‘De ziel van de koers wordt verlegd’

VERVLOGEN TIJDEN Keert de man met de kwast ooit terug? © MICHEL GOUVERNEUR/REPORTERS

Geraardsbergen en Ninove lijden al enkele maanden aan verlatingsangst. Beide steden fungeren al 38 jaar als finale voor de Ronde van Vlaanderen, maar daar komt nu misschien een einde aan. Over klassiekers, defaitisme en een weerspannige kasteelheer.

‘Hoezo, de Muur misschien niet meer in de finale? Stopt de Ronde van Vlaanderen ermee of zo?’ Pierre, een Zwitserse wielertoerist die zonet met een twintigtal landgenoten de mythische Muur van Geraardsbergen is opgereden, kijkt ons verbaasd aan. ‘Welke idioot zou zo’n prachtige finale ooit willen veranderen? Ik geloof er niets van.’

Sinds 1973 ligt de aankomst van Vlaanderens Mooiste op de Halsesteenweg, in het onooglijk kleine Meerbeke, deelgemeente van Ninove. Een steenweg van dertien in een dozijn, alleen wordt op déze al 38 jaar wielergeschiedenis geschreven. Maar daar komt binnenkort misschien een einde aan. Zowel Ronse als Oudenaarde dingt samen met Ninove naar het aankomstcontract. De beslissing daarover sleept nu al maanden aan. De koers is sinds kort in de handen van Woestijnvis, dat met de koepelorganisatie Flanders Classics nagenoeg alle Vlaamse voorjaarswedstrijden organiseert. Aanvankelijk zou de aankomstplaats al in juli worden bekendgemaakt. Halverwege september is de aankomstplaats nog steeds niet bekend.

Volgens wielerdichter Willie Verhegghe, als stadsdichter van Ninove betrokken partij, is de strijd allang gestreden. ‘Het is al maanden in kannen en kruiken’, bromt de geboren Denderleeuwenaar, wiens wielergedichten her en der verspreid langs het oude parcours hangen. ‘Het is gedaan voor Ninove. Ik hoop dat ze nu gewoon eens toegeven dat de aankomst naar Oudenaarde gaat, en dat ze ermee stoppen met de mensen hun voeten te spelen.’

Wanneer de gaststad wordt bekendgemaakt, is niet bekend. Geen commentaar, klinkt het bij Flanders Classics. Ook ex-wielerjounalist Rik Vanwalleghem, directeur van het Centrum van de Ronde van Vlaanderen en grote roerganger van het Oudenaarde-dossier, ontkent dat de beslissing al gevallen is. ‘Wij weten van niets. Ik wil ook even ontkrachten dat wij er meer geld tegenaan gooien. Er is met de organisatie een afspraak gemaakt dat alleen het inhoudelijke van het dossier telt. Pas anderhalve week geleden is er voor het eerst over geld gesproken.’

Aanvankelijk overheerste in Ninove de strijdlust. 38 jaar traditie, dat gooit zelfs de baas van Woestijnvis niet zomaar in de prullenmand, was de teneur. Petities, Facebookcampagnes en andere acties volgden elkaar in sneltreintempo op. Keizer Carnaval en de lokale bellenman namen een carnavalssingle op. Dan is het menens, weet elke Meerbekenaar. Dus meensjken van Nienof lotj auiljen nie doen/ wa willen in april toch ne skeunen achternoen/ want daun ieëste zondag moe blijven bestoën/ hey! Vivan de ronde op oons Halleboën, klonk het toen nog in strijdvaardig Meerbeeks.

Ook Verhegghe nam de verdediging van zijn stad op. Met de pen, zoals het een stadsdichter betaamt. Ettelijke lezersbrieven heeft hij verstuurd. ‘Maar ja, eens het een beetje gepeperd is, halen die dingen de krant niet meer’, zucht hij. ‘Van mijn lezersbrief hebben ze in De Morgen amper een alinea gepubliceerd. Ach, ik heb mijn hart eens kunnen luchten.’

‘Echt niets’

Er waren natuurlijk strubbelingen. Er waren de horeca-uitbaters op de Grote Markt van Geraardsbergen, die niet ingenomen waren met de biertenten van de organisatie. Er was de kasteelheer Alain Corneille, die op zijn domein boven op de Muur al jaren een eigen vipfeest organiseert, een doorn in het oog van de Ronde-organisatie. Maar het zou toch nooit zo’n vaart lopen. De finale van de Ronde, dat was Muur, Bosberg en dan Meerbeke, als voor de eeuwigheid gebeiteld.

