simpele omschrijving van Ware Kunst. De cd zal menigeen plezier doen : piano lerende kinderen zeker, maar ook volwassenen, al was het maar als een zoete herinnering.

Fons De Haas

“Schubert”, Biondi/Tverskaya, Opus 111 OPS 30-77.

“Piano Miniatures”, Walter Vleminckx, RG cd 87 101.

Franz Schubert : overal is het “Lied” aanwezig.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content