Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

De seksuele droombeelden van Pierre Klossowski in het Museum van Elsene.

HOEWEL vaak explicieter en inhoudelijk gevarieerder dan de tekeningen van Pierre Klossowski (90), waren de Japanse erotische prenten, toen ze in het Museum van Elsene getoond werden, niet vergezeld van de waarschuwing ?Geschikt voor Volwassenen/Résérvé aux Adultes”. De tentoonstelling Klossowski, met deze komische toevoeging gestart, is overigens geen gevaarlijk kindergif. Jonge zielen mogen hun seksuele onschuld kwijtraken na het zien van de levensgrote tekeningen van de rijzige Roberte zeker indien zij langs achteren benaderd wordt door een kolos. Er bestaan onvergelijkelijk veel banaler manieren om zijn onschuld te verliezen. Hoe komt het nu dat gewelddadigheid en obsceniteit, de hoofdelementen in Klossowski’s verbeelding, een volwassen esthetisch genot verschaffen ?

Op het niveau van de interpretatie zijn de tekeningen het toppunt van raffinement, vooreerst. Roberte en haar belagers zijn minder het slachtoffer en de uitvoerders van een verkrachting dan deelnemers aan een spel, een pantomime. De kolos, de bochel, de geesten of de schooljongens nemen bezit van haar. Kwetsbaar want grotendeels ontbloot, blijft zij hen in alle opzichten de baas. Onverstoord, ironisch schouwend uit half geloken ogen, de lippen stijf op elkaar. Geen zichtbare sporen van genot of lijden. Een enigma als geen ander. Of toch als een ander : de hiëratische sfinxen van Fernand Khnopff. En, als verre echo’s van verwante sferen : de stoïcijns starende denudées van Paul Delvaux, de ontblote lichamen bij René Magritte, de scenerieën van Klossowski’s bloedeigen broer, de schilder Balthus.

Roberte is een droombeeld, het ontzagwekkende superwezen dat al in de romans van Pierre Klossowski spookte, vooraleer haar contouren met zwart potlood en later in de zachte halftinten uit kleurpotloden oprezen. Omdat haar sterke verschijning de illusie van waarachtige aanwezigheid wekt zonder realistische, laat staan expliciete details, is zij een overtuigend simulacrum. De creaturen die haar omringen zijn meestal van een ander gehalte : onduidelijk, omfloerst, schetsmatig en behoorlijk anoniem. Ook de achtergrond is hoogst summier aangegeven, en wordt naar de randen van het beeld verdrongen. Groot en van dichtbij, het lichaam van Roberte.

Zij die doorgaat als een monument van vrouwelijkheid leek met de jaren op weg naar een subtiele geslachtsverwisseling. In de jaren vijftig ongetwijfeld al stevig gebouwd, kreeg ze aan het eind van de jaren zeventig uitgesproken mannelijke gezichtstrekken. In 1984 staan ze oog in oog : op ?Roberte face au miroir” kijkt de veeleer mannelijke naar de vrouwelijke helft. Meer dan ooit ontpopt ze zich als wat ze altijd al was geweest : het alter ego van Pierre Klossowski, nu hopeloos in stukken gevallen.

TADZIO.

In de jaren tachtig verscheen, in zijn boeken als in de tekeningen, een jonge knaap als embleem van het androgyne wezen. Hij was de zoon van Willem Tell of meer nog Tadzio, de jongen uit ?Der Tod in Venedig” van Thomas Mann, door wie de oude professor Aschenbach zich onweerstaanbaar aangetrokken weet. Op één tekening (?Tadzio II”) beeldt de kunstenaar hem wijdbeens af. Uit het blauwe broekje verschijnt de kleine grot van het vrouwelijke geslacht.

?Mieux vaut regarder tout ce qui est défendu que de ne rien regarder en pensant qu’il est indifférent de voir ou de ne voir point.” Je kan beter kijken naar alles wat verboden is dan naar niets te kijken in de overtuiging dat het niet uitmaakt of je ziet of niet ziet, schreef Pierre Klossowski. Waarom weerstaan aan de aantrekkingskracht van het kijken naar wat verboden is ? Wie eenmaal besloten heeft om zich niets van enig moreel verbod aan te trekken is echter nog niet thuis. Zaak is dat het kijken je niet altijd in staat stelt om te zien wat er zich werkelijk voor je ogen afspeelt.

De tekening in zwart potlood ?La Cheminée” (1953) laat zich makkelijk lezen als de agressie van een man op een schaars geklede vrouw bij het haardvuur. Kalm en beslist weert zij haar aanrander af. Dat denk je. In zijn geschriften wijst Klossowski minstens twee andere plausibele interpretaties aan. De eerste gaat ervan uit dat Roberte net bij het haardvuur heeft postgevat om een verklaring af te leggen. Als plots haar kleed in brand vliegt, schiet een behulpzame gentleman naar voren om Roberte krachtdadig te helpen en het vuur eigenhandig te doven.

