Mobistar klaagt Belgacom aan voor misbruik van macht en obstructie van de telecomliberalisering. Een proces met verregaande gevolgen.

De Duet-dienst van Belgacom maakt het mogelijk om een vast en mobiel telefoontoestel te integreren op één enkel nummer, en wel het bestaande vaste nummer. De oproepen naar dit nummer komen toe op de gsm als die is ingeschakeld, op het vaste toestel als de gsm uitstaat, en in een mailbox als de oproep niet wordt beantwoord. Een convergentiedienst noemt men zoiets: de vaste en mobiele telefonie die naar elkaar toe groeien. Deze belangrijke trend in de telecomsector wordt de komende jaren zeker doorgezet.

Mobistar vindt evenwel dat het spel niet eerlijk wordt gespeeld. Belgacom en haar mobilofoniedochter Proximus monopoliseren de convergentietrend, aldus de gsm-operator. Enkele maanden voor de lancering van de Duet-dienst, spande Mobistar daarom een rechtszaak in tegen Belgacom. Vandaag, woensdag 24 februari, valt de uitspraak. Wat het vonnis ook wordt, het zal verregaande gevolgen hebben voor de telecommarkt. Wint Belgacom, dan versterkt de voormalige staatsreus zijn machtspositie en heeft hij een alibi om de (huidige en toekomstige) concurrentie weg te drukken. Wint Mobistar, dan ziet het ernaar uit dat Belgacom binnenkort een volwaardige concurrent heeft, zowel voor de vaste als de mobiele telefonie.

Naast de vraag voor de Brusselse handelsrechtbank om de Duet-dienst te schorsen, heeft Mobistar voor de Europese Commissie nog een tweede proces lopen tegen Belgacom. Het gaat om twee verschillende klachten. Op Belgisch niveau wil Mobistar een einde stellen aan het “misbruik van machtspositie” van de historische operator. De argumentatie luidt ongeveer: Belgacom gebruikt de vaste telefonie, verworven in een monopoliepositie, om haar positie in de mobilofonie, een concurrentiële markt, te versterken. En dat is niet eerlijk. De rechtszaak voor de Europese Commissie, waarin de uitspraak wellicht later dit jaar valt, gaat nog een stuk verder. De Duet-dienst druist volgens Mobistar in tegen de principes van de liberalisering van de telecommarkt, zoals overeengekomen door de lidstaten van de Europese Unie. Die bepalen dat alle telecomactiviteiten in Europa, tot voor kort uitgeoefend door staatsbedrijven, moeten worden opengesteld voor concurrentie.

We plegen helemaal geen obstructie, zegt Belgacom. Een van de doelstellingen van de liberalisering van de telecommunicatiemarkt is precies het stimuleren van nieuwe diensten. Duet is zo’n dienst, want ze speelt in op nieuwe technische mogelijkheden en beantwoordt aan een concrete behoefte van de consument.

EEN PROTECTIONISTISCHE REFLEX

Belgacom haalde de inspiratie in Denemarken, waar TeleDanmark in ’97 een gelijkaardige formule lanceerde, met eind vorig jaar al 180.000 klanten. Hoeveel Belgen zich hebben geabonneerd op Duet sinds de lancering afgelopen december, wil Belgacom niet zeggen. Confidentiële informatie.

Waarom is Denemarken naast België het enige land in Europa waar telecomconvergentie in Duet-vorm wordt aangeboden? Omdat het model in andere landen onbespreekbaar is, volgens Mobistar. Nieuwe diensten moeten immers passen binnen de Europese richtlijnen over liberalisering, waarbij nieuwe operatoren tot de markt worden toegelaten. In zijn huidige vorm duwt Duet de andere operatoren echter de hoek in.

De vergelijking met Denemarken gaat volgens Mobistar trouwens niet op. TeleDanmark zou immers belangrijke toegevingen hebben gedaan aan de plaatselijke mobilofonie-aanbieder in verband met een snelle toetreding tot de vaste telefoniemarkt. Toegevingen waarvan hier geen sprake is. Mobistar interpreteert die starre houding als een protectionistische reflex: onder het mom van een innovatieve dienst stuurt Belgacom aan op een terugkeer naar de oude monopoliesituatie. De beschuldigde ontkent alles. Belgacom zegt bereid te zijn de Duet-dienst samen met Mobistar en derde gsm-operator KPN Orange aan te bieden, onder dezelfde voorwaarden als diegene die met Proximus zijn overeengekomen. Concreet: de klant kan een oproep op zijn vast (Belgacom)-nummer altijd laten doorschakelen naar zijn gsm, ongeacht op welk netwerk de gsm is aangesloten. De potentiële partners annex concurrenten krijgen echter geen enkele inhoudelijke inbreng in de dienst(verlening) én Belgacom eist het feitelijke alleenrecht op om Duet aan de consument te verkopen. De “partners” mogen alleen beschikken over het communicatiestrookje van het vaste nummer naar het mobiele nummer. Een strookje waar geld aan te verdienen valt, want het doorschakelen van vast naar mobiel kost de gebruiker geld. Niettemin: als men er even over nadenkt, wordt de absurditeit van het voorstel wel duidelijk. Stel je immers voor dat je de winkel – de Teleboetiek – binnenstapt voor inlichtingen over Duet. Dan zou de verkoper in principe moeten vertellen: meneer of mevrouw, u kan Duet nemen in combinatie met een Proximus-nummer of een Mobistar-nummer, en het maakt ons niet uit of u voor ons of voor onze concurrent kiest. En omgekeerd: Mobistar, of KPN Orange, zou reclame maken voor Belgacom. Het is veilig te veronderstellen dat er nog veel zal moeten veranderen vooraleer het zover komt.

