Over de toekomst van de Navo hangt de schaduw van Bosnië. Dat komt Moskou goed uit om politieke invloed te winnen.

OP HET EERSTE GEZICHT leek het erop dat de Bosnische gijzelingskrisis het belangrijkste agendapunt van de Navo-top, vorige week in het Nederlandse Noordwijk, naar de achtergrond drukte : de toetreding van nieuwe landen tot de Navo. Maar beide hebben ook met elkaar te maken, niet alleen omdat Rusland enig gemarchandeer tussen de twee dossiers niet ongenegen is, maar ook omdat ze heel tekenend zijn voor de moeizame weg naar een nieuwe raison d’être voor de Noordatlantische Verdragsorganizatie. De uitbreiding past in de opbouw van de veelbesproken nieuwe veiligheidsstruktuur van Europa, maar het drama in ex-Joegoslavië illustreert nu al meer dan drie jaar lang welke frustraties het ontbreken van zo’n “architektuur” kan opleveren.

Waar zou een Navo voor nodig zijn zeker als die beweert ook na de val van de Muur van nut te zijn, met name voor het uitvoeren van zogeheten peacekeeping-opdrachten wanneer de eerste test, ex-Joegoslavië, al bepaald geen sukses kan worden genoemd ? Overigens stellen zich evenveel vragen voor wat de EU betreft. Die heeft wel al het voortouw in de kwestie aan de VN moeten overlaten, maar slaagt er zelfs dan kennelijk al evenmin in om terzake met een konsekwente visie op langere termijn op de proppen te komen.

In Noordwijk ondertekende de Russische minister van Buitenlandse Zaken Andrei Kozyrev dan toch het Partnership for Peace (PfP), een raamakkoord waarmee Oosteuropese landen elk apart een militaire samenwerking met de Navo kunnen opstarten. In december vorig jaar had Kozyrev de Navo een waar affront aangedaan door dat te elfder ure en ten aanschouwe van iedereen te weigeren, omdat Moskou geen vrede kan nemen met het Navo-voornemen om nieuwe leden uit de voormalige Oostbloklanden te rekruteren.

ONPRETTIG.

Dat doet de alliantie op vraag van die landen zelf. Maar sekretaris-generaal Willy Claes van de Navo of de Amerikaanse president Bill Clinton mogen nog duizend keer beweren dat het daarmee niet de bedoeling is om Europa in twee invloedszones naar oud model op te delen, Rusland blijft een diepgeworteld wantrouwen koesteren tegen de alliantie. Wanneer de Navo inderdaad oostwaarts uitzwermt, zal Polen vast het eerste land zijn dat toetreedt. Daarmee breidt de Navo zich meteen uit tot aan grens van Rusland (en van Wit-Rusland, maar dat is voor Moskou ongeveer hetzelfde). De Russen vinden dat laatste op zichzelf al een onprettige gedachte, maar bovendien strookt ze niet met hun optie dat zij toch nog altijd bepaalde aanspraken kunnen laten gelden op de voormalige Sovjet-republieken, een soort bufferzone die zij als hun “nabije buitenland” beschouwen. Ze bedoelen dat zeer konkreet, zoals is gebleken in Georgië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland en binnenkort in Oekraïne.

Die konfrontatiegedachte leidt Rusland ertoe om te eisen dat het zijn zeg kan hebben wanneer oude Sovjet-satellieten, bij wijze van spreken, van kamp wisselen door lid te worden van de Navo. Maar het is dan net weer die houding van Moskou die de nieuwe demokratieën in Centraal- en Oost-Europa wantrouwig stemt en hen ertoe drijft om bescherming te zoeken onder de Navo-paraplu. Want als er één ding is wat ze vooral niet meer willen, is dat ze het weer in Moskou zouden moeten gaan uitleggen. Om de druk van de ketel te nemen, bedachten de Amerikanen het PfP, een samenwerkingsprogramma (“geen wachtkamer ! “) dat niet bedoeld was om uitermate serieus te worden genomen, maar naar verluidt toch onverwacht goed funktioneert.

WILDEMANNEN.

Daar is nu ook Rusland lid van geworden, omdat het van alles lid wil worden waar het zijn stem kan laten horen. En ondertussen denkt de Navo intern verder na over hoe dat moet met die uitbreiding. De twijfelzucht in Evere is zo groot dat één van de tema’s in het nu lopende onderzoek daarover precies nog altijd over het waarom van de uitbreiding gaat. Zelfs dat is niet vanzelfsprekend. Veel van die twijfels vinden hun oorsprong in Washington, en zolang de Verenigde Staten niet zeker zijn, is in de Navo niet zeker. De Amerikanen die veel meer dan bijvoorbeeld de Europeanen gebiologeerd blijven door de nucleaire bewapening hebben lange tijd de idee gekoesterd dat Rusland hoe dan ook een grootmacht met kernwapens is en dus een navenante behandeling verdient.

Dat leidde ertoe dat de Navo er altijd van uitging dat Moskou hoe dan ook een biezondere status moest krijgen, die vorm zal krijgen in een “brede en versterkte dialoog”, te konsakreren in een biezonder verdrag. In de praktijk blijkt dat al uit het parallellisme van de gesprekken tussen de Navo met enerzijds Rusland en anderzijds de kandidaat-lidstaten. En Kozyrev heeft van zijn biezondere status vorige week in Noordwijk al meteen gebruik gemaakt om zijn ongerustheid te uiten over de Navo-uitbreidingsplannen. Formeel is dat strijdig met de Navo-opvatting dat de alliantie vooral aan Moskou géén rekenschap af te leggen heeft over haar onderhandelingen met andere soevereine staten, zodat Moskou ook niet over een veto-recht daarover mag beschikken.

Maar Kozyrev kon zich dat toch permitteren omdat de Navo Rusland nodig heeft. De Bosnische krisis drijft het hele VN- en Navo-establishment tot grote wanhoop. Britse generaals daar te velde, die gewend zijn van met gentlemen om te gaan, komen hoofdschuddend van hun gesprekken met de Bosnische Serviërs terug, verklarend dat het hier wildemannen betreft, wier gedrag “utterly irrational” is. De enigen die nog druk op de Serviërs kunnen uitoefenen, dat zijn de Russen, dus wordt er wat van Kozyrev verwacht. En in één moeite door is er niet zoveel reden meer om zich al te veel zorgen te maken over wat de Russen in Tsjetsjenië uitspoken.

M.R.

Claes (midden) en Kozyrev (rechts) in Noordwijk : parallellisme.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content