De oplevende economie biedt België de mogelijkheid zijn overheidsfinanciën op een sociaal rechtvaardige manier gezond te maken. ‘We mogen die kans niet verkwanselen’, zegt ontslagnemend premier Yves Leterme.

Sinds 25 april vorig jaar is de federale regering van premier Yves Leterme (CD&V) ontslagnemend. De verkiezingen van juni hebben aan die situatie niets veranderd, en gezien de slepende communautaire beslommeringen ziet het ernaar uit dat Leterme nog wel even op de winkel moet passen.

De regering van lopende zaken is daarom toch maar overgegaan tot de opmaak van een begroting. Politiek komt België op dit moment niet bijster goed voor de dag, maar op begrotingsvlak hoeft ons land zich nergens voor te schamen, aldus de premier.

Van Europa moet België in 2015 sluitende begrotingscijfers kunnen voorleggen. ‘Moeilijk, maar doenbaar’, gelooft Leterme. ‘We hebben het begrotingsjaar 2010 afgesloten met een tekort van 4,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat betekent dat we tussen nu en 2015 jaarlijks met alle Belgische overheden samen gemiddeld 1 procent extra moeten zien te bezuinigen. En voor een goed begrip: het klopt al lang niet meer dat er in deze regeerperiode 25 miljard euro moeten worden bespaard. Voor de federale overheid gaat het nog over een som van 11 à 12 miljard.’

We zien de premier in zijn kantoor na afloop van een bewogen Europese top. De vergadering van staatshoofden en regeringsleiders is urenlang uitgelopen, nadat een uitgelekt Duits plan om door middel van economische paardenmiddelen de concurrentiepositie van Europa te verbeteren voor grote beroering had gezorgd.

In ruil voor steun aan de euro wil Duitsland op Duitse leest geschoeide economische hervormingen ingang doen vinden in de Unie. In een uitgelekte tekst kwam vorige week onder meer onze automatische loonindexering onder vuur te liggen.

Yves Leterme: Bondskanselier Angela Merkel heeft tijdens de Europese top ondubbelzinnig afstand genomen van dat document, dat volgens haar een non-paper was. Deze manier van werken – eenzijdig eigen voorstellen aan anderen proberen op te leggen – is eigenlijk ook niet haar stijl. Het was een accident de parcours, laten we het daarbij houden.

Positief is wel dat Duitsland zich voor de euro wil inzetten, in weerwil van een bijzonder kritische publieke opinie, en dat het mee de motor wil zijn van economische samenwerking binnen Europa. We hebben een monetaire unie die goed functioneert, maar op het gebied van economische samenwerking schieten we tekort. Dat Merkel nu openlijk steun verleent aan de totstandkoming van een Europese economische politiek verdient waardering.

Als gevolg van de financiële crisis eist Europa van de lidstaten strenge begrotingsdiscipline, en hervormingsplannen om de concurrentiekracht te verbeteren. Hebben nationale regeringen daarmee de greep op hun economisch beleid verloren?

Leterme: Dat is het logische gevolg van de invoering van een eenheidsmunt. De Europese Unie heeft bovendien de ambitie om uit te groeien tot het sterkste economische blok in de wereld. Daarvoor zijn economische hervormingen op Europese schaal echt noodzakelijk.

Lidstaten die budgettair ontsporen, zullen voortaan ook rechtstreeks met de Europese Commissie te maken krijgen en stellen zich bloot aan financiële sancties. Méér nog dan het geval was met recente verdragswijzigingen, denk aan het Verdrag van Maastricht, Nice of Lissabon, kun je vandaag dan ook spreken van een reuzenstap in de richting van economische integratie.

Commissievoorzitter José Manuel Barroso zei in een toespraak naar aanleiding van de invoering van het zogenaamde Europese semester, een nieuw Europees budgettair en economisch keurslijf, dat de draagwijdte ervan nog niet goed tot iedereen is doorgedrongen.

Leterme: Dat valt me vooral op als ik met Belgische parlementsleden praat. Een enkeling heeft in de gaten welke feitelijke overdracht van bevoegdheden de invoering van dat Europese semester inhoudt, en hoe de politieke actieradius van Europa erdoor wordt vergroot, maar de overgrote meerderheid beseft het nog niet.

Europa is vastberaden om niet dezelfde fouten te maken als in het verleden, ook al waren niet de nationale regeringen maar wel de banken op de eerste plaats schuldig aan de financiële crisis. Maar de politieke wil van de Europese regeringsleiders om hun economieën en de euro uit de gevarenzone te halen, is bijzonder groot. Of het nu socialisten, liberalen of christendemocraten betreft, er is een gedeelde visie op de toekomst.

Sommigen zijn bang dat met de door de Commissie bepleite doelstellingen – een flexibele arbeidsmarkt, een lage overheidsschuld – de sociale sloop is begonnen. Een terechte vrees?

