Kinderen leren vanaf de kleuterklas op de computer werken. Hoe vroeger, hoe beter, luidt de boodschap van de Brusselse school ’t Regenboogje.

Ze stuurden een e-mailtje naar Bill Clinton. En kregen binnen het uur antwoord. Dat was het moment waarop de wondere wereld van de multimedia zich openbaarde aan de leerlingen van de kleuter- en basisschool ’t Regenboogje in Etterbeek, Brussel. “We maken kinderen al op heel jonge leeftijd vertrouwd met computers”, legt directrice Jacqueline Mourice uit. “Je kan vandaag niet anders, als je de kinderen een rooskleurige toekomst wil beloven.”

Met de cheque van een miljoen frank die ’t Regenboogje onlangs heeft gewonnen via de Microsoft Road Ahead-wedstrijd, kunnen nu ook de nodige aankopen worden gedaan om die ambitie waar te maken. Momenteel staat er in elke klas één computer, maar de multimediale faciliteiten worden gevoelig uitgebreid. Mourice: “De klassen worden uitgerust met verschillende computers, zodat de kinderen in kleinere groepjes kunnen werken. We steken ook tijd en geld in het uitzoeken van educatieve software. Er zijn heel knappe titels op de markt maar ook veel minderwaardige programma’s, dus het is belangrijk om de juiste keuze te maken in het aanbod. Verder hebben we een aantal printers, een digitale camera en een scanner besteld, die het maken van onze schoolkrant moeten vergemakkelijken.”

Er zijn ook vergevorderde plannen om een intern netwerk op poten te zetten, dat de mogelijkheid biedt om met een printer en een modem alle klassen te bedienen. Tweede bedoeling van het netwerk: de onderlinge communicatie tussen de klassen bevorderen. “Op die manier stimuleren we de kinderen om met taal bezig te zijn, zonder dat de strikt schoolse aanpak wordt gevolgd”, zegt Koen Eylenbosch, leraar in ’t Regenboogje en zo’n beetje de gangmaker van het “multimediaproject” in de Etterbeekse school. “E-mail is bijvoorbeeld een prachtig middel om de leerlingen te motiveren tot het schrijven van een opstel. In normale omstandigheden is een opstel zowat het ergste wat je ze kan aandoen. Maar als je het goed aanpakt, kan je hen wel warm maken. Hoe hebben wij dat opgelost? Door met twee andere scholen uit Gent en Leuven, samen aan één verhaal te schrijven. Eén school schrijft de inleiding, die wordt doorgemaild naar de tweede school, die een middenstuk maakt; waarna school drie er een slot aan breit. En ineens blijken de leerlingen supergemotiveerd. We merken het ook aan de kwaliteit van de opstellen.”

Hoe vroeger de kinderen de computer leren gebruiken, hoe beter. Vandaar dat ze al vanaf de tweede kleuterklas op de muis mogen klikken. Ook voor de allerjongsten bestaan er prachtige educatieve programma’s op cd-rom, vertelt Eylenbosch. “Blokjes schuiven, kleurherkenning, dat soort dingen. Oefeningen aangepast aan hun leeftijd.”

Producenten van cd-roms werpen zich met overgave op de kindermarkt en komen inderdaad met schitterend materiaal aanzetten. De van Transposia afkomstige kleuteravonturen van “Blinky Bill” en “Freddi Fish”, bijvoorbeeld. Of “Robbie Konijn Kleuter” (van TLC Domus), met eenvoudige taal- en rekenspelletjes. Of “Fred en de flessenfiets” (van uitgeverij Lannoo), een interactief verkeersspel voor kinderen van vier tot acht jaar. Het kind haalt dubbel profijt: het ontwikkelt niet alleen zijn denkvermogen, maar ontdekt ook de computer. Het doet dat bovendien heel snel. Mourice: “Het is ongelooflijk. Ikzelf heb de grootste moeite gehad om wegwijs te geraken in simpele tekstverwerkingsprogramma’s, mijn jongste dochter hoeft maar een uur aan de pc te zitten en ze kent er al meer van dan ik.”

ONDERWIJS IN ORIGINELE VERPAKKING

Een eigen website? Daar wordt aan gewerkt. Een ambitieuze aangelegenheid, want ’t Regenboogje wil beter doen dan de gemiddelde schoolsite. Een grote foto en een lap tekst, daar is men niet mee tevreden. Er moet interactiviteit zijn. In het Internet herkent de schooldirectie bovendien het ideale medium om de leerlingen te laten communiceren met andere werelden en culturen. “Een tijdje geleden is een leerlinge van ons met haar ouders verhuisd naar Paraguay. Via e-mail houden we contact. Geweldig vinden de kinderen dat, iemand die zo ver weg is zo gemakkelijk kunnen bereiken.” De correspondentie gebeurt in verschillende talen. Taalonderwijs, in een originele verpakking.