De tweede interpretatie vertrekt van een ingewikkelde psychologische veronderstelling. Het personage Octave in de roman ?Roberte ce soir” legt zijn neefje Antoine uit dat Roberte het wellicht nodig acht om haar zelfbewustzijn te specificeren. Haar zelfbewustzijn bestaat immers uit de verschillende beelden die anderen van haar hebben. Dus moet ze anderen ertoe bewegen zich een specifiek beeld van haar te vormen dat zij dan uit hun daden kan decoderen. Zo lokt zij een situatie uit waarbij zij haar jurk opzettelijk in brand laat vliegen om de gentleman ertoe aan te zetten haar te ontbloten onder het mom van een reddend gebaar.

In het boek ?Roberte ce soir” leidt dit soort scenario’s tot rare en zware filosofische constructies. Bij de tekeningen echter gaat elk kijker zo ver hij zelf wil. De meest simpele blik is niet noodzakelijk de verkeerde. Ook wie een grotere culturele bagage meetorst, ziet de mist niet altijd optrekken. Een courante bedscène met enkele bizarre details (de man draagt een masker, de vrouw weert af met de ene arm en lijkt te strelen met de andere) lijkt door een verwijzing in de titel (?Lucrèce et Tarquin”, 1952-53) te moeten worden ontcijferd als de verkrachting van de legendarische Romeinse heldin Lucretia door Sextus Tarquinius, zoon van de Etruskische Koning van Rome, die eindigde met de tragische zelfmoord van Lucretia. Die kennis maakt het verklaren van de hoger vermelde details eigenlijk nog moeilijker.

OVIDIUS.

Zeker, het is goed om weten dat het rijzige hert dat de schone Diana (Artemis) langs achteren in zijn greep houdt (?Diane et Actéon”, 1954) de door de godin Artemis in het dier van die naam veranderde jager Actaion is. Die werd door haar volgens de klassieke mythologie op deze wijze gestraft omdat hij haar naaktheid had beloerd. Volgens de Griekse epische dichter Nonnus uit de Romeinse tijd ging het wel degelijk om een daad van voyeurisme, terwijl Ovidius het bij een ongelukkig toeval hield. Wat Klossowski ervan maakt kan aan de oppervlakte (en wat hebben tekeningen anders dan oppervlakte ?) alleen als een gestileerde paringsbeweging tussen een dier met menselijke trekken en de eeuwige Roberte gezien worden. Een klassiek geschoold iemand ziet er echter dadelijk de confrontatie in tussen onbedwingbare menselijke behoefte en goddelijke moordlust.

Klossowski, een Parijse intellectueel van Poolse origine, bezit de eruditie van de grote geesten die hij op zijn levenspad gekruist heeft : van Rilke en Gide tot Breton, Bataille en Deleuze. Uit de combinatie van gemaskeerde eruditie, classicistische inspiratie en de soms bizarre schaalverschillen tussen de figuren valt voorts af te leiden dat ook Nicolas Poussin hem minzaam moet hebben toegesproken, beyond the grave en alle andere verschillen inachtgenomen, welteverstaan. Aan tentoonstellingsmaker Johannes Gachnang komt de verdienste toe, Klossowski in dialoog met de hedendaagse kunst te hebben gebracht. (Documenta 7, 1982).

Klossowski’s ietwat onhandige tekenstijl verhoogt de authenticiteit en dus de geloofwaardigheid van de voorstelling. Het aanbrengen van roze en blauwe lingeriestukken van het pikante soort, prikkelt niet op een andere manier dan bij de erotische beeldenmakers door de eeuwen heen. Met de geraffineerde wijze waarop hij regelmatig het verschil tussen door kleding bedekte en onbedekte lichaamsdelen doet vervagen, schept hij echter de voorwaarden voor een visuele ambivalentie die de illusie van echtheid discreet ondermijnt. De deconstructie van de klassieke erotica is compleet : artificieel pantomimische beweging, hïeratische houding, geabstraheerde context, meervoudige interpretatiekeuze, optisch bedrog. Kinderen toegelaten.

Jan Braet

Tot 28.4, Museum van Elsene, Van Volsemstraat 71. Open van di. tot vrij. van 13 tot 19 u. Za. en zo. van 10 tot 17 u. Gesloten op maandag en feestdagen.

Pierre Klossowski, Roberte agressée par les esprits qu’elle a censurés, 1976 : mieux vaut regarder tout ce qui est défendu…

‘La Cheminée, ca. 1953 : de agressie van een man ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content