JA

Opgetekend door Jef Van Baelen

‘Bij voortdurende inbreuken op de openbare rust zoals frequente vechtpartijen op straat, constante overlast voor de omwonenden of crimineel gedrag, moet een gemeente zelf tot de invoering van een lokaal sluitingsuur kunnen overgaan. Niet dat wij er bezwaar tegen hebben dat jongeren zich uitleven. Integendeel zelfs, maar wij willen dat recht wel toetsen aan andere rechten. Als in een bepaalde buurt normaal leven niet meer mogelijk is door de overlast, moet een gemeente daar paal en perk aan kunnen stellen. Ze moet haar inwoners een behoorlijke nachtrust kunnen gunnen. Ik ben er zeker van dat de fuifgangers die minimale redelijkheid best aanvaarden. Beide partijen hebben rechten, de kunst is de balans in evenwicht te houden.

Op dit moment kan een gemeente enkel tijdelijke maatregelen invoeren. In Geraardsbergen ervoer ik dat als iets te beperkend. Laat een gemeenteraad na een democratische discussie toch zelf een oplossing zoeken, op maat van het eigen grondgebied. De meeste gemeenten hebben overigens geen nood aan een sluitingsuur, omdat ze niet met nijpende overlastproblemen kampen. En voor dancings kun je altijd nog een uitzonderingsmaatregel opstellen.

Een nationaal sluitingsuur, waar de MR voor pleit, gaat ons veel te ver. De gemeentelijke overheid is beter geplaatst om naar de eigen behoefte en met kennis van de plaatselijke situatie, het hoofd te bieden aan mogelijke hinder die cafés en dancings veroorzaken. We willen dat de gemeenten afhankelijk van de plaatselijke situatie regulerend kunnen optreden, om de rust en de orde te bewaren. Fuiven moet kunnen, maar een ietwat kalme nacht doorbrengen ook.’

NEE

‘Als je iedere gemeente afzonderlijk laat beslissen over een sluitingsuur, is het nogal duidelijk dat de horeca-activiteit, en dus ook de mogelijke overlast, naar de permissievere gemeenten verhuist. Je krijgt een opbod waarin het Nimby-syndroom, not in my backyard (niet in mijn achtertuin, nvdr), hoogtij viert. Iedereen leeft graag in een gemeente waar je ’s avonds nog gezellig kunt uitgaan en erkent dat cafés noodzakelijk zijn voor het sociale weefsel – zolang je er zelf in je achtertuin maar geen last van ondervindt. Maar zo werkt het natuurlijk niet: je moet je verantwoordelijkheid nemen en een uitgaansleven mogelijk maken. En het kan toch niet dat de meer inschikkelijke gemeenten dan met alle overlast zitten opgescheept. Dan heb ik zelfs nog liever een nationale regeling, al is Jong VLD ook daar absoluut geen vragende partij voor.

Waarom niet? Omdat ik de eerste ondernemer nog moet tegenkomen die graag een café vol klanten dichtdoet. Wij komen op voor de rechten van de zelfstandige handelaar en de horeca gaat nu al gebukt onder een overvloed aan regels. Laat die ondernemer op z’n minst toch zelf beslissen hoe laat hij wil openblijven. De horeca verdient bepaalde minimumrechten voor het vele belastinggeld dat hij jaarlijks binnenbrengt.

Kijk, je kunt als politicus zo hard naar de individuele noden in de samenleving luisteren dat je het totaalplaatje uit het oog verliest. Wat voor iemand goed is, is niet noodzakelijk goed voor de hele maatschappij. Je mag niet in de val trappen de grootste klagers altijd gelijk te geven. Gemeentepolitiek is daar nog vatbaarder voor. Als er echt overlast is, heeft een gemeentebestuur overigens wapens genoeg om die te bestrijden: in eerste instantie met politiewaarschuwingen, maar je kunt ook vergunningen intrekken of de horeca-uitbater verantwoordelijk stellen voor het gedrag van zijn cliënteel.’

‘De gemeenten moeten de openbare rust kunnen waarborgen.’

‘Het kan niet dat meer inschikkelijke gemeenten alle overlast krijgen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content