Lucinda Childs, de koele prinses van het minimalisme, toont recent werk in deSingel.
OVER BELGISCHE belangstelling heeft Lucinda Childs de jongste jaren niet te klagen. Voorstellingen in deSingel in 1991, een opdracht voor de Compagnie Charleroi/Danses, vorig jaar een projekt met het kamerorkest I Fiamminghi in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten en nu opnieuw in het Antwerpse kunstencentrum. En dan vergeten we nog de opera’s waaraan de Amerikaanse koreografe onlangs meewerkte en waarvan er zopas twee in de Brusselse Munt in première gingen. De koreografie voor de kleine maar fijne “Dans met de zeven sluiers” uit de “Salomé”-enscenering van Luc Bondy mag dan klein grut geweest zijn, met de regie van het “Zaïde”-projekt de door Luciano Berio voltooide Mozart-opera had ze haar handen vol.
Misschien had dit land iets goed te maken bij de koele minimal-prinses van de postmoderne dans. Behalve de bijna onopgemerkte passage van haar gezelschap op het einde van de jaren zeventig in Vorst Nationaal samen met het Philip Glass Ensemble en een bejubelde rentree op het Leuvense Klapstuk in 1985 kwam het er niet meer van. Er was natuurlijk nog “Einstein on the Beach”, de memorabele opera van Robert Wilson en Glass waarvoor ze de koreografie maakte, maar dat is bijna twintig jaar geleden.
Hoe komt het dan dat Childs hier pas de voorbije vijf jaren goed aan de bak komt ? Zijn de Belgische programmatoren en het publiek bijgedraaid ? Heeft het minimalistisch geïnspireerde debuutwerk van Anne Teresa De Keersmaeker en Jan Fabre in de jaren tachtig het pad geëffend ? Of heeft Childs’ werk de voorbije twintig jaar een meer publieksvriendelijke ontwikkeling doorgemaakt ?
EENVOUD.
Misschien heeft het huidige open dansklimaat in Vlaanderen en België er ook wat mee te maken. Het welles-nietes spelletje tussen de aficionado’s van het akademische ballet en de voorstanders van de niet-akademische dans, in welke vorm (modern, postmodern of dansteater) dan ook, lijkt geluwd. Denken we maar aan de jongste Klapstuk-editie die het akademische ballet van Hans van Manen tot haar “ijkpunt” bombardeerde.
Wat heeft dit in godsnaam met Childs te maken ? Veel, want de meest minimalistische vertegenwoordigster van de Amerikaanse postmoderne dans is in hart en nieren een kleine ballerina gebleven. Ondanks haar lessen bij mentor Merce Cunningham die de dans van zijn narratieve en expressieve dwang en van de muziek bevrijdde, en de scenografie en de belichting loskoppelde en haar Judson Dance Theatre-experimenten met herhaling en geometrie in de jaren zestig, heeft Lucinda Childs altijd een stevige dosis arabesken in haar dansdeeg gedraaid.
Toegegeven, in een complex en minimalistisch uitgewerkt geheel als “Available Light” (1983), dat op Klapstuk 85 en in 1991 opnieuw in deSingel te zien was, wordt die akademische spoeling wel erg dun. Maar in Childs’ nieuwere werk dat naar meer eenvoud streeft, valt er niet naast te kijken.
In tegenstelling tot het historisch overzicht waarmee de koreografe in 1991 te gast was in deSingel, staat nu erg recent werk op de affiche. Behalve het uit 1993 daterende “Concerto” gingen de drie andere koreografieën op het programma pas dit jaar in première. Een van de hoofdbrokken is “Kengir”, een co-produktie van onder andere deSingel, het Festival d’Avignon en het Parijse Théâtre de la Ville. De inspiratie voor deze groepskoreografie vond Childs in de oeroude, vurige liefdesliederen van de Sumeriërs, geschreven meer dan duizend jaar voor het bekende Hooglied. De muziek is van de hand van de Franse komponist François-Bernard Mâche en wordt in Antwerpen live vertolkt door de sopraan Françoise Kubler en klavecimbelspeler Elisabeth Chojnacka. Een roodharige furie om naar uit te kijken, zo bleek al bij de vorige passages van Childs’ gezelschap in België. Ze begeleidt Childs ook bij haar solo “Commencement” (op muziek van de Poolse komponist Zygmunt Krause), het groepswerk “From the White Edge of Phrygia” (partituur van Childs’ landgenoot Stephen Montague) en het opzwepende groepswerk “Concerto” (muziek van Henryk Gorecki).
Paul Verduyckt
Van 29 november tot en met 2 december in deSingel te Antwerpen.
“Concerto” (1993), Lucinda Childs Dance Company : een stevige dosis arabesken.