Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Op 26 januari kiest het Uitvoerend Comité van de Voetbalbond een opvolger voor voorzitter Michel D’Hooghe. Jan Peeters is favoriet.

Jan Peeters is een schitterende vent, die een beter lot verdient dan te eindigen als voorzitter van de Koninklijke Belgische Voetbalbond. De KBVB zeg. Je kan makkelijker een trein met je tanden voorttrekken, dan dat je beweging krijgt in de KBVB, hierna genoemd ‘Bond’.

De Bond is iets vreselijks. Michel D’Hooghe heeft er twintig jaar van zijn leven aan gewijd, nieuw bondsgebouw gezet, nieuw stadion gebouwd, Euro 2000 naar hier gehaald, en dan komt er een verzopen pierewaaier als Hugo Camps en die schrijft : ‘Michel D’Hooghe is een jezuïtische demagoog, bij wie de zaadlozing nooit ver weg is als de hand van het staatshoofd medelevend over zijn schouder valt.’ In de hoop op algemene dankbaarheid moet je het dus niet doen, bondsvoorzitter worden. Je bent een schietschijf van al wie een pen mag hanteren. Onbekwaamheid en amateurisme zijn de minste van de verwijten.

D’Hooghe werd voorzitter begin 1987. Hij stond al zes jaar aan het hoofd van de profliga, en volgde in de hoogste functie wijlen Louis Wouters op, de plechtstatige Mechelse advocaat die zich door tal van forse uitspraken niet geliefd had gemaakt in de internationale voetbalwereld. Toen in 1985 het Heizeldrama 39 doden kostte, was zijn lied uitgezongen. Hij bleef nog een poosje krampachtig aan zijn functie en status vasthouden, maar ook de voor de Belgen zo succesvolle wereldbeker in Mexico kon de scherven van zijn ineengestorte heerschappij niet meer aaneenlijmen.

BOUWEN IS KUNST

Eind 1986 werd Wouters na twintig jaar bewind weggestemd en nam D’Hooghe het commando over, in weinig benijdenswaardige omstandigheden. Hij zou met de hulp van secretaris-generaal Alain Courtois de Bond financieel gezond maken dankzij het aantrekken van commerciële partners. Hij zette een nieuw bondsgebouw neer, was de drijvende kracht achter een nieuw Heizelstadion, was slim genoeg om dat Koning Boudewijnstadion te laten noemen, haalde elf jaar na de Heizelramp opnieuw een Europese finale naar Brussel (EC II : Paris Saint-Germain – Rapid Wien 1-0), en slaagde erin om samen met Nederland de organisatie van het Europees landenkampioenschap 2000 binnen te rijven.

Tijdens de twintig jaar dat D’Hooghe voorzitter van profliga en Bond was, plaatsten de Rode Duivels zich vijf keer op rij voor de eindronde van de wereldbeker. Slechts vijf supervoetballanden konden dat evenaren (Brazilië, Argentinië, Duitsland, Italië en Spanje), maar België dwong als enige van die zes de kwalificatie telkens via de voorronde af.

Zes maanden na Euro 2000, het hoogtepunt in zijn voorzitterscarrière waarvoor koning Albert hem de titel van baron verleende, maakte D’Hooghe verrassend bekend dat hij in juni 2001 zou opstappen. Zijn mandaten bij Fifa en Uefa, waar hij in 2002 voorzitter Lennart Johansson zou kunnen opvolgen, en vooral zijn werk in het Brugse Sint-Jansziekenhuis eisen te veel van zijn tijd en aandacht op. In het ziekenhuis is hij hoofd van de dienst Revalidatie, en je moet geen insider zijn om te begrijpen dat te veel cumuls daar afgunst en kritiek opwekken.

Het nieuwe jeugdcentrum in Tubize is het laatste grote Belgische project dat D’Hooghe in de steigers heeft gezet. De grote winst van Euro 2000 (730 miljoen frank, te delen met de Nederlanders) moet zijn opvolger in de gelegenheid stellen het plan te voltooien.

RECHTER MET EEN HART

Die opvolger is, zo wordt algemeen verwacht, Jan Peeters (66). Al jaren actief in de Voetbalbond en bij het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC). Op wereldbekers en Olympische Spelen was hij meermaals delegatieleider. Een functie die een praktische geest, veel geduld en zin voor diplomatie vereist. Al formuleerde Peeters na de Spelen van Atlanta ook openlijk de kritiek op BOIC-voorzitter Adrien Vanden Eede, die door zijn drankprobleem op zijn zachtst gezegd niet meer optimaal functioneerde.

Jan Peeters is een man uit Klein-Brabant. Geboren op 2 april 1934 in Willebroek. Hij werd doctor in de Rechten aan de Rijksuniversiteit Gent, en is ere-hoofddocent van de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij over jeugdbescherming doceerde in de faculteit Criminologie. Hij was gedurende 23 jaar jeugdrechter met progressieve ideeën aan de Rechtbank van Eerste Aanleg in Mechelen waar hij, net als bij de Bond en het BOIC, ondervoorzitter werd. Bij drie verschillende instanties ondervoorzitter, dat zou een aanwijzing moeten zijn.

