Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

De jonge pianist Rafal Blechacz brengt – ondanks wat technisch gehannes – een meer dan verdienstelijke Chopin.

Naar Chopin zijn niet alleen een hotel en een luchthaven, maar ook wodka en een pianowedstrijd genoemd. Hogers zit er voor een Pool echt niet in, al was hij paus. Chopin is een merk. Zeldzaam zijn weken waarin geen nieuwe opname van zijn werk verschijnt. Toch is dat klein bier vergeleken bij wat u binnenkort te wachten staat. Want al was hij dit jaar 160 jaar dood, toch wordt vooral 2010 een Chopinjaar. Op 1 maart zou hij immers 200 kaarsjes hebben moeten uitblazen. Maar hij had er de longen niet voor, stierf nog als dertiger.

Het grote aantal opnamen staat in een wanverhouding tot de moeilijkheidsgraad van Chopins partituren: slechts een fractie van zijn discografie is aanbevelenswaardig, en die stelt bovendien de nieuwe generatie uitvoerders voor een ondankbare taak.

Niettemin moeten jonge talenten de kans krijgen om zich te presenteren. Op onze plaat van de week krijgt Rafal Blechacz, in 2005 de eerste Poolse winnaar van de Chopinwedstrijd sinds Krystian Zimerman in 1975, de gelegenheid om zich in Chopins twee pianoconcerto’s uit te leven. Niemand minder dan het Concertgebouworkest en Jerzy Semkov dienen hem van antwoord. Blechacz is een Pool en hij is jong. Dat zijn troeven: Chopin was ook een Pool – meer nog dan musicus – en nog geen twintig toen hij deze concerto’s componeerde. Te vaak wordt gedacht dat zijn muziek ouderdom vergt. Maar grote wijsheid moet niet met bejaardenwijsheid verward worden.

Blechacz is ook een uitmuntende pianist, met een hoorbare liefde voor elke noot die hem over de kloof van bijna twee eeuwen wordt aangereikt. En met een oor dat de fundamenteel discontinue en onnatuurlijke handeling die pianospelen is, tot handlanger van Chopins volkomen natuurlijke continuüm weet te maken. Het fantastische orkest is bovendien het aangewezen instrument om de rudimentaire orkestraties – vruchten van een tiener, beste critici – met een scherp gesneden mantel der liefde te bedekken.

Wat valt er dan tegen deze opname, die uiteraard overtuigende concurrentie heeft, in te brengen? Eén: Blechacz kent nog niet het geheim van werkelijke retoriek, een vrije voordracht die toch tempovast is. Ofwel laat hij de tijd ongenadig tikken, ofwel klokt hij even af, als een emotionele wending een versterking lijkt te vragen. Er bestaat een indeling van de tijd waaronder tekst en subtekst geen strijdende partijen hoeven te zijn.

Twee: ze hebben daar bij Deutsche Grammophon zonder twijfel geweldig veel en goede microfoons. Maar naar mijn smaak mogen die leiden tot opnamen met een realistischer dynamisch verloop en balans tussen solist en orkest. Enkele genieën uit een ver verleden laten zich muzikaal misschien nooit meer verbeteren. Maar technisch écht goede opnamen kunnen de aanschaf ervan evengoed blijvend de moeite maken.

DG 00289 477 8088

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content