De woonzorgcentra van de toekomst

© BelgaImage

Hoe kunnen we de ouderenzorg van morgen op een veilige manier organiseren? Voormalig Groen-boegbeeld en voorzitter van GroenPlus Mieke Vogels pleit voor woonzorgwijken.

12.000. Zo veel slachtoffers vielen er tijdens de pandemie in woonzorgcentra, en dat ondanks de draconische maatregelen die de bewoners maandenlang opsloten in hun kamers. Het is geen goed idee om kwetsbare mensen op te vangen in grootschalige voorzieningen waar dagelijks veel personeel binnen en buiten loopt. Maar door alle aandacht die de afgelopen jaren aan woonzorgcentra werd besteed, leek het wel alsof alle ouderen die zorg nodig hebben in een woonzorgcentrum wonen.

De overheid vraagt mensen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen en een beroep te doen op familie en vrienden voor hulp. Zo zijn er vandaag 80.000 plaatsen in woonzorgvoorzieningen, terwijl er in Vlaanderen ongeveer 400.000 tachtigplussers zijn. De meeste ouderen die hulp of zorg nodig hebben, wonen dus thuis. Maar ook zij kregen tijdens corona niet de hulp en zorg die ze nodig hadden.

Tegen 2030 zal het aantal Vlamingen ouder dan 85 toenemen met 42.000. Velen onder hen zullen alleen wonen. Ze waren ooit de mantelzorger voor hun partner, maar werden intussen weduwe of weduwnaar. Kinderen wonen steeds minder vaak in de buurt van hun ouders. Ze werken tot 67 en hebben minder tijd en ruimte om zorg te verlenen aan hun hoogbejaarde familieleden.

Hoe kunnen we die groter wordende groep ouderen opvangen? Voor alle zwaar zorgbehoevende senioren in een plek in een woonzorgcentrum voorzien, is niet alleen onveilig, maar ook onhaalbaar, onbetaalbaar en onwenselijk. In voldoende plek voorzien om in 2030 alle zorgbehoevende tachtigplussers op te vangen, zou betekenen dat we vanaf nu elke maand drie nieuwe woonzorgcentra moeten openen. Bovendien willen veel jonge senioren hun laatste levensjaren niet in een woonzorgcentrum doorbrengen – amper 5 procent ziet dat als een welkome optie. Steeds meer ouderen zijn wel bereid om te verhuizen naar een meer aangepaste woning in hun buurt.

Eén ding is zeker: we zijn niet goed bezig met de opvang van kwetsbare ouderen. Welgestelde senioren betalen zich blauw voor minimale zorg in ‘zorgbedrijven’ – bewoners betalen gemiddeld 2000 euro per maand, terwijl het gemiddelde pensioen 1250 euro per maand bedraagt. Minder gegoede ouderen vereenzamen in onaangepaste woningen, zonder de nodige zorg en ondersteuning.

Laten we stoppen met te investeren in grootschalige wooncampussen en kiezen voor buurtgerichte zorg. Wijkgebonden zorg is de zorg van de 21e eeuw. Alleen op die manier garanderen we aan iedereen gelijke toegang tot zorg.

Het beleid bewees evenwel niet meer dan een lippendienst aan de buurtgebonden zorg. Zo pleitte voormalig minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) in een beleidsnota voor zorgzame buurten. Hij voorzag gedurende twee jaar in 50 miljoen euro voor 119 projecten rond zorgzame buurten. Ondertussen wordt de investering van 4 miljard in de klassieke ouderenzorg verder gegarandeerd. Na de vele overlijdens door corona staan in de woonzorgcentra heel wat bedden leeg. De minister maakte 384 miljoen euro (cijfer: Rekenhof) vrij om de leegstaande bedden verder te subsidiëren. Je verstoppen achter projecten om politieke stilstand te maskeren, is schuldig verzuim.

Laten we van de coronacrisis gebruik maken om te bouwen aan de ouderenzorg van morgen. Alle bouwstenen liggen klaar en het draagvlak groeit. Hopelijk heeft huidig minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) er wél de politieke moed voor.

Alle andere bijdragen van de zomerreeks ‘De doordenkers van Knack.be: Waarheen met ons geld?’ leest u op knack.be/doordenkers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content