INFO : De auteur is directeur van de denktank VKW Metena.

De Europese elite likt haar wonden. Het overweldigende njet van de Franse en de Nederlandse burgers op het project van Europese grondwet kwam keihard aan. De stemmentelling in Nederland was nauwelijks voltooid of ook de euro – sinds 1999 de eenheidsmunt voor 12 landen van de Europese Unie (de oude EU zonder Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) – kwam in het geding bij de collectieve bezinning over het grote Europese project. Op de oprispingen vanuit de Italiaanse regering dat het zinvol zou kunnen zijn om de lire weer in te voeren, kwam een scherpe en verbeten reactie van zowat iedereen die nauw betrokken is bij de huidige monetaire unie en haar eenheidsmunt. De euro is heilig, onaantastbaar en voor eeuwig en altijd, zo luidde het uit vele belangrijke monden. Maar is dat wel zo? Een duik in de geschiedenis van vroegere pogingen tot monetaire unie binnen de Europese ruimte levert erg leerrijk materiaal op.

Voor zover wij weten, bestaat er geen betere handleiding voor zo’n historische wandeling dan het boek European Monetary Union. A Political and Historical Analysis, verschenen in 1996 (uitg. Edward Elgar) en van de hand van Wim Vanthoor. In die dagen was Vanthoor afdelingshoofd binnen de onderzoeksafdeling van de Nederlandsche Bank, de centrale bank van onze noorderburen. De vakkennis en het sérieux van iemand als Wim Vanthoor staat dus wel buiten kijf. Deze Nederlandse econoom-historicus boog zich niet enkel over de naoorlogse pogingen in West-Europa om tot een monetaire unie te komen maar spitte ook het verhaal uit van de Duits-Oostenrijkse monetaire unie (1857-1867), de Latijnse monetaire unie (1865-1927) en de Scandinavische monetaire unie (1872-1931). België behoorde op 1 augustus 1866 samen met Italië, Frankrijk en Zwitserland tot de stichtende leden van de Latijnse monetaire unie. In 1869 trad Griekenland toe. De Latijnse monetaire unie ging vrij geruisloos ter ziele in 1927. Opmerkenswaardig is dat België het startsein gaf tot de begrafenis van de monetaire unie.

Dé grote conclusie van de historische analyse ondernomen door Wim Vanthoor luidt dat een monetaire unie, met of zonder eenheidsmunt, ten dode opgeschreven is als die monetaire constructie niet verweven wordt in een politieke unie: ‘De geschiedenis leert ons dat een munt zonder een staat niet zal overleven.’ De voornaamste bron van conflict en van de uiteindelijke onhoudbaarheid van een monetaire unie ligt bij het gebrek aan voldoende coördinatie van het algemeen sociaal-economisch beleid van de onderscheiden, soevereine lidstaten. Los van de conclusies van Vanthoor wijzen we er hier op dat de tot nu toe meest succesvolle monetaire unie ter wereld, namelijk de Verenigde Staten van Amerika met de dollar als eenheidsmunt, pas jaren nadat de pólitieke unie van de VS bereikt werd, effectief in werking trad.

Over het debat dat zich dezer dagen binnen en over het verenigd Europa ontwikkelt, dringen zich ons inziens twee belangrijke conclusies op. Ten eerste: dure eden zweren dat de euro er voor eeuwig en altijd is, heeft niet veel zin. Uiteraard kan de huidige monetaire unie en de daarbij horende eenheidsmunt ontmanteld worden zonder dat zich daar per se grote drama’s moeten bij afspelen. Politici en centrale bankiers die wel zulke puinhoopscenario’s schilderen, doen dat ten onrechte. Ten tweede: niettegenstaande bovengaande eerste bedenking valt er nauwelijks aan te twijfelen dat de voordelen van de monetaire unie en de euro nog altijd groter uitvallen dan de nadelen. Het enige wat ontbreekt om deze claim totaal onvoorwaardelijk te kunnen formuleren, is een politieke elite die consequent handelt in functie van de voordelen van een monetaire unie.

Johan Van Overtveldt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content