DOOR FRANS VERLEYEN

OP EN ROND DE VOGELENMARKT in Antwerpen heerst onvrede. De regering handhaaft er het verbod om in open lucht honden en katten te verkopen. De door de maatregel getroffen fokkers of handelaars proberen, met stille instemming van de burgemeester, de wet slim toe te passen om nog iets van hun negotie te redden. Ondertussen voeren ze volks aandoende akties en mogen ze op de televisie komen debatteren.

De Overpeltenaar Karel Pinxten, voor gewone Sinjoren een regelrechte buitenlander, heeft het als bevoegd minister erg moeilijk met de opstandige marktkramers. Achter zijn rug waakt immers de diervriendelijke maar ook rumoerige beweging Gaia waarvan de leiding vegetarisch leeft en die door sommige auteurs als een sekte beschouwd wordt.

De kontroverse lijkt futiel, maar is dat in wezen niet. Ze heeft rechtstreeks te maken met overheidsmacht, persoonlijke vrijheid en met iets wat velen aanvoelen als een kwestie van beschaving. Onze omgang met dieren moet tegenwoordig aan tamelijk strenge eisen voldoen. De sociale normgevers willen niet meer weten van het bijbelse boek Genesis waarin God de mensheid via vers I,28 opdraagt ?te heersen over de vissen in de zee, de vogels in de hemel en alle levende wezens op het land.” De tekst voegt eraan toe dat al die fauna en flora mag worden gedood en opgegeten.

Die door de schepper verleende toelating is vooral in de twintigste eeuw, die van de ekologen, ongeldig verklaard. De jacht werd nauwkeurig gereglementeerd, het vangen van bijna alle vogelsoorten verboden, de visserij aan banden gelegd, sommige manieren van slachten beteugeld. Stropers die walvissen, hazen of giraffen uit de natuur wegstelen, krijgen gevangenisstraf. Op de luchthaven in Zaventem waken kontroleurs over de illegale invoer van beschermde slangen of papegaaien. In Nieuwpoort ontstaan kleine veldslagen tussen voor- en tegenstanders van schapentransport per schip. Kennelhouders die hun kostgangers verwaarlozen of mishandelen komen voor de rechtbank. De relatie tussen mens en dier is allang geen neutrale aangelegenheid meer.

In de Antwerpse kwestie speelt vooral het argument van de ?impulsieve aankopen” : dagjesmensen schaffen zich in een vlaag van onbezonnen vertedering of na een smeekbede van hun kinderen een poes of poedeltje aan. Thuis treedt de ontnuchtering op. Wie zal het beest verzorgen, hoe en wanneer ? Vooral in de vakantiemaanden, als het verre Zuiden wenkt, worden duizenden schepselen hulpeloos achtergelaten of voor eutanasie naar het asiel gebracht. Dus treedt de wetgever op : de aanschaf moet een bezonnen daad zijn, waarvoor de toekomstige eigenaar met zijn volle verstand naar een winkel gaat.

De samenleving kent nu aan het dier een eigen waardigheid en recht op welzijn, zelfs vrijheid toe. Het gaat niet langer om de bescherming van aantallen of populaties (zeehondenkolonies, buffelkudden) maar om de levenskwaliteit van die ene, individuele labrador. Vreemd genoeg is die verfijning van opvattingen en emoties vooral gegroeid in westers-kristelijke kulturen die daar krachtens Genesis oorspronkelijk niet op voorzien waren. Ze is veel zeldzamer in de Afrikaanse of Aziatische wereld waar de straatkat weinig geëerd wordt en, in plaats van duur voedsel uit het warenhuis te krijgen, menigmaal zelf in de handen van een kok valt. Toch heet de beschaving daar meer op eko logie gericht te zijn dan in het Westen, waar de aan eko nomie verslaafde Heer der Schepping huis houdt.

Moderne dierenliefde is volgens psychologen een ingewikkelde zaak. Zowel het toeschrijven van menselijke eigenschappen aan de moederlijk broedende tuingans (?antropomorfisme”) als de aaibaarheid van haar pluimen spelen een rol in de verbroedering tussen de doorsnee burger en het dierenrijk dat hij, met zijn grotere intelligentie, naar willekeur kan aanvallen of beschermen. In dat laatste is hij trouwens nog behoorlijk dubbelzinnig.

Zijn sympatie voor diersoorten verloopt volgens een eigenlijk kinderachtige rangorde. De kikker is minder genegenheid waard dan de ooievaar, maar meer dan de waterspin. Juist vanwege die affektieve hiërarchie duldt de minister nog altijd de marktverkoop van kooiratten, kippen, kanaries en goudvissen. In de zoölogische inventaris van Linnaeus is blijkbaar niet iedereen gelijk voor de wet, al druist dat in tegen de principieel afgekondigde eerbied voor het leven en de daar door politici aan ontleende voorschriften.

Erger nog, onder al dat lief zijn voor het schaap of de ree, verbergt zich de werkelijkheid dat bijna elke aardbewoner vlees eet. Elke dag sterven, ter bevrediging van die behoefte, miljoenen slachtdieren in de stank van uitwerpselen een bloedige dood : konijntjes, pluimvee, geiten, runderen, zwijnen en zelfs antilopen of hertekalfjes met hun grote, verwonderde ogen. Veel plattelandsbeschavingen oefenen die oppermacht van de mens, desnoods met zijn ritueel mes in de hand, bij klaarlichte dag uit. Westerlingen doen dat in het donker.

In de kelders van elke stad stromen dagelijks gruwelijke rivieren van industrieel slachtbloed, druipend uit weerloze beesten, waarvan in de elegante slagerswinkel niets meer te merken valt. Estetische ribstukjes in de etalage zijn er versierd met de afbeelding van een glimlachende koe, kennelijk diep verheugd over de manier waarop zij aan haar einde kwam.

DE BEWINDSMAN MET ZIJN REGLEMENTEN zou daaraan moeten denken alvorens hij bevelen uitvaardigt. Elke gelukkige huishond is uiteraard mooi meegenomen. Maar het aan banden leggen van marktjes waaraan kinderen hun oudste herinnering danken omdat ze er op een mooie pinksterdag een miauwend poesje kregen, vergt zorgvuldige argumenten. Waar blijft de minister die zijn onderdanen radikaal het verbruik van vlees verbiedt ? Nu mens en dier elkaar kultureel zo dicht genaderd heten te zijn, ook psychisch en zelfs juridisch, begint volgens de gangbare logika van de wetgever elke slagerij er als een broeinest van bijna-kannibalisme uit te zien.

Ooit zal, bij de bezinning en politieke maatregelen over het lot van de dieren, die knoop moeten worden doorgehakt. Wie dat niet doet, en slechts wat dorpsgebruiken bestrijdt, is zowel intellektueel als moreel onbetrouwbaar. Vooral Antwerpenaren voelen dat aan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content