Sinterklaas, de kerstman en de paashaas verschijnen steeds vroeger in het straatbeeld. Wanneer we een optelsom maken van de opeenvolgende feesten, betekent dit dat kinderen ongeveer zeven volle maanden onder invloed staan van een overdreven gecommercialiseerde maatschappij, aldus Magda De Meyer (SP).
Magda De Meyer
“Er is een terechte ergernis bij volwassenen en kinderen in verband met de data waarop sinterklaas, de kerstman en de paashaas hun intrede doen. Kinderen worden op deze manier commercieel misbruikt. Sinterklaas en de kerstman lopen tegenwoordig zij aan zij door de straten. Dit zorgt voor verwarring bij de kinderen.
Het is niet alleen de SP die wil dat er op wetgevend gebied iets gebeurt. Twee kleuterleidsters uit Limburg voeren reeds twee jaar actie tegen de overdreven vroege verschijningsdatum van sinterklaas of de kerstman. Deze actie ijvert voor sperperiodes en kent een enorm succes. Hun petitie is ondertussen al landelijk verspreid en uit de televoting, die deel uitmaakte van hun actie, bleek dat negentig procent van de mensen gewonnen is voor een sperperiode.
Zelf vind ik het raar dat de middenstandsorganisatie NCMV nu pas reageert. In 1995 werd al een wetsvoorstel voor een sperperiode ingediend, en toen heeft de middenstand geen kik gegeven. Ook op de acties van de kleuterleidsters hebben de winkeliers nooit gereageerd. Nu ze merken dat de kwestie de bevolking niet koud laat en hier een maatschappelijk probleem rijst, verbreekt de middenstand het stilzwijgen. Maar waarom heeft het NCMV de sperperiode bij de jaarlijkse koopjes niet gecontesteerd? Dit komt toch op hetzelfde neer?
Plotseling gaat de discussie erover of men dit probleem al dan niet wettelijk moet regelen. Ik stel het op prijs dat het NCMV met de Bond van Grote en Jonge Gezinnen een werkgroep wil oprichten, al sta ik nogal sceptisch tegenover zo’n initiatief. Uit de praktijk weet ik dat dergelijke overlegorganen niet werken en men uiteindelijk toch wettelijke initiatieven moet nemen. Kijk maar naar de commissie die zich buigt over het oneigenlijk gebruik van milieutermen in de reclame. De sector wou van geen wettelijke oplossing weten en beloofde alles met een eigen code te regelen. Welnu, er is nog altijd niets veranderd. Intussen worden de klachten niet ontvankelijk verklaard, of duurt het maanden vooraleer de klacht wordt behandeld.
Hoe dan ook, in het belang van de kinderen moet er iets veranderen. Zij moeten kunnen genieten van deze feesten, en er niet door overdonderd worden.”
Luc Ardies
De middenstand geeft toe dat sinterklaas en de kerstman veel te vroeg opdagen. Maar volgens Luc Ardies, coördinator distributie bij de middenstandsorganisatie NCMV, valt dit niet via een wetgevend initiatief op te lossen. Hij beweert dat de fabrikanten en de handelaars dit zelf wel kunnen regelen.
“Wij onderkennen het problemen: sinterklaas en de kerstman komen inderdaad veel te vroeg, dat wordt op den duur belachelijk. Wij stellen vast dat men door folders en reclame op televisie de boel almaar vroeger op stelten zet en dit is ten nadele van de kinderen en de ouders.
De fabrikanten en handelaars moeten gevoeliger worden voor deze problematiek. Maar of je dit met wetgevende initiatieven moet en kan afdwingen, is een andere zaak. De controle op een sperperiode rond sinterklaas en kerstmis is onuitvoerbaar. Nu al heeft de economische inspectie problemen om de regels inzake sperperioden te controleren, waarom moet er dan nog een sperperiode bijkomen?
Zelf ben ik voorstander van een beperkte regulering van de distributie zoals dat gebeurt met de koopjeswetgeving en de openingstijden. Maar men moet realistisch blijven. Wanneer een wet wordt uitgevaardigd, moet men die ook kunnen controleren. Een zoveelste sperperiode gaat tot overregularisatie leiden. Men zal door het bos de bomen niet meer kunnen zien. Bovendien zouden sperperioden rond sinterklaas en kerstmis de communicatie met de consument absoluut niet bevorderen.
Men mag ook niet de reflex krijgen om elk maatschappelijk probleem op te lossen met een wet. Was het trouwens niet de hoofdzorg van de huidige regering om de administratieve rompslomp tot een minimum te beperken? Er zal een heuse aversie ontstaan tegenover al deze wetten waardoor men ze ook niet zal navolgen.
Er moet ruimte gelaten worden aan de sectoren zelf. Wij willen dit probleem samen met de Bond van Grote en Jonge Gezinnen (BGJG) aanpakken. Samen starten we een werkgroep op, die moet een protocol over kindvriendelijk winkelen uitstippelen. Verder zullen we de leden van het NCMV aanmanen om rekening te houden met de normale perioden van verschijning van de sint, de kerstman en de paashaas. De leden zullen op dat vlak een vrijwillig engagement aangaan. Ze hebben er alle belang bij om die perioden te respecteren. Anders blijft de druk op de ketel, en moet het probleem alsnog wettelijk geregeld worden.”
Opgetekend door Ilse Robyn