Voor de twitterende voorzitter van het Europees Parlement, de Duitse sociaaldemocraat Martin Schultz, is het een uitgemaakte zaak: wat de Grieken na de verkiezingen van afgelopen zondag te doen staat, is een coalitie vormen die de Griekse engagementen met de Europese Unie nakomt. Een wat vreemde uitspraak van Schultz, want zo’n driekwart van de Grieken heeft zich net uitgesproken tegen die stringente saneringsverplichtingen opgelegd door de EU en het Internationaal Monetair Fonds.
Gewezen premier Guy Verhofstadt, nu aanvoerder van de liberale fractie in het Europees Parlement, was dan weer opgetogen met de verkiezing van de socialist François Hollande tot nieuwe president van Frankrijk. Verhofstadt ziet in Hollande een medestander voor een groot Europees herstelproject. Ook premier Elio Di Rupo hoopt dat er, samen met zijn vriend François Hollande, nu eindelijk werk kan worden gemaakt van een concreet Europees plan voor economische groei en jobcreatie.
Al was François Hollande na de bekendmaking van zijn zege op Nicolas Sarkozy minder stellig over die Europese herstelplannen dan tijdens de verkiezingscampagne. Zoals hij ook zijn beloften om de uitkeringen te verhogen, meer jongeren aan het werk te zetten en het aantal leerkrachten te vermeerderen niet meer heeft herhaald.
De presidentsverkiezingen hebben immers Frankrijk letterlijk in tweeën gesplitst. Alleen Valéry Giscard d’Estaing behaalde in 1974 een nog krappere overwinning op François Mitterrand dan Hollande op Sarkozy. Uit de verkiezingscijfers die afgelopen maandag werden vrijgegeven blijkt dat niet eens de helft van de ingeschreven kiezers op Hollande heeft gestemd.
Tijdens de eerste ronde van de presidentsverkiezingen was al gebleken dat bijna een vijfde van de opgekomen kiezers zich achter het extreemrechtse Front National van Marine Le Pen schaarde.
Jean Quatremer, correspondent in Brussel voor de krant Libération, vatte zondagavond het resultaat van de Franse presidentsverkiezing aldus samen: ‘Een linkse president in een rechts land, dat belooft wat voor de komende vijf jaar.’
En dat belooft ook wat voor de Europese Unie waar tegenwoordig een soort double speak wordt gehanteerd. In de EU-hoofdkwartieren draaien de nieuwe gebedsmolens rond herstel en duurzame groei. Al wordt er nooit bij verteld hoe die tot stand moeten komen op economische en financiële puinhopen zoals die in Griekenland, Portugal en Spanje.
Niettemin heeft ook Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, het steeds vaker over groei. Al bedoelt Draghi daarmee wel iets anders dan Verhofstadt en Di Rupo. Want onder Duitse druk blijft de ECB erbij dat de eurolanden, om die groei tot stand te brengen, de begrotingsorthodoxie moeten handhaven en hun schulden onder controle moeten houden.
De verkiezing van Hollande als Franse president zou een nieuw begin betekenen voor Europa, beweren commentatoren. De waarheid is dat zelfs Frankrijk, opgezadeld met een loodzwaar overheidsbeslag van ruim 56 procent, eerst ingrijpende structurele hervormingen moet doorvoeren vooraleer nog maar kan worden gedacht aan het inlossen van de beloften van de nieuwe president.
Bovendien kampt Europa met een gigantisch probleem waar de Europese politieke kopstukken liever niet over praten: de sterk toegenomen instabiliteit van de Europese banken. Die onzekerheid wordt geïllustreerd door de 1200 miljard dollar die de Europese banken, volgens The Wall Street Journal, wereldwijd bij centrale banken hebben geparkeerd.
Dat bedrag ligt 12 procent hoger dan eind vorig jaar en maar liefst 66 procent hoger dan in 2010. Zowat de helft van het weggezette geld, dat op die manier aan de economie wordt onttrokken, is afkomstig van de goedkope leningen die de Europese Centrale Bank heeft verstrekt.
Momenteel heeft de Europese centrale bank zo’n 2200 miljard euro aan zogeheten monetaire beleidsinstrumenten – een duur woord voor goedkope leningen – uitstaan. Het grootste deel daarvan, ruim 880 miljard euro, zit bij de Europese banken die met die goedkope leningen het eigen vermogen stijven en risicovol staatspapier kopen. In de Verenigde Staten zit het merendeel van de 2800 miljard dollar die de Federal Reserve heeft uitstaan bij de Amerikaanse overheid.
Intussen is de kredietverstrekking die in de perifere landen en andere eurolanden in moeilijkheden het herstel op gang zou moeten trekken volledig ontwricht en raken de spaarders door de lage rentes het sparen ontleerd.
Europa wordt hier letterlijk door de banken genomen. Terwijl zowel de Europese Centrale Bank als de Federal Reserve met het uitstrooien van goedkope leningen het financiële systeem uit zijn hengsels hebben gelicht. En de Europese Unie heeft zelfs geen begin van een oplossing voor dit probleem.
WWW.KNACK.BE/RIK-VAN-CAUWELAERT
Rik Van Cauwelaert
De sterk toegenomen instabiliteit van de banken is een probleem waar EU-kopstukken liever niet over praten.