De modetekening als instrument van kreatie en promotie.

De mens is een gekleed wezen. Ongekleed is onnatuurlijk omdat kultuur zijn “natuur” is. In die tweede huid raken individu en maatschappij elkaar in een knellende omhelzing : mode noemt men de wervelende, chaotische dynamiek die daar ontstaat. Niemand kan haar kanalizeren, iedereen probeert haar naar zijn hand te zetten ; iedereen herkent er zich in en iedereen ondergaat haar.

De tekening speelt in dit spel een cruciale rol. Het is enerzijds het instrument van de kreatie en dokument bij het produktieproces. De mode-ontwerper heeft zijn ideeën “op papier”, soms “op de mannequin”. Maar ook dan is er een tekenaar nodig als assistent die het ontwerp zichtbaar maakt voor het produktieproces. Tekening als instrument van inspiratie, maar ook als technische fiche.

Anderzijds is de tekening het instrument van de promotie. Daarmee moet de kandidaat-koper geïnformeerd en aangetrokken worden. De rijke klant die in een illustratie-album kiest, maar later almaar meer het brede publiek dat via de modepers gelokt moet worden. De tekeningen zijn tegelijk informatie en verleiding van de klant. Tweemaal dus aan het begin en aan het einde van het proces speelt de tekening een “begeesterende” rol. Tekening als bemiddelaar in het produktieproces en in het verkoopproces. In beide opdrachten zijn er twee onverzoenlijke aspiraties. Het detail geeft een realistisch beeld, maar is te nuchter om te verleiden en te inspireren. Daartegenover de bevleugelde schets zonder details, met sfeer maar daardoor te abstrakt.

Tussen de technische tekening en de “croquis” is het uiteraard de laatste die de meeste kansen maakt tot artistieke promotie denken we aan de reputatie van Gruau. Als “croquis” komt de modetekening ook in het verlengde van de karikatuur, de zedenschets, de socio-morele observatie. De modetekenaar behoort tot de familie van al die schrijvers en schilders die van hun tijd een “tableau” hebben willen schetsen. Twee ambities raken elkaar : laten zien “wat men draagt” maar daar doorheen laten zien “hoe men zich gedraagt”.

Wie de rijkdom van de modetekening ziet, kijkt een beetje verbaasd aan tegen de triomf van de modefotografie eind de jaren zestig. In de plaats van de virtuoze hand kwam de virtuoze mannequin. De mode zag zich almaar nadrukkelijker als scenische vorm.

D.L.

“Le dessin de mode sous toutes ses coutures”, Musée de la mode et du costume, Palais Galliera, tot 15 augustus.

Schitterende mode-tekeningen zijn gebundeld in “Gruau”, 192 pp, bij Herscher.

Avondjurk Carven, zomer 1951, akwarel, gouache : een knellende omhelzing.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content