Leterme: We moeten inderdaad waakzaam blijven. Europa is niet alleen een economisch project, maar ook een visie op mens en samenleving. Ons maatschappijmodel moet overeind blijven, en waar dat nog niet bestaat – denk aan de voormalige Oostbloklanden – moeten de omstandigheden worden gecreëerd waarbinnen sociaal gecorrigeerde markteconomieën kunnen gedijen. Het bestrijden van de crisis mag niet leiden tot de afbouw van sociale rechten. Ik ben erg gewonnen voor de Europa 2020-agenda, maar alleen als alle Europeanen daar beter van worden. Ook uit een economisch perspectief is een duale samenleving overigens niet wenselijk.

Uiterlijk in april moet de federale regering in het kader van het Europese semester gedetailleerde rapporten met economische hervormingsplannen indienen. Is een ontslagnemende regering daar wel toe in staat?

Leterme: We kunnen natuurlijk niet om het even wat op papier zetten. Maar er is vóór de val van de regering al voorbereidend werk gebeurd, in overleg met de gemeenschappen en de gewesten, voor wie hier een belangrijke rol is weggelegd. En ook inhoudelijk ben ik tamelijk positief over de hervormingsplannen die we jaarlijks zullen moeten indienen. Vijf thema’s moeten daarin aan bod komen: werkgelegenheid, onderwijs, energie, armoede en innovatie. De Europese doelstellingen op die gebieden zijn echt haalbaar.

Grondwettelijk zie ik ook geen probleem, aangezien het nakomen van internationale verplichtingen binnen de bevoegdheden van een regering van lopende zaken valt. Waar ik wel wat moeite mee heb, is dat het hier bij uitstek een document betreft waarover regeringsonderhandelaars het eens zouden moeten worden, omdat het de ruggengraat van het sociaaleconomische, en zelfs van het fiscale hoofdstuk van een regeerakkoord zou moeten vormen. Maar er is nu eenmaal geen nieuwe regering, en dus zullen wij het moeten doen.

De politieke impasse blijft duren en de communautaire gesprekken hebben nog geen enkel resultaat gehad. Hebt u een déjà vu? Hebben we dit in 2007 niet al eens meegemaakt?

Leterme: Er zijn gelijkenissen en verschillen. In 2007 waren er ook onderhandelingen over een regeerakkoord aan de gang. We hadden akkoorden over justitie, financiën, ontwikkelingssamenwerking en dies meer. Parallel liepen er communautaire gesprekken. Vandaag willen de Vlamingen pas aan een regeerakkoord beginnen als er een akkoord over de staatshervorming is.

Maar het Vlaamse communautaire eisenprogramma is natuurlijk wel gelijk gebleven. Al moet ook die gelijkenis worden genuanceerd, want vandaag staat men op het vlak van staatshervorming, zeker wat de financieringswet betreft, veel verder dan in 2007. De nota van Johan Vande Lanotte (SP.A) was een verdienstelijke poging om een nieuwe financieringswet uit te werken, en voor mij zeker een aanvaardbare tekst.

Waarom heeft uw partij die nota dan niet aanvaard als basis voor verdere onderhandelingen?

Leterme: Het hoofdstuk over de financieringswet was maar één onderdeel van de nota van Vande Lanotte. Meer wil ik daar niet over zeggen.

De koning heeft u gevraagd een begroting te maken en te doen wat nodig is om onze welvaart te waarborgen. Daarmee lijkt het dat, net zoals in 2007, tegemoet wordt gekomen aan Franstalige pleidooien voor een sociaaleconomische noodregering. Het verschil met een noodregering is velen in elk geval niet duidelijk.

Leterme: Regeren is veel meer dan een begroting maken. Heel wat beleidsgebieden wachten op een volwaardige regering. Denk aan alles wat te maken heeft met justitie, energie, pensioenen en andere belangrijke sociaaleconomische dossiers – dat is allemaal stilgevallen.

Een regering van lopende zaken, géén noodregering, is juist een manier om druk op de onderhandelingen te blijven uitoefenen. Maar daarnaast moeten politici natuurlijk wel hun verantwoordelijkheid nemen. Ik ben politiek actief geworden rond 1980, een periode van grote politieke en institutionele instabiliteit die samenviel met de tweede olieschok. Toenmalige bewindvoerders hebben begrotingstekorten met dubbele cijfers door de vingers gezien. Onze hoge staatsschuld is toen ontstaan. We mogen niet opnieuw die fout maken en wederom toekomstige generaties met de gevolgen van verkeerde beleidskeuzes belasten. De tekorten laten oplopen, is vandaag trouwens geen optie. De financiële markten zouden meteen de aanval openen op ons land.

Is er bij ’s lands politici, in de regering en daarbuiten, voldoende verantwoordelijkheidszin om inderdaad alles uit de kast te halen om de welvaart van de Belgen te beschermen?

