“Priest”, of het driedubbele lijden van Father Greg.

Een film over zwartrokken en seks, uitgerekend nu het celibaat volop ter diskussie staat. Antonia Bird kon haar moment niet beter kiezen.

De BBC-produktie “Priest” opent met een uitgebluste geestelijke uit een arbeiderswijk in Liverpool die met zijn crucifix de bisschoppelijke residentie bestormt. Hij wordt vervangen door Father Greg (Linus Roache), een jonge idealist die geschokt reageert op het profane karakter van zijn oudere kollega, Father Matthew (Tom Wilkinson), een man die in de lokale pub karaoke zingt, op de preekstoel politieke sermoenen geeft en ’s ochtends The Guardian leest. En er ook geen geheim van maakt dat hij met zijn huishoudster (Cathy Tyson) naar bed gaat.

De welgeschapen, fitness-minnende Father Greg vindt dat priesters zich louter moeten bekommeren om het zieleheil van hun parochianen en in opperste kuisheid moeten leven. Tot hij op een avond zijn soutane in de kast hangt, een leren jekker aantrekt en in de lokale homo-bar een jonge kerel opscharrelt. Het begint bij seks, maar de zondaar raakt de kluts kwijt als er ook echte liefde komt bij kijken.

De film toont Father Gregs driedubbele strijd : tegen de klerikale hiërarchie die hem wil bannen, tegen de parochianen die hem verstoten en tegen zijn eigen natuur.

In een tijd waarin sommigen zich in vreemde bochten wringen om de middeleeuwse seksuele repressie van de kerk goed te praten, is “Priest” even nuchter als realistisch. Als de geschiedenis één ding heeft geleerd, is het dat seks bij het leven hoort, en mensen daarvoor bereid zijn elk maatschappelijk taboe, religieus dogma of medisch risico te trotseren. Niet de godsdienaars zijn de viespeuken in “Priest”, maar de brave huisvader die niet van zijn dochter kan afblijven en via het biechtgeheim de priester met zijn onmacht konfronteert. De brutale biecht van de zelfzekere vader, waarin hij een lans breekt voor incest als de natuurlijkste zaak ter wereld, is de sterkste scène die een Hitchcock-waardige geladenheid bezit.

Regisseur Bird en scenarist Jimmy McGovern nemen te veel hooi op hun vork verpaupering in de binnensteden, homoseksualiteit in de kerk, incest in het ontwrichte gezin, disputen tussen konservatieve en bevrijdende teologie, de moeilijke keuze tussen trouw aan god en het eigen geweten. Gelukkig wordt die zwaarwichtigheid regelmatig afgeremd door een dosis humor. Er is zelfs een wat “camp”-achtige sublimatie van de rooms-katolieke trauma’s : een montage van wat een goedmenende priester lijden kan op muziek van het levenslied “You’lI never walk alone” uit de musical “Carousel”. Net niet gezongen door Judy Garland, maar het scheelt niet veel.

Patrick Duynslaegher

Linus Roache in “Priest” : rooms-katolieke trauma’s.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content