Hoe kunnen internettechnologie, games, muziek en film over het hele huis verspreid worden zonder kabels? De Digital Living Network Alliance denkt de sleutel tot het digitale huis te hebben gevonden.

Thuiskomen in een digitaal en draadloos netwerk, waarin alle elektronische toestellen met elkaar én met het internet verbonden zijn: dat is het droombeeld van de Digital Living Network Alliance (DLNA), een samen- werkingsverband van meer dan 140 bedrijven uit de pc-wereld, de consumentenelektronica en de telecom. Een opmerkelijk samenwerkingsverband, al was het maar omdat rechtstreekse concurrenten de koppen bij elkaar steken. Samen willen ze een digitaal huis – of beter, een digitale thuis – bouwen. Dat concept is niet nieuw, maar bestaat tot nu toe enkel op papier. De enige manier om werkelijk vooruit te komen, beseffen de grote producenten nu, is via de ontwikkeling van een technologisch platform waar iedereen achter staat. Dat platform moet een oplossing bieden voor de vele onverenigbaarheden tussen technologieën van verschillende producenten en het moet consumenten toelaten zonder probleem verschillende toestellen in huis met elkaar te laten communiceren. Wie vandaag zo’n communicatie tot stand wil brengen, beschikt best over een ingenieursdiploma en een bom geld. Dat moet dus veranderen.

De leden van de Digital Living Network Alliance hebben een duidelijk beeld van hoe het digital home er moet uitzien, maar beseffen dat ze hun klanten niet moeten lastigvallen met installatieprocedures, onbegrijpelijke foutmeldingen en andere technolast. ‘Ons succes staat of valt met het gebruiksgemak’, aldus Stacey Smith, chief information officer worldwide van Intel, een van de drijvende krachten achter de DLNA. ‘Het idee is: je koopt een toestel en je koppelt het meteen en zonder kabels aan het netwerk in je huis. Of je start een videofilm in de woonkamer en na een uur laat je die film bijvoorbeeld automatisch doorschakelen naar de slaapkamer. Of je luistert in de badkamer naar de cd die in je werkkamer draait.’ Maar dat is slechts het begin: doordat alle apparaten via een pc verbonden zijn met het internet, kan je ook films en muziek downloaden, kan je honderd en een online-diensten binnenhalen, kan je op elk scherm in huis games spelen met iemand uit Chili of Alaska. En komt er een nieuwe toepassing, dan kan die zo worden geïntegreerd in het netwerk.

De rol van Intel in dit geheel? De chipproducent is niet van plan om zelf tv-toestellen of digitale videorecorders te bouwen, maar wil wel graag de chips leveren, die alle apparaten in het draadloze netwerk met elkaar verbinden. De lijm die alles samenhoudt. Intel, vandaag vaste partner van de meeste pc-fabrikanten, hoopt via de Digital Living Network Alliance toegang te krijgen tot de markt van de consumentenelektronica en de games-industrie. Vandaar dat de grote middelen worden ingezet om het digital home zo snel mogelijk klaar te krijgen. De mega-alliantie die Intel vorig jaar samen met Sony heeft opgezet, telt intussen zeventien zogenaamde promotors, waaronder Microsoft, Nokia, HP, IBM, Fujitsu, Panasonic en Sharp. Daarnaast zijn er zowat 130 steunende leden, bedrijven die toegang hebben tot alle technische specificaties en de kans krijgen om inhoudelijke input te leveren. ‘Alle bedrijven die we vooraf als lid wilden, zitten in de alliantie’, meent Stacey Smith. Opvallende afwezige is Apple, dat zich altijd profileert als een buitenbeentje, maar nu niet echt een reden lijkt te hebben om weg te blijven. Commentaar van Smith: ‘Ze zijn altijd welkom.’

Hot spots

Vraag tien mensen of ze in een digitaal huis willen wonen en negen van hen zullen de schouders ophalen. Intel en anderen mogen dan wel het licht hebben gezien, de gewone burger is al blij als zijn internetverbinding twee dagen zonder onderbreking werkt. Méér technologie in huis betekent méér problemen. De vraag is dan ook of hij geneigd zal zijn om zijn lief en leed aan een netwerk en aan het internet toe te vertrouwen. Zou het kunnen dat de Digital Living Network Alliance zich in zijn ambities verslikt? Niet volgens Intel, dat enkele cijfers en trends voorlegt, die sceptici de mond moeten snoeren. Zo zullen Europese consumenten in 2007 meer dan 1,8 miljard euro uitgeven aan breedbandentertainment, films en games en muziek die worden binnengehaald via een ADSL- of kabelinternetverbinding.

