Theaterschrijver Edward Albee regisseert zijn eigen stuk “The zoo story” en Earl Douglas Mitchells “Old friends”.

Sinds hij wereldberoemd werd met Wie is bang voor Virginia Woolf, gaat Edward Albee (71) zeer zorgvuldig na wat er met zijn werk gebeurt. Wat geschreven staat, is onaantastbaar. Veranderingen aanbrengen is ontoelaatbaar. Een regisseur kan op andere manieren creatief zijn, meent Albee. Zelf zou hij ook nooit schrappen of personages omwisselen. Als je als regisseur niet kan akkoord gaan met wat de auteur bedoelt, geef het stuk dan liever terug.

Met de regie van zijn eigen stuk The zoo story en van Old friends van zijn leerling Earl Douglas Mitchell, bewijst Albee dat hij het theatermaken in al zijn aspecten beheerst. Hij is op uitnodiging van theaterproducent Gislebert Thierens naar Amsterdam gekomen om er de freelance-acteurs Victor Löw en Leslie de Gruyter te regisseren. Het merkwaardige resultaat is op 7 en 8 december te zien in de Bourla Schouwburg in Antwerpen.

In tegenstelling tot Albee is Mitchell hier volkomen onbekend. Deze professor in Linguïstiek en Oude Talen debuteerde pas op zijn zestigste als theaterauteur. Hij werd door Albee ontdekt tijdens een workshop aan de universiteit van Houston en sindsdien is er een hechte samenwerking. Inmiddels schreef Mitchell eenentwintig eenakters, drie volavondstukken en een novelle.

Old friends, vertaald door Ab van Ieperen, kende in Nederland zijn wereldpremière en kan gezien worden als een inleiding tot Albee’s The zoo story. Twee mannen kruisen elkaar op straat en de een meent in de andere een oude bekende te herkennen. Deze geeft echter geen krimp, zodat zich een dovenmansgesprek ontspint. Een falende communicatie met ernstige gevolgen. Leslie de Gruyter is de vertwijfelde Cliff, die vruchteloos contact zoekt met de ongenaakbare Joe van Victor Löw. Interessant is dat in The zoo story de rollen worden omgekeerd. Dan is Löw een hopeloze loser die voor de spraakwaterval zorgt en is de Gruyter de zelfgenoegzame burger.

EEN REALISTISCHE UITBARSTING

In beide stukken gaat het om sterk verteltheater dat almaar grimmiger wordt en uiteindelijk zeer provocerend is. “Ik kan me geen geslaagd theater voorstellen over mensen die gezellig bij elkaar zitten”, aldus Albee. Door het decor te beperken tot een bank in een park of langs de stoep, zet hij de acteurs helemaal centraal. Zij creëren een spanning die in The zoo story tot een realistische uitbarsting komt. Hierin wordt Peter (de Gruyter) een personage uit een klassieke tragedie. Jerry (Löw) vertelt hem dat hij geen contact krijgt met de buren van zijn flat en het daarom probeert met de hond, eerst voorzichtig, dan agressief. Peter wordt almaar meer uitgedaagd, vooral als Jerry zich meester maakt van de bank waarop hij zit. Het verhaal van de dierentuin dat maar niet komt, wordt vervangen door het verhaal van mensen die wolven worden voor elkaar. Peter is verblind door de agressieve taal van Jerry en ziet de val niet die deze voor hem uitzet. Jerry’s mes in Peters hand wordt de enige mogelijke manier van contact.

Albee drijft de beide spelers door een vuur van woorden naar een climax, tegelijk verbluffend en aangrijpend. De Gruyter trekt alle gevoelsregisters open, maar blijft geloofwaardig, Löw kanaliseert zijn gedrevenheid meer naar binnen toe.

Het voorstel om The zoo story, veertig jaar geleden geschreven, nu te regisseren, komt van Albee zelf. Hij blijft er zijn sociaal engagement en zijn geloof in een andere wereld mee belijden. Verandering is voor Albee echter alleen mogelijk als het publiek op een andere manier tegen de dingen aankijkt. Niet door de werkelijkheid anders, maar wel beter te gaan zien.

Op 7 en 8/12 in de Bourla Schouwburg in Antwerpen. Reserveren: 03/224.88.44.

Roger Arteel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content