De bijzondere aandacht voor wereldwijde communicatie sluit aan bij het aparte karakter van de school. ’t Regenboogje is niet alleen modern omwille van haar initiatieven op het vlak van multimedia, maar ook omwille van haar uitgesproken multiculturele ingesteldheid. De Nederlandstalige instelling, gelegen in hoofdzakelijk francofoon Brussels gebied, telt zo’n 170 leerlingen van maar liefst 32 nationaliteiten. Nicaragua, Pakistan, Ghana, Kenia, Columbia, Chili, Marokko, Turkije, Georgië, Iran, Algerije, Australië, Joegoslavië, Brazilië, Argentinië: de hele wereldbol is vertegenwoordigd in Etterbeek. Verrassend of niet, van culturele en raciale problemen is op de school geen sprake, aldus de directrice. “Jonge kinderen kennen het begrip racisme niet, alleen in de volwassen wereld manifesteert het zich.” Een belangrijke boodschap, vindt Mourice, en een boodschap gericht aan iedereen. “Kijk om je heen in Brussel, de multiculturele samenleving is hier een feit. Het valt toch niet meer te ontkennen. De migranten zullen niet plots massaal vertrekken, laten we dus leren om vriendelijk met elkaar om te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat de Belgische en Marokkaanse en nog andere culturen uiteindelijk zullen samenvloeien tot één grote gemeenschappelijke cultuur. Er verstrijkt misschien nog honderd jaar voor het zover is, maar het proces is onomkeerbaar.”

RIJK EN ARM NAAST ELKAAR

Het oudercomité van ’t Regenboogje bestaat alvast uit een bont gezelschap van rassen en nationaliteiten. Alle culturele en raciale verschillen worden volgens Mourice opgeheven door die ene gemeenschappelijke bekommernis van de ouders: allemaal willen ze het beste voor hun kind. “Vooraleer je een kind iets kan aanleren, moet het zich op zijn gemak voelen. Opvang en zorgverstrekking zijn dan ook uiterst belangrijke bekommernissen van de school.” Met een bescheiden leerlingenaantal van 170 is die opvang ook nog praktisch haalbaar. Anderstalige nieuwkomers in ’t Regenboogje krijgen extra lessen Nederlands in een speciaal daartoe ingelegde klas. Na zes tot negen maanden hebben ze hun achterstand al voor een aanzienlijk deel ingehaald. Kinderen leren nu eenmaal enorm snel. Mourice: “Veel andere scholen weigeren zo’n klas voor anderstaligen in te richten. Ik heb het daar moeilijk mee, want zo ontlopen ze naar mijn gevoel hun verantwoordelijkheid. Alle scholen hebben het nondiscriminatiebeleid ondertekend, maar in de praktijk komt er van dat beleid weinig in huis.”

Migrantenkinderen komen naar ’t Regenboogje omdat ze er goed worden opgevangen. Nederlandstalige kinderen, en die zijn er in groeiend aantal op de school, komen omdat de ouders de visie van de directie onderschrijven. Mourice: “We geven een beeld van het Brussel van de toekomst, een plek waar iedereen naast elkaar leeft. Je vindt hier zowel kinderen uit heel rijke gezinnen als uit kansarme families. Zo wil ik het ook houden. De kinderen moeten met alles en iedereen leren omgaan.”

Die duidelijke toekomstgerichte visie heeft wellicht de juryleden van de Microsoft Road Ahead-wedstrijd overtuigd, gelooft Mourice. ’t Regenboogje diende in vergelijking met veel andere scholen een klein dossier in, maar gaf wel blijk van een sociale breeddenkendheid die elders ontbrak. In de praktijk komt die visie neer op: een computerklas kan nuttig zijn, het draait er echter vooral om wie je erin stopt. Niet alleen de bollebozen moeten vooruitkomen, maar ook de sociaal achtergestelde kinderen. De trieste verhalen van kansarme en/of illegale gezinnen, die zijn er wel degelijk. Verhalen van ouders zonder papieren die schrik hebben om het huis te verlaten. Verhalen van gezinnen met drie kinderen die met z’n allen in één kamer moeten leven. Gezinnen die dus zeker niet genoeg geld op de spaarrekening hebben staan om zoon- of dochterlief een computer te kopen. De pc’s op school krijgen daardoor een emancipatorische functie. Mourice: “Wij willen bewijzen dat het verkeerd is om neer te kijken op migranten. Ze hebben ook talenten en capaciteiten, we zien dat hier elke dag. Ze moeten alleen de kans krijgen om hun talenten te ontplooien.”

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content