Johan Van Overtveldt wisselt zijn hoofdredacteurschap van zusterblad Trends in voor een nog onduidelijk bestaan bij de N-VA. Of wordt hij directeur van de Nationale Bank?

Het is niet Johan Van Overtveldt (58) die overstapt naar de N-VA, maar eerder omgekeerd, zo analyseerde de krant De Standaard het feit dat de hoofdredacteur van Trends in de politiek gaat: ‘Van Overtveldt is altijd een principiële neoliberaal gebleven, de N-VA is de voorbije jaren op sociaaleconomisch vlak naar rechts opgeschoven.’ Tijdens zijn eerste dag op het N-VA-hoofdkwartier in de Brusselse Koningsstraat kijkt hij terug op de media-aandacht die zijn overstap teweegbracht: ‘Ik heb massaal veel reacties van bedrijfsleiders en anderen uit het economische veld gekregen, en ook in de pers was er veel aandacht. En eerlijk gezegd: dat had ik ook wel verwacht.’

In al die aandacht is één vraag vrijwel nooit gesteld: is dit een opstapje naar een topfunctie bij de Nationale Bank? De N-VA is daar als grootste Vlaamse partij nog niet vertegenwoordigd. ‘Natuurlijk is dat ter sprake gekomen tijdens mijn ontmoetingen met Bart De Wever’, zegt Van Overtveldt. ‘Iedereen weet dat ik erg geïnteresseerd ben in monetaire politiek en de Nationale Bank. Maar eerlijk: daar zijn absoluut geen afspraken over gemaakt. Nu gaat alle aandacht naar de verkiezingen van mei 2014.’

Welke plaats krijgt u op de N-VA-lijst?

Johan Van Overtveldt: De komende weken wordt uitgetekend welke rol ik dan zal vervullen, maar het is alvast de bedoeling dat ik zal optreden in verkiezingsdebatten over economie, en dat ze mijn expertise op financieel- economisch vlak zullen gebruiken.

Bent u nu in vaste dienst van de N-VA?

Van Overtveldt: Ja, met een zelfstandigenstatuut. We zullen wel zien hoe dit evolueert, en of er bijvoorbeeld een politiek mandaat van komt. Maar ik blijf in elk geval de cursus macro-economie doceren aan de Universiteit Hasselt.

Wat gaat u nu de komende maanden concreet doen?

Van Overtveldt: Ik ga de partij vanbinnen leren kennen, zowel de mensen hier op het hoofdkwartier als te velde in de geledingen, zoals dat heet. Daarnaast zie ik de komende weken bedrijfsleiders, economen, verantwoordelijken uit allerlei organisaties, allemaal mensen met wie ik de voorbije jaren een goed contact had. Namen? Nee, liever geen namen, want dat ligt nogal delicaat: ze behoren zeker niet allemaal tot de N-VA, maar ik wil ze graag persoonlijk uitleggen waarom ik deze stap heb gezet, en met hen discussiëren over de toestand.

De N-VA heeft een uitgesproken communautair programma. In hoeverre kunt u zich daarin vinden?

Van Overtveldt: De voorbije jaren heb ik als econoom gehamerd op het falende federale beleid. Voor mij is het duidelijk dat dit komt omdat Vlaanderen en Wallonië zo verschillend denken over essentiële zaken, zoals het oplossen van onze loonhandicap. Het communautaire discours van de N-VA en mijn analyse van de economische toestand vormen één geheel. Ik schreef het onlangs nog: de regering-Di Rupo specialiseerde zich in uitvergrotingspolitiek. Voortdurend werden er maatregelen genomen die men voorstelde als ingrijpend en grensverleggend. Maar in het beste geval ging het om druppels op een hete plaat. Daarbij liepen de federale bewindsvoerders in een grote boog om twee fundamentele problemen heen: het competitief vermogen van onze economie, en de gezondheid van de publieke financiën.

Ingrijpende sociaaleconomische hervormingen en confederalisme zijn één strijd?

Van Overtveldt: De huidige staatsstructuur laat niet toe om te doen wat dringend nodig is: een krachtig sociaaleconomisch beleid voeren.

En u hoopt dat nu te bereiken, net zoals andere ‘witte konijnen’ voor u, die niet zelden ontgoocheld de politiek weer verlieten.

Van Overtveldt: Ik wil er mee voor zorgen dat de N-VA zo sterk mogelijk uit de verkiezingen komt, zodat men er rekening mee moet houden. Dan hoop ik dat de noodzakelijke hervormingen zullen worden doorgevoerd. En ja, ik ben me ervan bewust dat dit op een frustrerende mislukking kan uitdraaien, maar ik heb het dan toch maar geprobeerd.

DOOR EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content