UITSTEL VAN LIBERALISERING

Vraagt Mobistar de afschaffing van convergentiediensten? Helemaal niet. Het vraagt om volwaardige partner of concurrent te mogen worden. Zo kanDuet bijvoorbeeld best een stukje goedkoper, aldus de mobilofonie-aanbieder. Bovendien gaat het om een vrij primitieve dienst, wegens het gebrek aan intelligente filtering (alleen welbepaalde oproepen doorschakelen, onmiddellijke verwerking van faxberichten…). Nogal propagandistische argumenten, maar goed, men krijgt niet de kans om die beweringen hard te maken. Noodzakelijke voorwaarde daarvoor is dat Mobistar een geheel eigen equivalent van Duet uitbouwt. Dus mét eigen “vaste” nummers. En mét een eigen “vast” netwerk. Meteen het einde van de heerschappij van de historische operator. Daar gaan we hoe dan ook naartoe, dankzij de Europese richtlijnen inzake telecom. Alleen heeft Belgacom er alle belang bij om het einde te kunnen uitstellen.

Volwaardig concurrent worden dus. Mobistar steunt zijn zaak op twee punten. Eén: het gebruik van het bestaande vaste nummer in Duet geeft Belgacom een sterk concurrentieel voordeel tegenover andere spelers. Twee: dat – historisch bepaalde – voordeel uitspelen is in strijd met de liberaliseringsregels. Daarom trouwens ook de twee verschillende gedingen: voor de Belgische rechtbank kan geen proces worden gevoerd dat betrekking heeft op de openstelling van de telecommarkt. Die materie is alleen relevant op Europees niveau.

De uiteindelijke uitspraak van het geschil zal afhangen van het gewicht van de Europese richtlijnen. Zo blijft de vraag welke sancties eventueel zouden volgen op een – eventuele – veroordeling. In Engeland wordt de historische operator nu al gedwongen om nieuwe spelers van zijn infrastructuur (kabelnetwerk) te laten gebruikmaken. Dit vanuit de redenering dat het netwerk behoort tot het patrimonium en geen eigendom is van de historische operator.

Her en der wordt ook gewerkt aan nieuwe en betere netwerken, bijvoorbeeld in glasvezel in plaats van in koperkabel. Mobistar kan sedert de opheffing van het Belgacom-monopolie (1 januari ’98) in principe ook zo’n netwerk opzetten, maar zoiets vraagt enorme investeringen. Vooral het leggen van de zogenaamde local loop, het laatste stukje kabel – van de plaatselijke telefooncentrale naar de huiskamer – blijkt een zeer arbeids- én kapitaalintensieve aangelegenheid. Daar wil of kan de gsm-aanbieder voorlopig niet aan beginnen. Wat in Engeland geldt, wil Mobistar ook hier: vrije toegang tot die local loop.

Of ze wordt vertraagd of niet, de telecomliberalisering valt op termijn niet tegen te houden. Belangrijke datum: op1 januari 2000 wordt de nummeroverdraagbaarheid ingevoerd. Dat principe bestaat erin dat je van één operator kan overstappen naar een andere zonder je telefoonnummer te moeten veranderen. Het bestaande klantenbestand wordt opengesteld. Een principe dat aan relevantie zal winnen bij de opkomst van convergentiediensten. Tot voor kort waren vaste en mobilofonie twee strikt gescheiden communicatie-instrumenten, omwille van prijsfactoren (mobiel duurder dan vast) en omwille van technische beperkingen. Maar vandaag groeien die producten naar elkaar toe en zullen ze elkaar zelfs voor een deel gaan overlappen. De gemiddelde telefoongebruiker ligt er nog niet wakker van, maar heeft de formule ook nog niet kunnen ontdekken. Hoe zou dat nu toch komen?

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content