?La Rosa de Ariadna” van Gualtiero Dazzi, muziek die twijfelt tussen tonaal en atonaal.

REGISSEURStéphane Braunschweig en componist Gualtiero Dazzi (34) kennen elkaar al lang. Dazzi schrijft de toneelmuziek bij de regies van Braunschweig en geeft hem ook muzikale raad wanneer hij opera’s regisseert. Logisch dat Braunschweig nu Dazzis opera ?La Rosa de Ariadna” op scène zet. Vertrekpunt voor dit verhaal was één kort zinnetje van Jorge Luis Borgès : ?Kan je het geloven Ariadne ? zegt Theseus, de minotaurus heeft zich nauwelijks verdedigd. Waarom wilde hij niet meer leven ?” De Mexicaanse librettist Francisco Serrano veronderstelde dat daags voor de aankomst van Theseus op Knossos, Ariadna zelf eerst in het labyrint was afgedaald met minder moordzuchtige bedoelingen. Wat er toen mogelijk gebeurd is, vertelt de kameropera die eind maart in deSingel te zien is.

De zilte geur van de Middellandse Zee waait door dit stuk. De Italiaan Dazzi is weliswaar een componist die in Parijs woont en zich veel met theatermuziek bezighoudt, maar zijn formele muziekopleiding ging hij in zijn geboorteland halen. Zomercursussen bij Franco Donatoni in Sienna. Daar waren twee klassen : zij die het recept van de maestro trachtten te doorgronden en te imiteren. En zij die zichzelf zochten. Dazzi behoorde tot de laatste groep. Geen comfortabele situatie, want om van mening te verschillen moest hij optornen tegen de verpletterende persoonlijkheid van Donatoni. Het kwam er op aan zich te affirmeren en zich tot het uiterste te verdedigen. Een heilzame les overigens, want om van mening te verschillen moet je heel duidelijk kunnen formuleren waarmee je bezig bent en wat je wil. Het is trouwens in de periode van die zomercursus dat hij zijn opera begon te componeren : winter 1987. Hij heeft eraan gewerkt tot in 1991.

De reden voor het conflict met Donatoni is dat Dazzi’s muziek zeer dicht bij de traditionele muziek zit, niet alleen de Europese maar ook die van het Nabije Oosten en zelfs van veel verder. Het is geen toeval dat hij op die mythe van het labyrint stuitte : hij moest diep in zichzelf duiken en een eigen taal ontwikkelen waarin hij zichzelf en anderen hem zouden kunnen herkennen. Nu vijf jaar na het beëindigen van de opera en bij het horen van de repetities vindt hij nog altijd dat het helemaal zijn muziek is. En dat de opera een zeer sterke eenheid vormt, ondanks het lange compositieproces. Daarop is hij fier.

GREGORIAANS.

Dazzi vermijdt de dialectiek of scherpe scheidingslijnen. Zijn solisten zijn ambivalente wezens. Per definitie is de minotaurus half man, half dier, al zie je dat niet onmiddellijk. De regie heeft zanger Ian Honeyman geen stierenkop gegeven, wel een sterke animale uitstraling. Je hoort het aan zijn stem ; hij is zowel contratenor als bariton. Virtuoos schakelt hij over van het ene register op het andere. Ariadna, gezongen door Susanna Moncayo, is een contra-alt, ze kan dieper zingen dan haar tegenspeler.

De muziek twijfelt tussen tonaal en atonaal. Volgens Dazzi is dat zijn keukengeheim. De partituur van ?La Rosa de Ariadna” is gebaseerd op één enkel akkoord dat altijd hetzelfde blijft, van het begin tot het einde. Maar wel op verschillende manieren uitgewerkt, hier al wat dikker georkestreerd, daar meer polyfoon gezet. Niet tonaal is zijn taal, maar modaal, zoals de muziek van Olivier Messiaen dat ook is. Zijn akkoord heeft zowel een horizontale als verticale functie ; het draagt alle melodielijnen als de samenklanken in zich. Voor het koor is dat moeilijk om te zingen. Elk van de twaalf individuele stemmen heeft zijn eigen partij. Verticaal moet je altijd dezelfde harmonie horen, maar binnenin beweegt er van alles. Het past zeer nauwkeurig in mekaar. Bij momenten leunt Dazzi aan bij de traditionele tonaliteit. Je vindt wel eens van die akkoorden die iedere harmonieleerling onder de knie moet krijgen, de geklasseerde akkoorden. Maar hij gebruikt ze niet als harmonisch contrast. Zijn muziek is een vrij consonant harmonisch universum, waarin je je redelijk veilig thuis voelt.

Op een gegeven ogenblik, midden in de opera, maakt hij gebruik van een modus die de hele Middellandse Zee in zich draagt. Je hoort die in de joods liturgische gezangen, in de oudste Gregoriaanse gezangen die nog wortels in Griekenland hebben, in de gezangen van de Armeense christenen in Syrië, in de Arabische muziek, in de flamenco van Andalusië. Die modus hoor je op een ogenblik van ingehouden energie, vlak voor de grote ontmoeting tussen Ariadna en de minotaurus. Voor Dazzi is dit zoals in de zen-metafoor. Wanneer je een steentje in het water gooit, is er even een ogenblik van stilte, juist voordat de golven zich beginnen te verspreiden. Het is een enorme terugplooiing van energie. Maar uit zoveel zekerheden heeft hij een vluchtweg gebouwd, je krijgt een enorme behoefte aan de dissonantie en dan ontploft het. Zowel op scène als in de muziek.

Lukas Huybrechts

?La Rosa de Ariadna” van Gualtiero Dazzi 28 en 29/3 in deSingel.

‘La Rosa de Ariadna : één enkel akkoord op verschillende manieren uitgewerkt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content