Nieuwe ruimtes voor moderne kunst in het museum van Oostende.

In de verantwoording die hoofdkonservator Willy Van den Bussche van het P.M.M.K. naar aanleiding van de recente verbouwing en uitbreiding van zijn museum schreef, wordt architekt Fernand Sohier niet één keer vermeld. Achter het bestaande museum bevonden zich de wat vervallen biertrekkerij en de laad- en losruimte van het grootwarenhuis dat Gaston Eysselinck in opdracht van de Coöperatieve Spaarzaamheid, Economie, Oostende in de na-oorlogse jaren aan de Romestraat bouwde.

De Provincie West-Vlaanderen kocht die panden, en Sohier mocht ze uitbouwen tot 2.000 m² extra tentoonstellingsruimte. Kostprijs : 50 miljoen. De totale beschikbare tentoonstellingsruimte komt op 10.000 m², de prijs op om en bij de 180 miljoen. En toch heeft de bezoeker ook na die derde bouwfaze op amper tien jaar tijd het gevoel dat de provincie beter een andere politiek had gevolgd.

De talloze palen en tussenverdiepingen die bij de ombouw hoe dan ook moesten blijven, maken van het museum een labyrint van veel te benepen ruimtes. Met een curator als Van den Bussche, die het liefst van al met ontelbare, grote schilderijen aan de muren werkt, vormt zoiets een probleem. De plafonds zijn altijd te laag, om maar iets te noemen, en altijd weer staat er voor de kijker een paal in de weg. “Ik wilde geen architektuur die kunst opzij zou dringen, ” zegt Van den Bussche. En hij lijkt daarbij amper te beseffen dat dit uitgerekend in zijn museum altijd al het geval is geweest.

De recente verbouwing heeft één mooie grote zaal opgeleverd, met enkele mooie niveauverschillen, en een fraaie metalen dakkonstructie, die het daglicht vrij spel geven. Maar daaronder werd ook een labyrint van kelderzaaltjes vrijgemaakt, en sterk moet het werk zijn dat daarin overleeft. “Misschien was het allemaal wat makkelijker gegaan, als alles in één faze zijn beslag had kunnen krijgen, ” zegt Sohier, die zelf de eerste is om de mankementen toe te geven, “we hadden dan een visie kunnen ontwikkelen, die verder ging dan dit patchwork”. De nieuwe ruimte zal voor tijdelijke tentoonstellingen worden gebruikt, en één ding moet Van den Bussche nagegeven worden : hij blijft ’s lands meest nijvere tentoonstellingsbouwer. De opening van het vernieuwde museum werd aan niet minder dan drie retrospektieves gekoppeld één rond Bram Bogart, één rond Jozef Peeters, en één rond de juwelenverzameling van Helen William Drutt.

Max Borka

Bram Bogart, retrospektief. Jozef Peeters, retrospektief. Moderne Sieraden, 1964-1993. Tot 24.9. P.M.M.K. Romestraat, Oostende. Tel : 059/50.81.18.

Werk van o.a. Bram Bogart in de nieuwe ruimtes van het P.M.M.K. : patchwork.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content