SVEN GATZ
De VU sluit een fusie van de negentien Brusselse gemeenten niet uit, zegt Sven Gatz, lid van het Brussels parlement. Om te beginnen, moet er gepraat worden over de verdeling van de bevoegdheden tussen het hoofdstedelijk gewest en de wijken of, desnoods, de gemeenten.
?Wij vinden de meeste bevoegdheden hoofdstedelijk : ruimtelijke ordening, veiligheid, openbare werken, huisvesting en, voor de gemeenschappen, kultuur en onderwijs. Als het beter is om de OCMW-ziekenhuizen onder één koepel te brengen, waarom beheren we de OCMW’s zelf dan niet op hoofdstedelijk niveau, en laten we de dienstverlening lokaal ? Wat telt, is efficiënt bestuur en identifikatie van de burger met het bestuur. Dit is een besparing, want de uitgaven zullen dalen.
De VU is ook voor het verst gaande scenario, dat van de fusie, gewonnen. Als het demokratisch deficit maar wordt opgevangen door wijkraden met advizerende stem. Daar wil de CVP niet van horen zij heeft dan ook gemeentelijke mandaten te verdedigen, de VU niet. De Brusselse VU leerde uit de Antwerpse ervaring we dat een fusie, een grootstedelijk niveau, niets opbrengt als daardoor de basis vervreemdt.
Opzettelijk houd ik het communautaire aspekt voor het laatste. Niet omdat de VU dat onbelangrijk vindt, wel omdat wij weten dat als wij het vooraan zetten, de Franstaligen niet eens naar ons willen luisteren. Wij blijven ijveren voor een gewaarborgde vertegenwoordiging van de Vlamingen in hun hoofdstad : in de hoofdstedelijke raad en in de gemeenteraden als die het overleven , of in de wijkraden.
Maar we moeten ook de moed hebben om een ander demokratisch deficit weg te werken. Om de stad goed te laten draaien, moet er onder wel bepaalde voorwaarden, stemrecht worden verleend aan buitenlanders. Nu is dertig procent van de bevolking niet vertegenwoordigd en is de hoofdstedelijke raad veeleer een veredelde gemeenteraad van het rijke zuidoosten van de stad dan een echte vertegenwoordiging.”
WALTER VANDENBOSSCHE
CVP-fraktieleider in het Brussels parlement Walter Vandenbossche is tegen een fusie. Hij vindt dat Brussel moet leren uit de slechte fusie-ervaring van Antwerpen. Het Vlaams raadslid wil de strukturen behouden maar schuiven met de bevoegdheden.
?Wij willen leren van de negatieve signalen die we uit Antwerpen opvangen. Daar heeft de fusie de demokratische besluitvorming aangetast. Met 55 raadsleden kunnen de politici niet bij de bevolking aanleunen. In Brussel, met wel 550 raadsleden, zijn die kontakten veel gemakkelijker. Een fusie tast ook de identiteit van de gemeenten aan. De burger leeft in wijk en wereld, en in Antwerpen wordt hem zijn gemeentelijke identiteit ontnomen. In die stad waren er voor de fusie achttien kermissen, nu drie, omdat de prijsbepaling niet op maat zijn geschreven. Het is maar één voorbeeld. Bovendien is nergens de efficiëntie van de Antwerpse operatie aangetoond. Het onderhoud van straten en pleinen vergt wellicht meer tijd dan vroeger. Ook het financieel probleem is niet opgelost. De schuldratio verhoogde zelfs. Gevolg van dit alles : nergens is extreem-rechts zo sterk als in Antwerpen. Ik wijt dat mee aan de fusie. De vervreemding heeft er tot sanctiestemmen geleid. Als de demokratische politici dichter bij de mensen staan, kan extreem-rechts beter worden opgevangen. Waarom zouden wij dan fuseren ?
Dit betekent niet dat wij alles bij het oude willen laten. Wij willen van de bestaande bestuurslagen vertrekken maar gemeentelijke bevoegdheden aan het gewest overdragen. Dat geldt voor de fiskaliteit : de Woluwes evolueren stilaan naar Knokke-le-Zoute-toestanden, terwijl wij in het arme Anderlecht meer belastingen betalen. Omwille van de veiligheid moeten ook de politiediensten worden gekoördineerd. Maar we moeten ook het gemeentelijk niveau versterken, de direkte dienstverlening, de realizatie van verkeersplannen en van openbare werken, het onderhoud van groen en parken. Nergens is de vraag naar goede distriktsraden zo groot als in Antwerpen.
Voor ons is het zeer belangrijk dat de rechten van de Vlaamse gemeenschap ook op gemeentelijk niveau gestalte krijgen. Wij willen een minimum aantal raadsleden, minstens één, en zo mogelijk meer, en een proportionele vertegenwoordiging in de schepenkolleges. Dat maakt deel uit van ons pakket.”