Leterme: Het is niet eenvoudig, maar ik probeer de collega’s ervan te overtuigen dat we dankzij het begrotingsbeleid van de laatste jaren en dankzij onze gunstige economische groei een uitgelezen kans hebben om de overheidsfinanciën opnieuw gezond te maken op een sociaal rechtvaardige manier, en zonder schade te hoeven toebrengen aan ons economische weefsel. De Britse premier David Cameron moet de hakbijl bovenhalen om zijn begroting op orde te zetten. Het zuiden van Europa wordt met negatieve groeicijfers geconfronteerd. België zit goed qua begroting en economische groei. We mogen deze kans niet verkwanselen door een non governo.

Het is daarom jammer dat de socialistische en liberale vakbonden het loonakkoord hebben verworpen, maar ik hoop dat we alvast de essentie ervan kunnen behouden.

Er staan u binnen uw regering van lopende zaken lastige discussies te wachten, zowel over het lot van het loonakkoord als over de begroting van 2011.

Leterme: Dat klopt. De begrotingsopmaak wordt zeker een delicate oefening, maar is ook politiek begrensd door de beperkingen die eigen zijn aan een regering van lopende zaken.

Open VLD wil de zogenaamde voorlopige twaalfden, waarmee nu bij gebrek aan begroting wordt gewerkt, bij wijze van spreken tot eind 2011 laten doorlopen.

Leterme: Daar valt iets voor te zeggen, maar er zijn ook uitzonderingen te bedenken. Je kunt niet overal de voorlopige twaalfden zomaar mechanisch doortrekken.

Een begroting maken lijkt een kerntaak van een volwaardige regering. Ook schept dit een vreemd precedent. Als de regering van lopende zaken straks de door het parlement goedgekeurde begroting niet correct zou uitvoeren, kan dat parlement de ontslagnemende regering niet eens meer de laan uitsturen. Een lijk kun je niet vermoorden, zei grondwet-specialist Christian Behrendt.

Leterme: Dat is een aspect dat het parlement bij de beoordeling van de begroting in aanmerking zal moeten nemen. Bovendien blijven we zo lang als nodig met voorlopige twaalfden werken. De regering zal een wetsontwerp indienen voor een verlenging van de voorlopige twaalfden tot en met juni. En het is natuurlijk ook best mogelijk dat het parlement nadien oordeelt dat het in het licht van de lopende regeringsonderhandelingen liever nog even wacht met de goedkeuring van een definitieve begroting. Maar het is dansen op het slappe koord, dat geef ik toe.

De meeste politieke waarnemers geven informateur Didier Reynders (MR) geen schijn van kans. Kunnen we daarom niet beter snel opnieuw verkiezingen houden, waarna er misschien wel iets mogelijk wordt?

Leterme: Ik vind het bijzonder lastig om die mogelijkheid zelfs maar in overweging te nemen. Hoe ga je aan de kiezers uitleggen dat ze zich opnieuw moeten uitspreken? Politici zijn het volgens mij aan zichzelf verplicht een andere uitweg uit de impasse te zoeken.

Houdt u er soms rekening mee dat u in 2014 nog altijd aan het hoofd van deze regering staat?

Leterme: Geen sprake van – al had ik aan de andere kant ook nooit gedacht dat ik hier vandaag nog zou zitten.

Ook niet indien, gesteld dat Didier Reynders inderdaad zou mislukken, uw regering alsnog tot een echte noodregering wordt opgewaardeerd?

Leterme: Daar geef ik geen commentaar op. Maar men moet toch op een gezonde manier met de democratie omgaan. De uitslag van de verkiezingen moet politiek worden vertaald. Deze toestand kan niet blijven duren. Een echte regering die normaal bestuurt, is absoluut noodzakelijk.

Slotvraagje in verband met Dexia. Analisten twijfelen aan de financiële gezondheid van de bank.

Leterme: Ik zie voor Dexia geen enkele reden tot bezorgdheid. De koers van het aandeel is opnieuw wat gestegen en de door Europa gevraagde herstructureringsplannen worden correct uitgevoerd.

Maar van de miljarden die de Belgische overheden in Dexia-aandelen hebben gestopt, is een groot stuk, op papier in elk geval, in rook opgegaan.

Leterme: De federale overheid is als aandeelhouder niet gehaast om opnieuw te verkopen, en het is uiteraard de bedoeling dat onze investering op termijn gaat renderen. Op dit moment zorgen de banken trouwens al voor extra inkomsten. De belastingbetaler heeft in het bankendossier nog geen cent verloren, wel integendeel, en zo hoort het ook. In ruil voor waarborgen of steun van de Belgische staat betalen de banken een financiële bijdrage. In 2010 ging het om ruim 1 miljard euro, in 2011 wordt dat 2 miljard.

Meer in het algemeen maak ik me natuurlijk wel af en toe zorgen, zoals elke regeringsleider in Europa of Amerika sinds het uitbreken van de financiële crisis. Het is bij momenten a hell of a job. Ik lig er soms letterlijk wakker van.

DOOR HAN RENARD

‘De overgrote meerderheid van de Belgische parlementsleden beseft niet hoezeer Europa zijn politieke actieradius vergroot.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content