Ter gelegenheid van de 40e verjaardag van Knack duikt Rik Van Cauwelaert wekelijks in donkere kelders van ons archief – en van zijn geheugen.

Dat was nog eens een politiek incident. Koning Boudewijn die na een bezoek aan Verviers even halt hield langs de autoweg en een grievenbrief in ontvangst nam van de Voerense woelmaker José Happart. In Knack van 30 mei 1979 werd de zaak onder de lamp gezet. Auteur van het artikel De rel Happart was Johan Struye, die telkens wanneer de troon werd belaagd als zelfverklaarde Boudewijngezinde in het verzet trok.

In Voeren, na het trekken van de taalgrens in 1963 als een Limburgse faciliteitenenclave in de provincie Luik achtergebleven, ijverde in die dagen een Franstalige meerderheid voor de Retour à Liège. De komst naar die gemeente van de boerenactivist José Happart, toen al bekend omdat hij ooit een stel vaarzen door het parlementsgebouw joeg, bracht een forse wind in de zeilen van de Franstalige meerderheid. Omzeggens elk weekend werden vanuit Voeren incidenten tussen lokale Franstaligen en Vlaamse betogers gemeld. Bij een van die incidenten zou een Franstalige caféhouder zelfs het vuur openen op Vlaamse betogers.

De Voerense kwestie destabiliseerde geen klein beetje de pas gevormde regering van Wilfried Martens. De CVP’er had, na een kortstondig regeerintermezzo van Paul Vanden Boeynants, zijn partijgenoot Leo Tindemans opgevolgd. De eerste regering Martens telde maar even 33 leden en was een wankele coalitie van christendemocraten, so-cialisten en FDF. Uitgerekend in de kwestie Voeren werd de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Georges Gramme, een PSC’er, door de Vlamingen van partijdigheid beschuldigd.

En toen kwam die beruchte vorstelijke rel met José Happart. Op dinsdagochtend 22 mei informeerde de gendarmerie de diensten van het paleis dat José Happart en zijn medestanders van Action Fouronnaise, de potige avant-garde van Retour à Liège, van plan waren de lunch te verstoren die premier Martens en minister Gramme hadden gepland in het overigens bijzonder aangename restaurant Amigo, gelegen hoog boven Verviers, ‘ dans une ambiance calme et chaleureuse aux couleurs de l’Ardenne Wallonne‘. Na het verknallen van de ministeriële lunch koesterde Happart het plan om met zijn stoottroepen de academische zitting van de lokale handelskamer, waar koning Boudewijn werd verwacht, op luidruchtige wijze te gaan opluisteren.

Daarop zou de rijkswacht Happart hebben aangeboden om op een rustige plek, ergens langs de snelweg, aan de koning een verzoekschrift te overhandigen. Als hij maar afzag van zijn plannen om de openbare orde te verstoren.

Dat alles gebeurde in samenspraak met de koninklijke entourage. Maar eerst werd gebeld met minister Gramme. Want zoals grondwettelijk bepaald moet de koning bij zo’n delicaat optreden door minstens één regeringslid worden gedekt. En Gramme, burgemeester van het naburige Herve, wilde niets liever dan een vlekkeloos verloop van de vorstelijke passage in zijn regio. En bijgevolg werd Happart in de privéwagen van een rijkswachtcommandant naar de afrit van Ensival langs de E42 gebracht, waar hij een kortstondige ontmoeting had met Boudewijn en hem zijn verzoekschrift overhandigde. Daarin vroeg Happart de vrijlating van een vijftal heethoofden van Action Fouronnaise die, na een handgemeen met Vlaamse betogers, in een lokale bajes ware beland.

De rijkswacht had van Happart absolute discretie geëist. Zo’n ontmoeting valt immers onder het colloque singulier. Maar dat was Happart slecht kennen. Want enkele uren later al deed die voor de radio zijn enigszins bijgekleurde verhaal van de ontmoeting met de koning en diens toezegging – naderhand door een verontwaardigde premier Martens met klem ontkend – dat zijn vijf medestrijders van Action Fouronnaise zouden worden vrijgelaten.

Volgens Happart had de koning niet, zoals de regering beweerde, beleefd het raam van zijn limousine neergedraaid om de brief in ontvangst te nemen, maar was de koning uitgestapt voor een praatje. Dat laatste werd dan weer bevestigd door hofdignitaris Herman Liebaers.

Allemaal stof voor een politieke opstoot van formaat. Een lid van de Limburgse Bestendige Deputatie stuurde prompt al zijn decoraties terug. Paul-Henry Gendebien van het Rassemblement Wallon signaleerde bij Amnesty International dat politieke gevangenen – die vijf van Action Fouronnaise – in Belgische kerkers zuchtten. De Volksunie waarschuwde koning Boudewijn dat hem het lot wachtte van de sjah van Perzië – die was net in ballingschap vertrokken.

Toch eindigde ook deze affaire, zoals wel vaker in België, in grappenmakerij. Naderhand zou blijken dat koning Boudewijn het verzoekschrift niet eens had gelezen. Bij zijn aankomst in Brussel had de koning het overlijden van een vriend vernomen. Hij had prompt de tekst voor een rouwtelegram op de ongeopende briefomslag geschreven en die aan een medewerker overhandigd. Waarna het document spoorloos bleef. Dat laatste gold niet voor José Happart. Diens politieke opmars was nog maar begonnen.

In Voeren, nu bestuurd door een Nederlandstalige meerderheid, heerst vandaag een bucolische rust. Her en der dragen oude muren nog de kalksporen van een woeliger verleden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content