Ekotoerisme kan spectaculaire diersoorten hinderen.
De gidsen die toeristen rondrijden in de populaire safari-parken van Oost-Afrika, zoals de Ngorongoro-krater in Tanzania, hebben het gemakkelijk om hun klanten te plezieren met de aanblik van een leeuw in het wild. Ze hoeven zich maar te richten op een koncentratie andere toeristenbusjes om de leeuwen te vinden. Vele leeuwenfamilies brengen de godganse dag door met pottenkijkers in de buurt.
Een leeuw jaagt gelukkig ’s nachts of in de schemering. Dus veel verschil maakt de aanwezigheid van toeristen niet. Maar niet alle dieren hebben dat geluk. In het prachtige Amboseli-park in Kenya hebben de jachtluipaarden hun levensritme moeten aanpassen om de toestroom van toeristen op te vangen. Deze dieren jagen overdag, maar omdat ze dan altijd door busjes werden achtervolgd, konden ze zelfs niet meer in de buurt van een prooi komen. Nu jagen ze in de schemering, met minder sukses, zodat het aantal jongen dat ze voortbrengen daalt.
In India zorgt de stijgende stroom ekotoeristen ervoor dat de zeldzaam geworden neushoornen zo “tam” worden, dat ze een gemakkelijke prooi dreigen te worden voor stropers. De meest schuchtere dieren worden voortdurend van de beste voedingsgronden verjaagd. Ze komen bijna niet meer tot voortplanten. Alleen de tamme dieren hebben nog jongen. En of het nu om vissende grizzly-beren in Alaska gaat, ijsberen op een vuilnisbelt in Canada, of zeeschildpadden die op een tropisch strand eieren leggen : vele spectaculaire diersoorten worden een ekotoeristische attraktie.
Er is ook een onrechtstreeks effekt op de dieren. In de Middellandse Zee worden de zeeschildpadden in hun voortbestaan bedreigd, doordat almaar meer toeristen op zoek gaan naar “ongerepte” stranden zonder afval en zonder andere toeristen. Daarbij vernietigen ze, dikwijls ongewild, de eieren van de dieren, of verstoren ze de voortplantingsaktiviteiten. Op de Waddeneilanden in Nederland geraken de trek- en broedvogels in moeilijkheden, omdat ze geregeld door wadbezoekers worden opgejaagd. Zo verspillen ze veel energie aan onnodig rondvliegen. Langs onze eigen kust is de boomkikker een zeldzame verschijning geworden, omdat zijn biotoop onder druk staat van een groeiend aantal wandelaars (en van de waterwinning in een golfterrein).
Afdoende bescherming dringt zich dus op. Die hoeft de mogelijkheid van een bezoek aan de dieren niet uit te sluiten, zoals onder meer bewezen werd door het berggorilla-projekt in Ruanda en Zaïre. De gorilla-families die dagelijks door een klein aantal mensen bezocht worden, zijn beter beschermd dan de andere groepen, en brengen meer baby’s voort. Ook leidde de aandacht van toeristen ertoe dat hun leefmilieu, het woud, beter werd beschermd. Elders winnen gelijkaardige initiatieven veld. Het ekotoerisme keert terug naar zijn bron : de kleinschaligheid.