Reeds volgend jaar zal 89 procent van alle nieuw verkochte draagbare computers uitgerust zijn met een chip die draadloze internettoegang verleent. Nu al zijn er wereldwijd 33.000 (waarvan 7000 in Europa) zogenaamde hot spots, openbare toegangspunten waar mensen hun draagbare computer draadloos kunnen verbinden met het internet. Die hot spots bevonden zich tot voor kort alleen in bedrijven, maar worden nu ook onder andere in luchthavens en cafés geïnstalleerd. Niet meer alleen voor zakenlui, maar ook voor gewone stervelingen. Volgens Intel worden de voorspellingen over het aantal mobiele computergebruikers dezer dagen voortdurend naar boven bijgesteld en is de groei sterker in de consumentenmarkt dan in de businessmarkt.

Kortom, de toekomst is draadloos en speelt zich af in huis. Bovendien kan de beperkte reikwijdte van lokale draadloze netwerken dankzij de nieuwe WiMAX-technologie worden verhoogd van 100 meter tot 70 kilometer. Zo wordt het mogelijk om gebieden te bereiken, waar nog geen glasvezel of koperdraad ligt. WiMAX, een upgrade van het gekende WiFi, laat datastromen toe tot 45 megabits per seconde, vier keer meer dan je met een reguliere ADSL-verbinding haalt. En dus genoeg om videobeelden op een groot scherm te streamen. De boodschap van de Digital Living Network Alliance: we zijn er helemaal klaar voor! De eerste producten die voldoen aan de DLNA-specificaties, moeten tegen het einde van het jaar in de winkels liggen. Je zult ze herkennen aan een speciaal logo.

Genieten van reclame

Mooie vooruitzichten, maar de realisatie van het digital home hangt niet alleen af van de werkvlijt van Intel, Sony en andere hardwareproducenten. Minstens even belangrijk is de beschikbaarheid van software of content, muziek en games en films en tv-programma’s. Als de leveranciers van die content – de muziekindustrie, filmmaatschappijen en tv-zenders – niet bereid zijn mee te werken, dient de spitstechnologie tot niets. De leveranciers eisen een waterdichte kopieerbeveiliging, maar die bestaat niet en is nooit een grote zorg geweest van pc-fabrikanten en elektronicaproducenten. Koude oorlog? Nou, niet meer. De elektronica- en pc-industrie erkennen dat digital rights management ‘het meest complexe probleem’ is dat ze ooit hebben moeten oplossen. De muziekindustrie is bijna ten onder gegaan aan haar afkeer van het internet en digitale muziekformats. Zij wil, van haar kant, álles proberen om te overleven. Ook Hollywood lijkt makkelijk te overhalen, want het internet is een lucratief nieuw kanaal waarlangs films kunnen worden verdeeld.

Hevige tegenstand zal vooral komen van de tv-zenders, die aanvankelijk misschien de makkelijkste partners leken. Door de komst van de personal video recorder, een toestel dat je favoriete programma’s opslaat op een harde schijf en dat via een eenvoudig commando alle reclameblokken wist, vrezen zij een groot deel van hun advertentie-inkomsten te verliezen. Een terechte vrees. Want als ze niet meer kunnen bewijzen of en wanneer hun publiek naar reclame kijkt, zullen hun adverteerders niet meer de volle pot willen betalen. Ze snijden dus in hun eigen vlees door het initiatief van het Digital Living Network Alliance te steunen.

‘Mensen zijn van nature gekant tegen verandering, maar uiteindelijk accepteren ze die verandering wel’, countert Stacey Smith. ‘Ik ga niet akkoord met de stelling dat de tv-advertentiemarkt ineen zal stuiken wanneer mensen hun personal video recorder goed leren gebruiken. Ik geloof dat mensen, bewust of onbewust, graag naar reclame kijken. Reclame helpt hen immers bij hun aankopen. Vandaag staan tv-zenders argwanend tegenover de personal video recorder, omdat die hun traditionele manier van werken ondermijnt. Maar, ze vinden wel andere manieren om geld te verdienen. Daar moet je niet aan twijfelen. Eén ding staat vast: de personal video recorder komt er sowieso, met of zonder steun van de tv-zenders. Het is dus in hun eigen belang dat ze creatief nadenken over hoe ze die nieuwe technologie in hun eigen voordeel kunnen aanwenden. Het technologisch platform van het digital home is een open platform, wat betekent dat tv-zenders er alle mogelijke nieuwe advertentiemodellen in kunnen onderbrengen. Een voorbeeld: ze krijgen de mogelijkheid om gerichte reclameboodschappen naar hun kijkers te sturen. Als een kijker verbonden is met het internet, weet de tv-zender namelijk welk programma hij volgt en krijgt dus een beeld van zijn interesses. Op basis van die interesses kan de zender meer gericht reclameboodschappen selecteren, die via het internet in de woonkamer worden gebracht.’

