Gesprek met Lu Phuong, ooit Vietcong-minister van Cultuur en Informatie.

Een koppig volkje, zeker de generatie die er een kwart eeuw politieke strijd en antikoloniale oorlogen op heeft zitten. Misprijzend doen over jongelui, schrijvers, artiesten, aankomende yuppies met draagbare telefoons gaat ze gemakkelijk af. Maar dat is niets, vergeleken bij wat ze voor de partijleiding reserveren.

Maar niet alle tijdstippen zijn even gunstig, ook niet in de ?zachte dictatuur” van Vietnam. Daar wordt het nieuwe partijcongres voorbereid, waar belangrijke beslissingen zullen moeten genomen worden omtrent de toekomst van het land (het gewicht van de gelegenheid…), en wordt de schroef aangedraaid op afwijkende meningsuiting, dissidentie, kritiek op partij of vaderland (dat is immers hetzelfde). Een bezoek aan de controversiële schrijfster Duong Thu Huong werd ons van verschillende kanten ontraden. Toch was essayist-filosoof Lu Phuong bereid, op een ochtend in Saigon, het één en ander te zeggen.

Met 57 jaar is Lu Phuong een oudgediende. Oud-lid van de Communistische Partij. In 1968 in het maquis gegaan, voor acht jaar, in 1975 naar Saigon gekomen. Vice-minister van Cultuur en Informatie van de Voorlopige Revolutionaire Regering geweest (de ?Vietcong-regering”, van het verzet in Zuid-Vietnam, voor het Noorden, tegen alle afspraken in, de zaak overnam in 1975). In 1983 uit de partij gestapt. Zijn kritiek op partij en regering is al oud : met zijn opleiding in de politieke filosofie moest hij wel vragen stellen, vroeg of laat, naar de legitimiteit van de macht : in wiens naam geregeerd wordt ?

?Vietnamezen en Chinezen hebben veel gemeen,” zegt hij. ?Zelfde cultuur, zelfde confucianisme, ook al hebben we tegengestelde belangen. Zo hebben we ook min of meer hetzelfde stalinistisch-maoïstische model gevolgd dat het Rijk des Hemels op aarde beloofde. Maar het Rijk kwam niet, en wij leefden als honden, we vraten bloemen zoals de varkens van honger, we staken in zee als boat-people…”

Toen Mikhaïl Gorbatsjov in 1986 zijn hervormingen lanceerde, was dat het sein voor een ?perestroïka” op z’n Vietnamees, die vooral op economische en cultureel vlak vruchten afwierp. Maar toen in 1990 de Sovjetunie in elkaar stuikte, ging Vietnam terug dicht en probeerde de overheid alles, op politiek en intellectueel gebied, terug te draaien naar de tijd voor 1986. Alleen de economie bleef open.

?Wat deed Lenin ? Een staatskapitalisme installeren : monopolisering, één enkele kapitalist die alle middelen in handen heeft… Maar hoe moest dat in Vietnam ? Hier had je geen kapitalisme, geen arbeiders, geen proletariaat. Alleen boeren. En nu stort dat staatskapitalisme ook in. En in China zowel als in Vietnam krijg je de onvermijdelijke hervorming, maar dan wel van het staatskapitalisme naar het oude, liberale kapitalisme. Op z’n Aziatisch. Zie naar Taiwan, naar Zuid-Korea : een totalitarisme van rechts, in plaats van van links. Een wild kapitalisme zoals in de boeken van Dickens, maar in naam van Marx.O, we hebben eten nu. En kleren, en we kunnen gaan waar we willen en reizen. Vroeger was het heel gevaarlijk een vreemdeling te ontmoeten. Nu is dat aanvaard.”

CIVIEL.

?Essentieel voor Vietnam, is dat zich stilaan een civiele maatschappij ontwikkelt, die relatief autonoom staat tegenover de staat. Economisch, maar ook spiritueel hoewel die sector nog niet open verklaard is. Politiek is nog altijd verboden. Slechts één partij kan er zijn, één waarheid, één dienaar van het volk. Daarvoor zitten alweer mensen in de gevangenis.

Uit die heropvoedingskampen is zowat iedereen vrijgelaten, er zijn geen nieuwe kampen gemaakt. Maar er zitten wel mensen vast. Oud-communisten trouwens. Verzetsmensen. Veel uit het Zuiden, maar ook uit het Noorden.

Nu zeggen ze niet meer dat ze het socialisme maken, maar wel iets met een socialistische oriëntering.

Wij willen dit regime niet omverwerpen. Het is heel traagjes op de goede weg. Het is hier al veel beter dan een paar jaar geleden. Wij smeden ook geen complotten, we zijn democraten. Maar je leeft nu eenmaal niet van brood alleen. De druk van onderuit is trouwens groot. De glasnost in de Sovjetunie heeft invloed gehad. Nu komt de druk ook vanuit de partij zelf. Ook Vo Van Kiet (de eerste-minister) zegt nu dat communisme niet toepasbaar is.

Daarom hebben ze een takenverdeling, daarboven. Je hebt de ideologen, die moeten roepen : leve het socialisme ! En je hebt de Veiligheid, die moeten de mensen opsluiten, omwille van het socialisme.

Het komende partijcongres ? De partij zit in een diepe crisis. Niet alleen praktisch, ook ideologisch : gedaan met Marx, Engels. Het enige wat ze bewaren is Ho Chi Minh. Maar dan niet de Ho Chi Minh die aan Lenin denkt, maar Oompje Ho die zuurtjes uitdeelt aan de kinderen.

Nu ? Nu vallen we terug in het normale leven van Zuidoost-Azië. Er is geen socialisme en geen socialistisch kamp meer. En wat het Vietnamese volk daarvan denkt ? Dat wil eerst een beetje ademhalen. Daarna moeten we naar een nieuwe ideologie uitkijken, niet te idealistisch en te hoog gegrepen, dit keer. De jeugd denkt aan geld, dat is ook een ideologie : eerst rijk worden, dan boeken lezen. We zijn met 72 miljoen mensen, een bestseller haalt 3000 exemplaren. We leren Engels voor onze handelscorrespondentie. Verder is het de totale leegte. Sarte, Camus, zijn buitenaardse wezens voor onze jeugd. Op het platteland blijven veel mensen geloven wat de partijdemagogie beweert het gebeurt ook dat bijna een heel dorp op stap gaat om te gaan bedelen. Nog niet vaak, nee. We zullen alles opnieuw moeten beginnen.

Dit alles is geen kritiek op de partij, eigenlijk. Of op de marxisten, of op Marx. Het is misschien een autokritiek, op mijn eigen jeugd-idealen. Dat Ho Chi Minh zich zelf de vader van het volk heeft laten noemen. Nu, in de Vietnamese literatuur stelt de vaderfiguur niet zoveel voor. Ik ben zelf de eerste geweest die Ho Chi Minh openlijk durfde bekritiseren. In 1993 was dat.

Die oorlog, ja. De Vietnamese oorlog tegen Frankrijk en tegen de VS was de voortzetting van een duizendjarige strijd voor onafhankelijkheid. En wat zijn we nu ? Nu zijn we wereldkampioen armoede.

Die communisten van ons wisten niks af van Marx. En die ideologen van nu weten nog steeds niet of Marx en Lenin één persoon waren of twee.

Nu laten ze me met rust. Ik doe aan filosofie, daar snapt toch niemand wat van. Heb net een boek geschreven, over het marxisme, leninisme, en de revolutie in Vietnam. In het Vietnamees ja, uitgegeven in Frankrijk.”

S.V.E.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content