Politieke tegenstellingen, misdadigers, haat en angst belemmeren het vredesproces in Bosnië. Volstaat conventionele diplomatie ?

EEN BERICHT UIT BELGRADO

HET VERDRAG van Dayton wou de drie oorlogspartijen in Bosnië scheiden, om vervolgens de Moslims, Kroaten en Serviërs samen de vrede te laten omarmen. De Ifor-troepen hebben, onder leiding van de Navo, hun scheidingswerk nu verricht, maar van vreedzame coëxistentie is nog weinig merkbaar. In Mostar weigeren de Kroaten samen te leven met de Moslims. In Sarajevo beweren de Serviërs dat de Moslim-autoriteiten hen zullen afmaken. In beide steden lijkt het ?civiele deel” van het Dayton-akkoord onuitvoerbaar. Wat het militaire succes van Ifor bedreigt. De Amerikaanse regering was zich bewust van dat gevaar. Ze beval de drie partijen die het vredesverdrag ondertekenden in het weekend van 17 en 18 februari bij elkaar te komen in Rome. Daar is geprobeerd met de presidenten Alija Izetbegovic (Bosnië/Moslim), Franjo Tudjman (Kroatië) en Slobodan Milosevic (Servië) de overeenkomst van Dayton weer op de sporen te krijgen.

HERCEGOVINA.

In Mostar brak weerbarstigheid onder de Kroaten uit toen Europees administrator, de Duitser Hans Koschnick, zijn plan bekend maakte. Mostar zou weer verenigd worden zoals weleer, maar de stad zou gaan bestaan uit drie Kroatische gemeenschappen en drie Moslimgemeenschappen plus een gemeenschappelijk district. De Kroaten wilden echter een strakke scheiding tussen hun West-Mostar en Oost-Mostar, waar Moslims na gevechten zijn samengedreven. Een Bosnische Serviër schetste de spanning tussen de twee gemeenschappen met : ?Wij haten de Moslims, maar onze haat is onbetekenend vergeleken bij die van de Kroaten.”

Een grote groep Kroatische extremisten viel een paar weken geleden Koschnick aan. De Europese administrator slaagde erin aan hun toorn te ontsnappen en weg te vluchten in een politiekantoor. De lokale Kroatische radio die verwachtte dat Koschnick zijn opdracht zou opgeven riep de hele dag triomfantelijk de boodschap om : ?Europa leeft hier niet meer.”

Maar Koschnick verliet Mostar niet. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Klaus Kinkel arriveerde in Zagreb en vertelde er president Franjo Tudjman van Kroatië dat de hele Europese Unie het plan van Koschnick steunde. Er moest een onverdeeld Mostar komen. Kinkel ontmoette ook de oppositie in de Kroatische hoofdstad. Die versloeg ruim de regerende HDZ (Kroatische Democratische Unie), de partij van Tudjman dus, in de gemeenteraadsverkiezingen van oktober en wil eindelijk haar kandidaat kunnen aanstellen tot burgemeester van Zagreb waartegen de president zich verzet. Kinkel steunde de oppositie in haar betrachting. Dat stemde Tudjman zo razend dat hij al zijn beloften over het Bosnische Mostar inslikte. Kinkel zag met eigen ogen dat Europa ook niet meer leeft in Tudjmans deel van Zagreb.

Na de aanval op Koschnick pochte de burgemeester van West-Mostar, Mico Brajkovic, dat Tudjman achter hem staat. Wellicht is het juister te zeggen dat de Krostische president zich moeilijk kan losmaken van de extremisten uit Hercegovina, die Mostar in hun klauw hebben. Zij vormen een belangrijk deel van de aanhang van de Kroatische minister van Defensie, Gojko Susak. Die verbergt niet eens dat hij de opvolging van Tudjman ambieert. Wat trouwens naar de wens is van zijn supporters in Hercegovina.

Dank zij Susak tiert de misdaad welig in Mostar. De lokale gangster Mladen Naletilic ?Tuta” regeert de stad. Tuta beweert een terrorist van wereldreputatie te zijn, banden te hebben met de internationale terrorist Carlos, het Iers Republikeins Leger (IRA) en met minister Susak. Tuta staat bekend als een liefhebber van dure auto’s. Er wordt gezegd dat hij verschillende dure Mercedessen met zwart getinte ruiten bezit. Hij is eigenaar van een casino en lijkt bijzonder handig in het tegenhouden van humanitaire konvooien. Vrede en de uitvoering van het verdrag van Dayton komen de misdadigers van Tuta slecht uit en dat bekennen ze ook hardop.

UITTOCHT.

De toestand in Sarajevo ligt anders. Daar zijn de Serviërs doodsbang voor de Moslims. Ze verlaten hun woningen en wijken voor de Moslims op 19 maart het bestuur van de hele stad overnemen.

Al gedurende de onderhandelingen in het Amerikaanse Dayton en onmiddellijk na de ondertekening van het verdrag, veroordeelden de leiders van de Bosnische Republika Srpska het feit dat de president van Servië, Slobodan Milosevic, akkoord ging om Sarajevo onder Moslimbewind te plaatsen. De volksservische leider Radovan Karadzic vond dat het voormalig multiculturele symbool een nieuw Berlijn moest worden. Een verdeelde hoofdstad, waarin desnoods een muur Moslims en Serviërs moest scheiden. Een oplossing dus die zijn Kroatische vijanden in Mostar genegen zijn.