‘Het is met geld zoals met doping’, zegt Albert, een 77-jarige stamgast van Café ’t Karelken op de Geraardsbergse Vesten. ‘Als ge niet pakt, kunt ge niet mee. En in Geraardsbergen en Ninove kunnen ze niet mee.’ De anderen doen er mistroostig het zwijgen toe. Ook hogerop lijkt het geloof weggeëbd. ‘Ik denk dat het gedaan is’, zegt Christof, die boven op de Muur het welbekende Café ’t Hemelryck uitbaat. ‘Financieel is dat niet eens zo erg. Maar ze pakken ons die zondag af. Ik denk dat ik vooral de ambiance ga missen. Zelfs als ze hier nog passeren. Als de Muur op honderd kilometer van de aankomst ligt, bloedt het hier dood tegen een uur of drie.’

Buiten de Ronde gebeurt er dan ook weinig in de regio. ‘Er is hier maar één serieuze werkgever’, zegt Verhegghe. ‘Ninove is ook maar een klein provinciestadje, voor de rest is hier echt niets. Dat is in Oudenaarde bijvoorbeeld wel even anders.’ Aan het stadsbestuur of de organisatie zal het niet gelegen hebben, vindt Verhegghe. ‘Zonder Willy Verlé, de voorzitter van het aankomstcomité, was de ronde hier al lang niet meer. Die man verdedigt Ninove uit alle macht. Er is hier nooit iets misgelopen in de organisatie.’

Niet dat het einde van Meerbeke als aankomstplaats het einde van de Ronde zal zijn. ‘De koers heet Ronde van Vlaanderen, niet Brugge-Meerbeke’, zegt Verhegghe. ‘Parijs-Roubaix zal nooit een andere aankomstplaats hebben. De mooiste koers van het jaar zal nog altijd mooi zijn in Oudenaarde. Het wordt een mooiere stad als aankomstplaats. Maar het kan toch nooit aan de huidige finale tippen. De neutrale koersliefhebber wil niet dat de Ronde van aankomst verandert. De ziel van de koers wordt verlegd.’

Zonder spandoeken, dranghekken en juichende mensen ligt de Halsesteenweg er mistroostig bij. ‘De omgeving lijkt nergens naar’, geeft Verhegghe toe. ‘Maar de aankomst is prachtig. Een brede bocht, een laatste rechte lijn van een vijfhonderdtal meter. Dat heb je nodig, voor zo’n koers. Het is ook vaak geen echte sprint. De sterkste man wint hier altijd.’

Net voorbij de streep staat een barok kerkje met een tuintje, een oorlogsmonument en een standbeeld ter ere van de Ronde met (onvermijdelijk) een gedicht van Verhegghe. Rond de kerk liggen een drietal cafeetjes. Voor de rest weerklinkt slechts het dreunende verkeer van de Halsesteenweg. In café Onder de Linde, op een meter of tien van de aankomst, lijkt een nevel van defaitisme de sigarettenrook verdreven te hebben. ‘Geld’, brommen de stamgasten eenstemmig. ‘Niets aan te doen.’ Ze gaan het wel missen, dat jaarlijkse circus. ‘De wielerterroristen op zaterdag, de koers op zondag, dat was toch schoon.’ Stilte, de meesten slenteren naar buiten om te roken. ‘Ik denk dat de koers hier blijft’, zegt een blond meisje plots. Niemand reageert. ‘Ik bekijk het van de positieve kant’, mompelt de cafébaas terwijl de rest buiten staat. ‘Dan kan ik eindelijk zelf eens gaan kijken.’

De hemelsluizen boven Meerbeke gaan open In de gietende regen lijkt heroïek op de Halsesteenweg ver te zoeken. De eens zo spierwitte eindstreep is nu nagenoeg volledig vervaagd. Of de verf volgend jaar nog terugkeert, is maar zeer de vraag.

DOOR JEROEN ZUALLAERT

‘Financieel is het niet erg. Maar ik ga die ambiance toch missen.’

Christof – uitbater ’t Hemelryck op de Muur

‘Enkel het inhoudelijke telt, geld speelt geen rol.’

Rik Vanwalleghem – directeur Centrum Ronde van Vlaanderen

‘Geld is als doping. Als ge niet pakt, kunt ge niet mee.’

Albert – Geraardsbergse stamgast

‘De omgeving lijkt nergens naar. Maar die bocht, die rechte lijn…’

Willie Verhegghe – dichter

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content