Patrick Martens

Er is een nieuw akkoord voor het onderwijs. Marleen Vanderpoorten en de vakbonden leggen even de riem af. Maar niemand durft zeggen hoe lang de sociale rust zal duren.

In het vergadercomplex De Montil in Affligem werd na afloop geen champagne gedronken. Dat zou aanmatigend geweest zijn, zo herinnerden onderwijsminister Marleen Vanderpoorten (VLD) en de vakbonden aan minister Mieke Vogels (Agalev) die een jaar geleden wel uitbundig het glas hief op het sociaal akkoord met de non-profitsector. Na een ultieme onderhandelingsronde van bijna 30 uur was iedereen vrijdagochtend ook veel te moe om zich nog op geestrijk vocht te storten. Bovendien bleef het COV, de christelijke vakbond van de leerkrachten in het basisonderwijs, een voorbehoud maken bij de zwaarbevochten onderwijs-cao omdat er te weinig gedaan wordt aan de werkdruk van de onderwijzers.

Met een lineaire loonsverhoging van 3 procent en een waaier van maatregelen om het werkcomfort van de leerkrachten te verhogen, verschilt de inhoud van de cao niet wezenlijk van de ontwerptekst die een week eerder uit de bus kwam. Waarom duurden de laatste gesprekken dan nog zo lang? Vanderpoorten: ‘Onderwijs is een heel technische materie. De uitwerking van de afspraken nam veel tijd in beslag. We wilden ook echt een impuls geven om de sociale rust in de scholen te laten terugkeren en het onderwijsberoep weer aantrekkelijk te maken. Het is trouwens ook tijd dat we andere belangrijke dossiers kunnen aansnijden.’

Die uitleg van de minister verbloemt dat er wel degelijk tot op het allerlaatste moment knelpunten op tafel lagen. Een voorbeeld is het wegwerken van de zogeheten plage-uren, die leerkrachten naast hun gewoon uurrooster gratis presteren. Die maatregel treft vooral het gemeenschapsonderwijs, waar die plage-uren oplopen tot 4 procent van het hele werkvolume om de scholen draaiende te houden. Maar ook George Vansweevelt van de socialistische onderwijsvakbond wilde op dat punt geen toegeving meer doen en zeker niet indien dat ten koste moest gaan van een andere maatregel, het terugschroeven van de besparingen op de lesuren in het secundair onderwijs. Hoewel nu uitdrukkelijk is afgesproken dat de Vlaamse regering de keuzevrijheid in het onderwijs zal blijven waarborgen, is het laatste woord over deze kwestie duidelijk nog niet gezegd.

DOEKJE VOOR HET BLOEDEN

De werkdruk in het lager onderwijs was een ander twistpunt. Een campagne om jonge mensen warm te maken voor een lerarenopleiding was voor de vakbonden slechts een doekje voor het bloeden. Maar omdat niemand zag hoe het groeiende tekort aan onderwijzend personeel in samenhang met de pensionering van heel veel oudere leerkrachten op korte termijn kan worden aangepakt, werd dan maar een andere uitweg gezocht. Tegen 1 september moet er een protocol zijn tussen de minister, de vakbonden en de onderwijskoepels om de administratieve rompslomp voor het basisonderwijs ‘voelbaar’ te verminderen.

Daarnaast verpestte minister-president Patrick Dewael (VLD) de sfeer in Affligem weer bijna door op de valreep via de audiovisuele media zijn interpretatie mee te geven van de eerste resultaten van de loonstudie uitgevoerd door het bureau Hay Management. ‘Negentig procent van de leerkrachten heeft niet te klagen over zijn wedde. In vergelijking met de privé-sector is er alleen voor directeurs en ander kaderpersoneel een probleem’, zo wist Dewael. De vakbonden steigerden en Vanderpoorten vond het allesbehalve leuk. ‘De mening van Dewael was ongenuanceerd’, aldus de onderwijsminister. ‘De basiswedde van de leerkrachten is niet concurrentieel. Maar als je bijvoorbeeld ook de vakantieregeling en de vastheid van betrekking mee in rekening brengt, dan wordt hun marktpositie beter.’ Behalve een verhoging van de jaarwedde van de directeurs in het basisonderwijs, probeerde Vanderpoorten in Affligem toch nog 1 procent van de loonsverhoging op een gedifferentieerde manier toe te kennen, maar de vakbonden hielden het been stijf.

Door hun hardnekkigheid bedragen de kosten van de nieuwe cao uiteindelijk bijna 27 miljard frank (670 miljoen euro) in deze regeerperiode. Dat is 10 miljard frank (250 miljoen euro) meer dan de limiet die de Vlaamse regering had gesteld. Daardoor zal Vanderpoorten, die van haar collega-ministers in de laatste fase opnieuw 3,5 miljard (86,7 miljoen euro) extra kon aftroggelen ‘om een evenwichtig akkoord te kunnen sluiten’, niet minder dan 6 miljard (148,7 miljoen euro) op haar eigen begroting moeten zoeken. Volgens de minister is dat technisch haalbaar, maar in de praktijk moet nog blijken of de rekeningen die haar kabinet heeft gemaakt, kloppen en op welke uitgaven zij dan wel kan besparen.

Met die 27 miljard frank (669,3 miljoen euro) is voor de Vlaamse regering de kous in ieder geval af. Dat staat ook met zoveel woorden in de cao. Over nieuwe kwalitatieve maatregelen en over gedifferentieerde loopbaanstelsels en loonsverhogingen wordt pas vanaf 2003 onderhandeld. Hay Management krijgt daarom nu ook wat meer tijd om zijn studie aan te vullen en af te ronden. Nieuwe uitgaven zijn in dat scenario pas mogelijk vanaf het schooljaar 2004-2005. Vanderpoorten hoopt dat de sociale vrede in het onderwijs zo lang stand houdt, ‘want we hebben nu in een jaar tijd voor 40 miljard frank (990 miljoen euro) afspraken kunnen maken’. Maar de vakbonden nemen enkel akte van het feit dat de beruchte loonstudie ondertussen een tactisch wapen is geworden om nieuwe eisen voor enkele jaren af te blokken.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content