De kamerkommissie die de vraag van het hof van kassatie tot inbeschuldigingstelling van de ex-ministers Willy Claes (SP) en Guy Coëme (PS) behandelt, advizeert met een kleine meerderheid om Claes naar het hof van kassatie te verwijzen en tegen Coëme verder onderzoek te voeren. De uiteindelijke beslissing wordt op donderdag 19 oktober genomen in de voltallige kamer. Claes meldt kamervoorzitter Raymond Langendries (PSC) dat hij zich voor de kamer wil verdedigen.

Claes en Coëme worden door prokureur-generaal van kassatie Jacques Velu beschuldigd van korruptie en valsheid in geschrifte. Claes bij de aankoop van 46 legerhelikopters bij de Italiaanse firma Agusta in 1988, en bij de uitrusting van F-16’s en Mirages door de Franse firma Electronique Serge Dassault in 1989. Coëme enkel voor het kontrakt met Dassault. Voor zijn rol in de Agusta-zaak is hij begin ’94 al naar kassatie verwezen.

Tijdens het verhoor door de kommissie stelt Velu voor om de psychologisch bezwarende term “inbeschuldigingstelling” te vervangen door “doorverwijzing naar kassatie”, al komt dat juridisch op hetzelfde neer.

Velu beweert dat via de Zwitserse rekening van de Panamese firma Manu Business Corporation, nog eens 22,5 miljoen frank extra Agustageld is betaald, bovenop de 51 miljoen die de gewezen financieel expert van de SP Etienne Mangé al toegaf. Bovendien zou Dassault negentig miljoen frank hebben uitbetaald, en niet zestig miljoen.

Ook zegt Velu dat de vorige minister van Justitie Melchior Wathelet (PSC) hem vroeg om het rapport van kassatie, waarin huidig SP-voorzitter Louis Tobback wordt vrijgesteld van verdenking, vroegtijdig bekend te maken “om de regeringsvorming te vergemakkelijken. ” De rapporten over Claes en Coëme bleven twee volle maanden (van 4 juli tot 4 september) liggen bij kassatie, waarna Langendries ze ook nog eens een maand in zijn kluis opborg, tot na de stemming over de begroting. Wathelet ontkent dat hij druk uitoefende op Velu, wat een schending van de scheiding der machten had ingehouden.

Voor de kommissie zegt Claes dat er in het dossier geen enkel nieuw element staat. Hij vraagt een loutere voortzetting van het onderzoek en een konfrontatie tussen hemzelf en alle belastende getuigen. De kamerkommissie gaat daar niet op in. Zij vermeldt in haar beslissing wel dat het onderzoek tegen Claes moet worden voortgezet, maar door de verwijzing hoeft kassatie nadien niet meer terug naar de kamer te komen. Voor Coëme moet dat wel, omdat er over de Dassault-zaak te weinig duidelijkheid heerst.

(zie ook p. 12.)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content