‘Als Discovery Channel een programma uitzendt over wandelen, mogen adverteerders ervan uitgaan dat de kijkers geïnteresseerd zijn in wandelschoenen, om maar iets te noemen. Als ze de zekerheid hebben dat ze het juiste doelpubliek bereiken, zijn adverteerders wellicht bereid om méér te betalen voor zendtijd. De personal video recorder leidt volgens mij tot een nieuwe vorm van reclameconsumptie: we zullen met evenveel plezier naar reclame kijken als naar gewone programma’s, omdat we weten dat we iets hebben aan die reclame. Die theorie heb ik niet uitgevonden, ze is al bewezen op de markt van de schrijvende pers. Gespecialiseerde magazines die alleen over reizen of mountainbiken gaan, worden niet alleen gekocht voor de reportages of de nieuwtjes, maar ook voor de reclame. We zullen de programma’s krijgen die ons interesseren met de reclameboodschappen die ons interesseren.’

Zoals zwaartekracht

De geschiedenis leert dat de technologie altijd wint, maar de weerstand kan wel voor enige vertraging zorgen. De voorspelling van Intel dat we tegen het einde van het jaar onze eigen digitale thuis kunnen beginnen bouwen, lijkt dus wel optimistisch. Stacey Smith: ‘Weet je, technology happens. Het is zoals zwaartekracht: je kan het proberen tegen te houden, maar het zal je niet lukken. De basistechnologie van het digitale huis is al voorhanden: het internet, netwerken en pc’s. De tv-industrie zou wel eens sneller overtuigd kunnen raken dan de critici denken, omdat ze heeft ingezien wat de muziekindustrie is overkomen. Die dacht dat ze de technologie kon negeren, dat ze mensen kon dicteren hoe ze muziek moesten consumeren.

Opnieuw, je kunt de technologische vooruitgang niet tegenhouden. Je hebt er zelfs alle belang bij om de technologie te omarmen, want zo ben je beter gewapend tegen misbruik. Trouwens, verdelers en producenten die zich verzetten tegen de nieuwe technologie, zouden er goed aan doen om eens achterom te kijken. Ze zouden veel leren. Ze zouden bijvoorbeeld ontdekken dat elk nieuw distributiemedium totnogtoe de inkomsten van producenten heeft doen stijgen, niet doen dalen. Weet je nog hoeveel verzet er was tegen de VHS-cassette? Die zou de filmmarkt ruïneren, zo werd geroepen. Ze heeft die filmmarkt alleen maar vooruitgeholpen. Idem dito voor de dvd.’

Tweede miljard online

Een miljard mensen is vandaag verbonden met het internet. De leden van de Digital Living Network Alliance geloven dat het concept van het digital home aantrekkelijk genoeg is om een tweede miljard online te krijgen. Klinkt nobel, al is de kans reëel dat enkel de bestaande internetgebruikers hun huis zullen digitaliseren, zonder dat het totaal aantal aangesloten mensen stijgt. ‘In eerste instantie wel’, geeft Smith toe. ‘Wie vertrouwd is met het internet, kan zich een beeld vormen van wat wij aanbieden en heeft geld om die nieuwe technologie aan te schaffen. Maar we moeten verder kijken. Als de technologie zijn weg vindt naar het grote publiek en mede daardoor een stuk goedkoper wordt, geraken ook de technoanalfabeten geïnteresseerd. Mensen die niet het gevoel hebben dat ze veel missen door offline te blijven, maar die wel graag tv kijken en naar muziek luisteren. Die mensen hoeven niet eerst een internetcursus te volgen om een digital home te installeren, omdat de technologie steeds gebruiksvriendelijker wordt. Als die mensen dan toch leren werken met het internet voor andere toepassingen en een pc kopen: des te beter voor ons.’

Door Bart Vandormael

De toekomst is draadloos en speelt zich af in huis.

‘Je hebt er alle belang bij om de technologie te omarmen, zo ben je beter gewapend tegen misbruik.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content