‘Een jeugdrechter moet uiterst voorzichtig zijn’, stelt Peeters die een promotor was van alternatieve straffen voor jonge delinquenten. ‘Zijn beslissingen hebben enorme menselijke gevolgen. Je leert dus om goed en lang na te denken, en om vele instanties en personen te consulteren. Die erfenis uit mijn beroepsleven heb ik naar de Voetbalbond meegenomen.’

Bij de Bond kwam hij in 1968 als lid van de juridische commissie, nadat hij eerder al in het bestuur van het Antwerpse provinciale voetbal zetelde. Van ’72 tot ’77 was hij voorzitter van de clubs van lagere afdelingen. Belangrijk in de Voetbalbond waar ze met argwaan kijken naar de profclubs, die een minderheid vormen, maar wel voor het grote geld zorgen en daarmee evenredig hun macht willen uitbreiden. Het samenhouden van de amateurs en de profs in één unitair Belgische federatie, zelfs ten koste van regionale subsidies, was een van de hoofddoelstellingen van Michel D’Hooghe, wellicht ook van Jan Peeters.

TIEN JAAR VERTRAGING

Sinds 1977 is Peeters lid van het Uitvoerend Comité, het hoogste orgaan. Toen hij bij de rechtbank met pensioen ging, werd hij gevraagd om vanaf begin 1997 Alain Courtois te vervangen als secretaris-generaal. Courtois zou zich vier jaar als toernooidirecteur over Euro 2000 buigen, en op 1 januari 2001 in zijn oude functie terugkeren. In ’87 was Jan Peeters al kandidaat geweest om secretaris-generaal te worden, in opvolging van Albert Roosens. Afgaande op wie hem in de wandelgangen zijn stem had toegezegd, was hij zelfs zeker van de job. Maar tot zijn verrassing en ontgoocheling werd, onder druk van Anderlecht, de in voetbalkringen weinig bekende Alain Courtois verkozen. Peeters zal zich die geschiedenis nog wel eens voor de geest halen, als vrijdag het moment van stemmen is aangebroken.

Met tien jaar vertraging werd hij dus toch secretaris-generaal, en hij werd meteen geconfronteerd met een paar netelige dossiers. Zoals de omkopingsaffaire rond de wedstrijd Anderlecht-Nottingham Forest, de pijnlijke vervanging van bondscoach Wilfried Van Moer door Georges Leekens, en de contractperikelen met het marketingbureau LMP. Maar voor de rest verliep zijn interimperiode zonder al te grote schokken, ook al omdat hij het Uitvoerend Comité nadrukkelijk bij zijn beslissingen betrok. Peeters gaf de aanzet tot een vereenvoudiging en een afslanking van de soms loodzware interne procedures, en hervormde de bondsjustitie. Als jurist volgde hij ook van dichtbij de totstandkoming van de voetbalwet, die het eindelijk mogelijk maakt om hooligans alvast binnen de stadionmuren een halt toe te roepen.

Toen Courtois op 1 januari terugkeerde, werd Peeters weer ondervoorzitter, maar liet doorschemeren dat hij niet afkerig stond van het laatste trapje hogerop. Hij heeft altijd verklaard dat hij niet langer dan tot zijn zeventigste bij de Bond wil blijven. In april wordt hij 67, meer dan een overgangsfiguur kan hij als voorzitter dus niet zijn. Vraag is of het voetbal in de woelige tijden die het beleeft, gebaat is met een overgangsfiguur.

Peeters erft een financieel gezonde Bond, maar helaas ook een groot aantal bijzonder ongezonde clubs. Bij strikte toepassing van de nieuwe licentievoorwaarden zouden er over een paar maanden verschillende daarvan moeten verdwijnen. Clubs met een lange traditie zijn in handen gevallen van buitenlandse investeerders of makelaars. En Anderlecht en Club Brugge, de locomotieven van het hele Belgische voetbalbestel, overwegen om uit de Belgische competitie te stappen. Het is niet de enige bedreiging. Als na het Bosmanarrest van december ’95 de Europese Commissie ooit daadwerkelijk alle transfervergoedingen zou verbieden, dus ook voor spelers van wie het contract nog loopt, liggen zowat alle Belgische profclubs tegen het canvas.

GOEDE RAAD IS NIET DUUR

Beste Jan, ga fietsen langs de boorden van Durme en Schelde, eet paling in ’t groen op de Drijgoten in Hamme, mijmer bij het graf van Emile Verhaeren in Sint-Amands, verzoen u met de Heer in het kerkske van Mariekerke, ga vissen in het Buitenland of in Weert, vlecht riet bij een of andere Merckx, maar word in ’s hemelsnaam geen voorzitter van de Belgische Voetbalbond. Als ondervoorzitter wordt men geboren, als ondervoorzitter zal men vergaan.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content