De moeilijkheden rond de Servische wijken in Sarajevo weerspiegelen de controverse tussen de leiders in de Servische hoofdstad Belgrado enerzijds en die in de ?hoofdstad” Pale van de Republika Srpska anderzijds. Hoe harder Belgrado meewerkt met de internationale gemeenschap (of zegt dat te doen), des te harder roepen de leiders in Pale dat alle Serviërs Sarajevo moeten verlaten. Voor Karadzic en zijn aanhang biedt de stad immers de enige troefkaart waarmee ze het Dayton-akkoord kunnen overbieden, in de hoop obstructie te kunnen plegen om een wijziging van het verdrag af te dwingen. Hun invloed op de plaatselijke volksserviërs is nog altijd groter dan de invloed van hun lokale tegenstanders die de lijn van Belgrado volgen. Dat kan alleen veranderen als Karadzic en zijn generaal, Ratko Mladic, aan het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag worden uitgeleverd. Maar tegen dan zullen er wel niet veel Serviërs in Sarajevo meer overblijven.

De Amerikaanse regering stond tot voor kort heel welwillend tegenover de regering van Moslimpresident Alija Izetbegovic. Tot Ifor een opleidingskamp voor terroristen ontdekte in Fojnica, veertig kilometer bezuiden Sarajevo. Er werden drie Iraanse instructeurs gearresteerd. Eén van hen bleek een bediende van de Iraanse ambassade met een diplomatiek paspoort. Meteen knoopten de Amerikanen Izetbegovic in het oor dat hij niet op hun hulp moet rekenen zolang hij nauwe banden met Iran onderhoudt.

In Bosnië vochten zo’n vier- à vijfduizend mujahedin mee met het regeringsleger, dat hoofdzakelijk uit Moslims bestond. De meesten verdwenen eind ’95 na de ondertekening van het Dayton-akkoord, dat buitenlandse strijders verplichtte het land te verlaten. Maar sommige mujahedin kregen een Bosnisch paspoort en bleven in Bosnië. Washington maakt zich daar zeer bezorgd om. Het is bang dat de mujahedin, bijgestaan door getrainde lokale soldaten, aanslagen zouden plegen tegen Amerikaanse troepen. Bovendien werden in het opleidingscentrum van Fojnica ook antipersoonsmijnen gevonden, vermomd als kinderspeelgoed. Die waren duidelijk niet bedoeld voor het slagveld.

De Bosnische Moslimbevolking is niet erg gesteld op de mujahedin. Maar sommige jongeren sluiten bij hen aan om geld te verdienen om hun families te onderhouden. Met de soldij van het regeringsleger is dat onmogelijk. Bovendien krijgen de mujahedin logistieke steun van humanitaire moslimorganisaties. In het verarmde Bosnië brengt dat extra-privileges met zich mee.

HOBBELS.

De problemen rond Mostar en Sarajevo en de ontdekking van het opleidingskamp van de mujahedin vormden voldoende aanleiding om de vergadering in Rome (?Dayton aan de Tiber”) bijeen te roepen. De drie betrokken partijen moesten er zich nogmaals bereid verklaren het verdrag van Dayton strikt na te leven. Dat deden ze. De Amerikaanse onderhandelaar Richard Holbrooke die ondertussen zijn baan op Buitenlandse Zaken ruilde voor een winstgevender job bij de beurs in het Newyorkse Wall Street verklaarde naderhand dat in Rome ?enkele hobbels van de weg” waren opgeruimd. Maar geen waarnemer gelooft dat alle hindernissen van de baan zijn. De vraag is of conventionele diplomatieke middelen volstaan om de weg naar vrede open te houden.

Na 25 uur werken zijn in Rome vijf documenten aanvaard. Een week later bleken twee ervan al dode letter de Verklaring over Sarajevo en het Akkoord over Mostar. Steeds meer Serviërs verlaten Sarajevo ; de Kroaten blijven zich verzetten tegen een ?open” Mostar. Voorts zijn de drie kampen in de regel bereid mee te werken met het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag. Maar dat gebeurde vooralsnog niet. Kroatië en Joegoslavië (Servië-Montenegro) verklaren verdachten te zullen uitleveren na wijziging van hun grondwet, die uitlevering van eigen burgers verbiedt. De grondwetswijzigingen zouden gauw gebeuren, maar wanneer is niet geweten.

De gevolgen van de ?etnische schoonmaak” en de macht van de misdadigers vallen nu op in Bosnië. Om bijvoorbeeld de misdaad in Mostar aan te pakken, moeten de banden tussen Zagreb en de misdadigers worden doorgesneden. Om de tragische gevolgen van de ?etnische schoonmaak” deels te verzachten, moeten de vluchtelingen kunnen terugkeren naar hun steden en dorpen. Dat alles lijkt op dit ogenblik een verre wensdroom. Maar gold dat enkele maanden geleden ook niet voor het sluiten van een vredesverdrag ? Het belangrijkste is niet op te geven.

Branislav Milosevic

Een Ifor-militair ontneem een Serviër een handgranaat in de volksservische wijk Vogosca, die wordt overgedragen aan het Moslimbestuur van Sarajevo.

Het voetvolk van de Navo werkt in een modderpoel. Onderhandelaar Richard Holbrooke kreeg een job op Wall Street.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content